4. | Elizabeth, naaister, geboren op 05-05-1845 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden op 30-05-1928 om 07:00 uur te Rijpwetering op 83-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 114. Aangevers van het overlijden waren: 1. Pieter Bloem, 75 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade, echtgenoot 2. Nicolaas Koot, 66 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade. Zij trouwde in 1881 en vertrok toen uit het huis van haar broer Adrianus om zich elders in Rijpwetering te vestigen. Gehuwd. Getrouwd vóór 14-11-1883. Partner is Pieter BLOEM, winkelier te Alkemade (1883-1909), geboren ±1853. Overleden na 27-09-1927. Hij woonde op 27-09-1927 nog te Alkemade. Hij was toen getuige bij het huwelijk van zijn neefje Johannes Gerardus Castelijn met Maria Johanna Jansen. |
5. | Cornelia, geboren op 26-11-1846 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden op 16-12-1925 om 09:30 uur te Rijpwetering op 79-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 120. Aangevers van het overlijden waren: 1. Nicolaas Boer, 49 jaar, rijwielhersteller te Alkemade, zoon 2. Wilhelmus Gijsbertus Weenink, 25 jaar, tuinder te Alkemade, kleinzoon. Zij woonde in 1871 even bij haar broer Adrianus, maar trouwde toen en vetrok op 18-11-1871 naar Aalsmeer. Gehuwd 1871 met Cornelis BOER. Overleden vóór 16-12-1925. |
6. | Jacoba, geboren op 16-12-1847 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden vóór 1849. |
7. | Catharina (zie 1). |
8. | Jacoba, geboren op 24-06-1850 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden op 09-08-1850 te Rijpwetering, 46 dagen oud. |
9. | Jacoba, geboren op 12-03-1853 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden op 11-04-1853 te Rijpwetering, 30 dagen oud. |
1. | Jacobus, gedoopt (RK) op 07-12-1800 te Rijpwetering (getuige(n): Arij Verlaan en Maria van Immerzeel), overleden op 26-01-1801 te Rijpwetering, 50 dagen oud. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte wordt gedaan van zijn overlijden door Pieter van Schaik. Hij valt onder de classis van 3 gulden en zal na voldoening van de impost te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. |
2. | Cornelia, gedoopt (RK) op 04-04-1802 te Rijpwetering (getuige(n): Arij van der Laan en Marijtje van Immerseel). |
3. | Nicolaas (zie 2). |
4. | levenloos, geboren op 30-08-1804 te Rijpwetering. Betreft de datum van het briefje waarmee de vroedvrouw melding maakt van dit ontijdig en doodgeboren kind. Overleden op 30-08-1804 te Rijpwetering. Het kind viel onder de classis "pro deo". Begraven te Rijnsaterwoude. |
5. | Maria, gedoopt (RK) op 10-11-1805 te Rijpwetering (getuige(n): Gerrit Melman en Neeltje Arijze van Egmond). Mogelijk is zij de "Marijtje Immerseel", wier overlijden te Rijpwetering wordt aangegeven ter secretarie van Alkemade door Jan Landwijk op 17-12-1805 (classis: 3 gulden) en die te Rijnsaterwoude zal worden begraven. (bron: Garder Alkemade, AL-G20). |
1. | Pieter, gedoopt (RK) op 05-02-1810 te Lisse. Hij woonde in 1830 al niet meer bij zijn ouders. |
2. | Geertje (zie 3). |
3. | Simon, werkman, geboren op 16-06-1814 te Lisse (gezindte: RK). |
4. | Johannes, geboren op 15-04-1816 te Lisse (gezindte: RK). |
5. | Maria (Marijtje), geboren op 19-09-1817 te Lisse (gezindte: RK). |
1. | Adrianus (zie 4). |
2. | Marijtje, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 02-09-1769 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Verdel en Maria Debois(?)). Overleden vóór 04-10-1773. |
3. | Cornelis, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 16-03-1771 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Verdel en Wilmijntje van der Spek). |
4. | Jacobus, geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 25-06-1772 te Zoeterwoude (getuige(n): Govert van der Poel en Antje Verdel). |
5. | Maria (Marijtje), geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 04-10-1773 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan van Immerseel en Dirkie van der Meij), overleden op 09-11-1839 om 19:30 uur te Zoeterwoude op 66-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 158. Gehuwd voor de kerk (1) op 25-jarige leeftijd op 21-04-1799 te Zoeterwoude (RK). Getrouwd in de Sint Janskerk. Echtgenoot is Arij van der LAAN, overleden op 04-02-1815 te Zoeterwoude. Gehuwd (2) op 42-jarige leeftijd op 24-04-1816 te Zoeterwoude (getuige(n): Pieter Janse van Nierop (28 jaar, wonende te Zoeterwoude), Pieter den Elzen (21 jaar, wonende te Zoeterwoude), Simon van der Snoek (61 jaar) en Jan Bornevielle(?) (38 jaar)). Huwelijksproclamaties te Zoeterwoude op 14 en 21-04-1816. Echtgenoot is Petrus (Pieter) COLOOS, 30 jaar oud, bouwman (1816), geboren te Hazerswoude, gedoopt (RK) op 20-04-1786 te Hazerswoude. Ook wel: Kooloos. Zoon van Christiaan COLOOS en Cornelia van der MEIJ. |
6. | Joannes, geboren te Zoeterwoude-Water, gedoopt (RK) op 27-12-1780 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Verdel en Cornelia Horkemans). In de doopakte staat een kruis achter zijn naam. Kennelijk is hij dus vlak na zijn geboorte overleden. |
6. | Laurens Clase, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 19-04-1763 te Rijpwetering (getuige(n): Klaas Gerrets Hogendorp en Neeltje Gerrets Hogendorp), overleden op 11-08-1763 te Oud-Ade, 114 dagen oud. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door zijn vader "Claas Lourense Hogendorp". Hij valt onder de classis van "Pro Deo" en mag te Warmond worden begraven. Begraven te Warmond. |
7. | Catharina (Trijntje) Klaase HOOGENDORP (zie 5). |
8. | Elisabeth HOOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 15-11-1765 te Rijpwetering (getuige(n): Hendrik Gers Spijkerman en Marijtje Gers Spijkerman). |
9. | Laurentius HOOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 10-07-1767 te Rijpwetering (getuige(n): Jacob Gers Hogendorp en Trijntje Gers Hogendorp). De doopakte geeft als voornaam "Larentius", maar dit lijkt me een verschrijving. Mogelijk is hij de meester-timmerman Laurens ("Lori" volgens zijn handtekening) Hoogendorp, die getrouwd was met Marijtje ("Mrijtije" Klaverweijde. Op 19-02-1794 laten zijn hun testmant op de langstlevende vastleggen voor notaris Vossius te Alkemade. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 90, akte 354). |
10. | Anna HOOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 06-10-1768 te Rijpwetering (getuige(n): Henderik Gers Spijker en Teunisse Louwe (geen voornaam in akte)). |
11. | Marijtje HOOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 16-05-1771 te Rijpwetering (getuige(n): Arie Wouters van der Meer en Anna Jansze van Stijn). Overleden vóór 31-03-1773. |
12. | Marijtje HOOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 31-03-1773 te Rijpwetering (getuige(n): Nicolaus Gerritsze Hoogendorp en Jaapje Jansze Groen). |
1. | Jacobus, gedoopt (RK) op 26-10-1766 te Sassenheim (getuige(n): Arie Langelaan en Antje Langelaan). |
2. | Cornelia, gedoopt (RK) op 15-12-1767 te Sassenheim (getuige(n): Jan van der Klugt en Trijntje van der Klugt). |
3. | Adriana (Ariaentje), gedoopt (RK) op 15-09-1769 te Sassenheim (getuige(n): Joannes Langelaan en Marijtje Bentvelsen), begraven op 29-01-1770 te Sassenheim. |
4. | Ariaentje, gedoopt (RK) op 27-11-1770 te Sassenheim (getuige(n): Jan Langelaan en Mareitje Bendtvelsen). |
5. | Jacob (zie 6). |
6. | Pieter, gedoopt (RK) op 10-10-1773 te Sassenheim (getuige(n): Jan Langelaan en Marijtje Bentvelsen). |
7. | Ariaentje, gedoopt (RK) op 25-01-1775 te Sassenheim (getuige(n): Arie Langeveldt (Langelaan) en Marijtje Bentvelsen), begraven op 16-02-1775 te Sassenheim. |
8. | Jacobus, gedoopt (RK) op 26-01-1776 te Sassenheim (getuige(n): Arie Langelaan en Marijtje Bentvelzen). |
9. | Arie, gedoopt (RK) op 19-04-1777 te Sassenheim (getuige(n): Pieter van der Klugt en Pieternel Moelijn). |
10. | Jan, gedoopt (RK) op 09-10-1778 te Sassenheim (getuige(n): Klaas Pellens en Joosje van der Klugt), begraven op 16-12-1778 te Sassenheim. |
11. | Adrianus, gedoopt (RK) op 26-11-1779 te Sassenheim (getuige(n): Jacob Langelaan en Marijtje Bentvelte). |
12. | Joannes, gedoopt (RK) op 30-12-1780 te Sassenheim (getuige(n): Klaas Pellinks en Joosje van der Klugt). |
13. | Joannes, gedoopt (RK) op 22-01-1784 te Sassenheim (getuige(n): Kornelis van der Klugt en Marijtje van Velzen). |
1. | Elizabeth (Lijsje) (zie 7). |
2. | Jacob, geboren te Poel, gedoopt (RK) op 23-05-1779 te Rijpwetering (getuige(n): Adrianus Jacobsze van der Geest en Alijdis Jacobsze van der Geest), overleden op 20-10-1780 te Poel op 1-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door zijn vader Sijmen Berkhout (handtekening). Hij valt onder de classis van "pro deo" en mag te Sassenheim worden begraven. Begraven te Sassenheim. |
3. | Jacob, geboren te Poel, gedoopt (RK) op 04-12-1780 te Rijpwetering (getuige(n): Arij Jacobse van der Geest en Aaltje Jacobs van der Geest). |
4. | Cornelia, geboren te Rijpwetering, gedoopt (RK) op 18-02-1784 te Rijpwetering (getuige(n): Jacob Jacobse van der Geest en Marijtje Jacobs van den Broek). |
4. | Cornelis, geboren te Zoeterwoude (wijk Mining), gedoopt (RK) op 17-03-1735 te Zoeterwoude (getuige(n): Huijbert Jansen Santvliet en Claartie Cnelis Verdel). |
5. | Maria, geboren te Zoeterwoude (wijk Mining), gedoopt (RK) op 21-05-1736 te Zoeterwoude (getuige(n): Leendert Cornelise Raaphorst en Dirkie Cnelis Raaphorst). |
6. | Anna, geboren te Zoeterwoude (wijk Mining), gedoopt (RK) op 10-05-1737 te Zoeterwoude (getuige(n): Pieter Jansen Swaanenburg en Amelia Cornelise Verdel). |
7. | Jan, geboren te Zoeterwoude (wijk Mining), gedoopt (RK) op 20-05-1739 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Cornelise en Dirkie Cornelise). |
8. | Huijbert, geboren te Zoeterwoude (wijk Mining), gedoopt (RK) op 13-05-1740 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Huijberse Santvliet en Cornelia Verdel). Overleden vóór 16-05-1744. |
9. | Agatha, geboren te Zoeterwoude (Noordbuurt), gedoopt (RK) op 23-05-1742 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Huijberse Santvliet en Claartie Cornelise Verdel). Overleden vóór 14-05-1743. |
10. | Cornelia, geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 14-05-1743 te Zoeterwoude (getuige(n): Cornelis Cornelise Raaphorst en Cornelia Janse). Zij was de eerstgeborene van de tweeling. |
11. | Agatha, geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 14-05-1743 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Huijberse Santvliet en Marie Zeestraten). Zij was de jongste van de tweeling. |
12. | Huijbert, geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 16-05-1744 te Zoeterwoude (getuige(n): Huijbert Santvliet en Maartie Sijmens). |
13. | Cornelia (zie 9). |
14. | Agie, geboren te Zoeterwoude-Dorp, gedoopt (RK) op 26-08-1747 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Huijbertze Santvliet en Cornelia Cornelis Verdel). |
1. | Cornelia (Louris) Neeltjen, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 02-05-1716 te Rijpwetering (getuige(n): Jacob Ja(c)obse Hofdijk en Neeltie Pieters), overleden op 04-03-1731 te Oud-Ade op 14-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop door het secretariaat van Alkemade de impost (3 gulden) is ontvangen van haar stiefvader Wouter Arisse van der Meer voor haar begravenis te Warmond. Begraven te Warmond. |
2. | Nicolaus (Klaas) Lourise HOGENDORP (zie 10). |
1. | Joannes, geboren te Zoetermeer, gedoopt (RK) op 02-05-1725 te Berkel (ZH) (getuige(n): Jannitje Hendrikx). |
2. | Anna, geboren te Rokkeveen, gedoopt (RK) op 04-07-1726 te Berkel (ZH) (getuige(n): Anna Stevens). Overleden vóór 23-02-1731. |
3. | Elizabet, geboren te Seghwaert, gedoopt (RK) op 24-05-1727 te Berkel (ZH) (getuige(n): Elizabet Janze). |
4. | Anna (Antje) Gerritsze (zie 11). |
5. | Marie, gedoopt (RK) op 18-04-1734 te Berkel (ZH) (getuige(n): Grietje Pelle). |
6. | Hendrik, gedoopt (RK) op 04-02-1737 te Berkel (ZH) (getuige(n): Marie Kortmijter). |
7. | Gerrit, gedoopt (RK) op 19-02-1741 te Berkel (ZH) (getuige(n): Marie Gerritsz de Vos). |
3. | Petrus (Pieter) Jacobse (zie 12). |
4. | Anna, gedoopt (RK) op 23-07-1739 te Zoeterwoude (getuige(n): Gerrit Dirx Overdevest en Niesie Dirx Overdevest). |
5. | Joannes (Jan), gedoopt (RK) op 06-04-1741 te Zoeterwoude (getuige(n): Arij Cornelisse de Lange en Antie Aris Langelaan). |
6. | Jacobus (Jacob), gedoopt (RK) op 22-08-1743 te Zoeterwoude (getuige(n): Leendert Langenlaan en Aaltie Langenlaan), overleden op 29-04-1785 te Zoeterwoude (Zuidbuurt) op 41-jarige leeftijd. Dit is de datum waarop hij het laatste Heilige Oliesel kreeg toegediend. Begraven op 05-05-1785 te Zoeterwoude. Dit is de datum waarop zijn lijk werd aangegeven door zijn broer Jan. De impost op het begraven bedroeg 3 gulden. |
1. | Simon (Sijmen) Jacobse (zie 14). |
1. | Adrianus, gedoopt (RK) op 10-10-1732 te Zoeterwoude (getuige(n): Ari Arise van der Geest en Apollonia Arise van der Geest). |
2. | Aleijdis Japikse, gedoopt (RK) op 19-07-1734 te Voorschoten (getuige(n): Kors Arijse van der Geest en Applonia Arijse van der Geest), overleden op 26-11-1824 te Voorschoten op 90-jarige leeftijd. Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 06-02-1763 te Voorschoten met Dirk Cornelisz. BERGMAN, 29 jaar oud, bouwman, geboren op 30-09-1733 te Valkenburg (ZH), overleden op 28-04-1814 te Voorschoten op 80-jarige leeftijd. |
3. | Wilhelma, gedoopt (RK) op 25-01-1736 te Voorschoten (getuige(n): Japik Sijmense Duijndam en Neeltie Japikse Duijndam). |
4. | Cornelia (Neeltje), gedoopt (RK) op 15-09-1737 te Voorschoten (getuige(n): Sijmen Cornelisse Oostduijn en Marijtje Cornelisse Oostduijn). |
5. | Jacobus, gedoopt (RK) op 05-01-1739 te Voorschoten (getuige(n): Arije van Munst en Lijsbet Japikse Duijndam). In de doopakte staat onder zijn naam "obijt". Kennelijk is hij dus vlak na de geboorte overleden. In ieder geval was hij op 14-03-1741 reeds overleden. |
6. | Gertrudis, gedoopt (RK) op 08-03-1740 te Voorschoten (getuige(n): Teunis Japikse van der Geest en Marijtje Arijse van der Geest). Overleden vóór 18-02-1747. |
7. | Jacoba, gedoopt (RK) op 08-03-1740 te Voorschoten (getuige(n): Arije van Munts en Lijsbet Japikse Duijndam). |
8. | Jacobus, gedoopt (RK) op 14-03-1741 te Voorschoten (getuige(n): Arije van Munts en Lijsbet Japikse Duijndam). In de doopakte staat onder zijn naam "obijt". Denkelijk is hij vlak na de geboorte overleden. |
9. | Jacobus, gedoopt (RK) op 19-06-1742 te Voorschoten (getuige(n): Arije van Munts en Lijsbet Japikse Duijndam). In de doopakte staat onder zijn naam "obijt". Denkelijk is hij vlak na de geboorte overleden. |
10. | Jacobus, gedoopt (RK) op 15-04-1744 te Voorschoten (getuige(n): Arije van Munts en Lijsbeth Japikse Duijndam). |
11. | Cornelius, gedoopt (RK) op 12-04-1745 te Voorschoten (getuige(n): Maarten Cornelisse Verdel en Marijtje Arijse van der Geest). In de doopakte staat onder zijn naam "obijt". Denkelijk is hij vlak na de geboorte overleden. |
12. | Gertrudis (Geertje) Jacobse (zie 15). |
13. | Apollonia, gedoopt (RK) op 31-12-1748 te Voorschoten (getuige(n): Japik Pieterse van der Geest en Geertie Pieterse van der Geest). |
14. | Cornelius, gedoopt (RK) op 10-09-1752 te Voorschoten (getuige(n): Pieter Dirkse Overdevest en Marijtje Arijse van der Geest). |
1. | Clara (Claartie) Cornelis, gedoopt (RK) op 22-01-1695 te Vogelenzang. |
2. | Cornelia Cornelis, gedoopt (RK) op 13-04-1697 te Vogelenzang. |
3. | Cornelis Cornelisse (zie 18). |
4. | Amelia Cornelis. |
1. | Laurentius, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 09-04-1684 te Rijpwetering (getuige(n): Gerrit Lourisß en Trijntie Lourisß). Waarschijnlijk overleden vóór 12-08-1686. |
2. | Agatha, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 25-03-1685 te Rijpwetering (getuige(n): Dirck Willemsß en Agie Willemsß). Waarschijnlijk overleden vóór 16-08-1693. |
3. | Laurentius (Louris) Claesse (zie 20). |
4. | Wilhelmus (Willem) Klaes HOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 04-03-1689 te Rijpwetering (getuige(n): Agie Willemsß). Overleden na 22-09-1741. Op 04-01-1718, 18-01-1720 en 22-09-1741 woont hij te Nieuwe Wetering. Op laatstgenoemde datum verschijnt hij ter secretarie van Alkemade en verklaart namens zichzelf en zijn erven (!) een huis en erf in Nieuwe Wetering te hebben verkocht aan Trijntie Huijberts Schuijn voor 1.850 gulden en een ducaton en op de conditie dat Feijtje Cornelis te Nieuwe Wetering haar hele leven lang gratis in het huis mag blijven wonen (in het voorhuis met het zijkamertje). De belendingen van dit perceel (dat in het kohier van verpondingen voor 3 gulden is aangeslagen) zijn: oost: de Nieuwe Wetering, zuid: Japik Rennitse, west: de armen van Nieuwe Wetering, en noord: Cornelis Bont. Hij tekent met "Wijllem Klaes Hogendorp". In de kantlijn van de akte staat "deese niet opgedragen", maar ook "opdr. febr. 1742". (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 22-09-1741). Gehuwd vóór 1718 met Antie (Annetjen) Pieters van EGMONT, overleden op 07-05-1737 te Nieuwe Wetering. Betreft de datum waarop haar man "Wilm Clase Hoogendorp" van het secretariaat van Alkemade een akte pro deo ontving om haar te Leimuiden te begraven. Begraven te Leimuiden. Ook: Van Egmondt. Dochter van Pieter van EGMONT. Op 22-05-1718 laten zij voor notaris Jacobus van Santen te Oude Wetering een akte van voogdijstelling opmaken, waarin zij tot voogden over eventuele na te laten kinderen benoemen: Van Willems kant: Willem Pietersz. Quackenbos, zijn neef op de Ade Van Annetjens kant: Cornelis Pietersz. van Egmondt, haar broer te Roelofarendsveen Willem tekent met "Willem Klaes(??) Hogendorp" (het patroniem is zeer onduidelijk geschreven) en Annetjen met de initialen AP én een kruisje. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 94, folio 175). |
5. | Agatha, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 14-08-1693 te Rijpwetering (getuige(n): Dirck Willemsß en Agie Willems). Overleden vóór 25-01-1718. |
6. | Gerardus (Gerrit) Clase HOGENDORP, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 08-07-1695 te Rijpwetering (getuige(n): Hasu's (Haesge?) Mouris). Overleden na 29-10-1745. Hij woonde op 29-10-1745 te Esselijkerwoude. Gehuwd 1720. De laatste van hun drie huwelijksproclamaties te Alphen aan de Rijn passeerde op 28-01-1720, blijkens de verklaring van secretaris Rosenboom van Alphen aan de Rijn, die in de "huwelijkse bijlagen" van Alkemade is te vinden (NA, kopie in AL-11). Echtgenote is Cornelia Jacobs VERKADE, geboren te Rijpwetering. Ze woonde op 28-01-1720 te Alphen aan de Rijn. |
7. | Petrus (Pieter) Klaessen, herbergier in "Het Wapen van Alkemade" te Rijpwetering, geboren te Oud-Ade, gedoopt (RK) op 14-03-1698 te Rijpwetering (getuige(n): Pieter Jansß Klinckenbergh en Agie Willems Stooff), overleden op 09-10-1763 te Rijpwetering op 65-jarige leeftijd. Waarschijnlijk in Rijpwetering overleden. Hij woonde in de herberg "Het Wapen van Alkemade". Zijn staat en inventaris bevindt ze in het Rechterlijk Archief Alkemade onder inv.nr. 25, akte 17 en ook in een akte gepasseerd voor notaris Kreet te Alkemade op 23-11-1763, waarin wordt verwezen naar zijn testament van 04-09-1762 gepasseerd voor notaris Jacob van Stipriaen te Leiden. Daarin zou hij als zijn erfgenamen benoemd hebben, ieder voor 1/3: 1. Zijn dochter Neeltje Pieters Hoogendorp, vrouw van Dirk Gerritsze van Heijningen 2. De twee kinderen van zijn overleden dochter Cornelia Pieters Hoogendorp, genaamd Thomas Willemsze Alis (Alefs?) en Maria Arends Luijk (samen voor 1/3) 3. Zijn vrouw Jannetje Wouters van Egmond (die dus naast de helft van de gemeenschappelijke boedel een kindsdeel krijgt) Als "absolute voogden" over eventueel na te laten minderjarige erfgenamen had hij benoemd: 1. Arij Cornelisze van Leeuwen 2. Albert van der Bon De inventaris is opgemaakt op 27-10-1763 door Adrianus Hendrikus Kreet als secretaris van Alkemade ten overstaan van Pieter van der Starre en Pieter de Jong. Tot de nagelaten boedel behoren de volgende onroerende goederen: 1. Een huis en erf te Rijpwetering. Oost: Cornelis Mous, zuid: Hijacinthus Beek, west: de erven Dirkje Pieters van Wetering, en noord: Thijs van Rijzen (nr. 271 in het verpondingenregister). Schoonzoon Dirk Gerritsze koopt dit huis voor f 1.200. Dit zal de herberg "Het Wapen van Alkemade" zijn 2. Een huis en erf te Rijpwetering (inmiddels verkocht aan Pieter La Mije voor f 100). Oost: Jan Corsze van Stein, zuid: Pieter Huigen Schuin, west: vanouds Claes Jansze van Emden, en noord: Gerrit Jansze van der Veer 3. Een partij land in de Blijverpolder, groot omtrent 1½ morgen 4. Een partij land op de Kruipsloot in de Polder Waterloos, groot omtrent 2½ morgen 5. Een derde van een partij land onder Esselijkerwoude in de Veenderpolder, tweede bon, in het geheel groot 6 morgen. Bezwaard met een rentebrief van f 800 kapitaals ten behoeve van de heer Hendrik Wilmers (3 t/m 5 zijn niet verkocht noch getaxeerd, en worden dus door de erfgenamen in gemeenschap gehouden) 6. Een derde van een huis, tuin, erf en boomgaard, groot omtrent 8 morgen, gelegen te Roelofarendsveen. De overige delen behoren toe aan Jan Woutersz. van Egmond, de broer van Jannetje, die op dezelfde dag (23-11-1763) dit derde deel heeft gekocht voor f 2.000 (zie opmerkingen bij Jan Woutersz. van Egmond) De totale waarde van de boedel (minus de drie ongetaxeerde stukken land) bedraagt f 5.121:14:4, waarvan Jannetje de helft (f 2.560:17:12) plus haar kindsdeel (f 853:12:6) toekomt. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 95, akte 68) Op 13-01-1763 doet Arij van Leeuwen ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden. Er moet 6 gulden impost betaald worden om hem te Rijnsaterwoude te mogen begraven (hoewel hij volgens het register van grafrechten van Rijnsaterwoude tot de classis van 3 gulden zou behoren!). Begraven op 13-10-1763 te Rijnsaterwoude. Hij woonde op 02-09-1738 en 10-02-1749 te Rijpwetering. Op 02-09-1738 verscheen hij ter secretarie van Alkemade in verband met de verkoop door hem van een huis en erf te Rijpwetering (belendingen: oost: Teunis Colijn, zuid: Jan van Dalen, west: de Rijpweteringerdijk, en noord: Hendrik de Ronde of Polgeest) aan Cors Janse Sinnekevelde (de handtekening lijkt "Sunekevelt" te zeggen), ook wonende te Rijpwetering, voor 100 gulden (bij opdracht in februari 1739) en met de verplichting voor de koper om Trijntje Huijberts Schuijn jaarlijks 30 gulden te betalen in plaats van de 20 gulden die Pieter haar jaarlijks had moeten geven volgens een opdrachtbrief van 12-05-1732. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 02-09-1738). Gehuwd (1) vóór 1727 met Marijtje Cornelisse SPRUIJT, overleden op 26-06-1743 te Rijpwetering. Betreft datum waarop haar man "Pieter Clase Hogendorp" 3 gulden impost betaalt aan van het secretariaat van Alkemade om haar te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven te Rijnsaterwoude, dochter van Cornelis SPRUIJT. Op 19-09-1727 maakten zij voor notaris Henderik Wilmers te Leiden hun testament op, waarin ze elkaar tot erfgenaam en voogd (met recht om medevoogden te benoemen) over eventueel na te laten kinderen benoemden, met seclusie van de weeskamer. Op 29-10-1745 werden Pieters broer Gerrit Clase Hogendorp en zwager Jacob Cornelisse Spruijt (beiden wonende te Esselijkerwoude) door schepenen van Alkemade als medevoogden aangesteld over de wezen Cornelia (18 jaar) en Neeltje (14 jaar) Pieters Hogendorp. Tevens werd de uitkoop van de nalatenschap vastgelegd. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 236 en 237 en Weeskamer Alkemade, inv.nr. 4, akte d.d. 29-10-1745). Gehuwd (2) met Jannetje Wouters van EGMOND. Overleden na 23-11-1763. Ze woonde op 23-11-1763 te Rijpwetering. Dochter van Wouter Willemse van EGMONT, teelman te Roelofarendsveen (1711-1742), en Antje (Annetgen) Jans KOECK. |
9. | Maria (Marijtie) Teunis van WIERINGHE (zie 21). |
1. | Jacob Pieterse, geboren vóór 1710 te Zoeterwoude(?). Gehuwd op 08-06-1727 te Zoeterwoude met Leentje Pieters IMMERSEEL. |
2. | Ariaentje Pieterse (zie 25). |
1. | Jacob (Jaepik) Pietersz. (zie 28). |
2. | Aplonia, gedoopt (RK) op 25-01-1719 te Wassenaar (getuige(n): Arentie van Wouw en Claas van Wouw). |
3. | Joannes, gedoopt (RK) op 20-12-1720 te Wassenaar (getuige(n): Leendert Cnelisze en Aaltie Pieters). |
4. | Petrus, gedoopt (RK) op 26-06-1722 te Wassenaar (getuige(n): Claas Piters en Huijbertie Piters). |
5. | Catharina (Caatje), gedoopt (RK) op 02-07-1723 te Wassenaar (getuige(n): Jan Cnelisze en Marijtie van Swieten). Overleden na 19-07-1762. |
6. | Cnelis, gedoopt (RK) op 18-02-1725 te Wassenaar (getuige(n): Cnelis Duijnte(?) en Grietie Piters). |
7. | Govert, gedoopt (RK) op 10-06-1726 te Wassenaar (getuige(n): Claes van Wouw en Huijbertie van Wouw). |
8. | Jannitie, gedoopt (RK) op 11-08-1727 te Wassenaar (getuige(n): Claes Piterse en Japie Jacobs). |
9. | Claesie, gedoopt (RK) op 29-12-1728 te Wassenaar (getuige(n): Frank Jacobze en Marijtie Tunis). Overleden na 26-02-1754. |
10. | Cnelis (Kees), gedoopt (RK) op 09-03-1730 te Wassenaar (getuige(n): Leendert Cnelisze en Gritie Piters). Overleden na 26-02-1754. |
1. | Elizabeth (Lijsbeth) Simons GROENENDIJK (zie 29). |
2. | Cornelia, geboren te Warmond, gedoopt (RK) op 15-01-1728 te Sassenheim (getuige(n): Leendert Buijtendijk en Marijtje Pieters). |
3. | Petrus, geboren te Warmond, gedoopt (RK) op 15-02-1730 te Sassenheim (getuige(n): Jan Pieterse en Grietje Simons). |
1. | Jacobus (Japik) Arisse (zie 30). |
2. | Apollonia, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 29-06-1710 te Zoeterwoude. De peetouders worden in de doopakte niet vermeld. Overleden vóór 30-12-1711. |
3. | Apollonia, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 30-12-1711 te Zoeterwoude (getuige(n): Arie Piterse en Jannetje Corsen(?)). |
4. | Christianus, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 14-04-1713 te Zoeterwoude (getuige(n): Jan Joosten en Antje Corsen). |
5. | Gertruij, geboren te Weipoort, gedoopt (RK) op 22-11-1714 te Zoeterwoude (getuige(n): Cornelis Piterse van der Lide en Marij Piter Gijse). |
1. | Cornelia Jacobse (zie 31). |
1. | Claes Lourisz. HOOGENDORP (zie 40). |
2. | Gerrit Lourensz. HOOGENDORP, overleden te Rijpwetering. Overleden vóór 18-05-1703. Hij woonde op 04-02-1686 binnen Alkemade. Gehuwd (1) vóór 1683 met Theunisgen Jansdr. SCHUIJN, overleden vóór 1686. Haar voornaam verschijnt ook als "Tonisge" en "Teunissie". De achternaam verschijnt ook als "Schoijn". Dochter van Jan Pietersz. SCHUIJN, arbeider te Rijpwetering (1674), en Neeltgen Jacobs RUIJGH. Gehuwd (2) ±02-1686. In het register van huwelijkse bijlagen van Alkemade bevindt zich een briefje d.d. 04-02-1686 van de officier van Esselijkerwoude, waarin deze verklaart dat te Esselijkerwoude drie huwelijksproclamaties zijn gepasseerd, waarvan de laatste op 03-02-1686. Echtgenote is Haesge Mourijnsdr. van ZIJL, overleden ±1717 te Rijpwetering. Ze woonde op 04-02-1686 onder Esselijkerwoude. |
3. | Trijntjen (Trijntie) Louris HOOGENDORP. Overleden na 18-12-1711. Vreemd genoeg wordt zij in de transportakte van 22-05-1711 en in de akte van boedelscheiding van 18-12-1711 betreffende de nagelaten goederen van haar moeder wel genoemd als erfgenaam (voor 1/3), maar niet als "huisvrouw van" of "weduwe van". Gehuwd vóór 1680 met Hendrick Gerritsz. SNIJER, snijder te Oud-Ade (1680). In de doopakte van zijn dochter Clara lijkt "Spijer" te staan, maar het zal wel "Snijer" moeten zijn, naar zijn beroep... In het "Kohier op het zoutgeld..." wordt hij vermeld onder de kleine getaxeerden. Het gezin bestaat uit man, vrouw, een kind tussen 4 en 10 jaar, en kind beneden de 4 jaar en een dienstbode. |
4. | Jacob Louwrisz. HOOGENDORP. Vermoedelijk overleden vóór 22-05-1711. Gehuwd vóór 1679 met Geertie Willems. |
1. | Neeltie Willems (van der Mij) (zie 41). |
2. | Aeghgen (Agie) Willems (van der Mij). Overleden na 13-06-1714. Ze woonde op 09-02-1700 en 13-06-1714 op de Ade. Op 13-06-1714 transporteert ze aan Jan van Rijsen, net als Aeghgen wonende op de Ade, de volgende onroerende goederen uit de nalatenschap van haar man Aelbert Jansz. Krul: 1. Een huis en erf op de Ade, te verongelden voor 43 roeden. Oost: de Ade, zuid en west: Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade, en noord: de volgende partij 2. Nog een huis en erf op de Ade, te verongelden voor 25 roeden. Oost: Oude Jan van Rijsen, zuid: de voorgaande partij, west: Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade, en noord: de armen van de Ade 3. Een elstwerfje met rietwal op de Kleipoel, groot omtrent 25 roeden, vrij van ongelden. Oost en noord: Cornelis Andriesz. Koeck, zuid: Cornelis Mourissen Vercade, en west: de Kleipoel 4. Een partij hooiland op Abbenes, na hermeting te verongelden voor 619 roeden. Oost: het Grote Meer (denkelijk het Haarlemmermer), zuid: Aris Krul, west: het Kagermeer, en noord: de Weledele Heren Hage Heemraden van Rijnland 5. Een partij teelland, gelegen aan 5 akkers in de Lijkerpolder, te verongelden voor 274 roeden (ambacht) en 280 roeden (polder). Oost: Theunis Gerritsz., zuid: de volgende partij, west: Hendrick Dammasz. Groen, en noord: Cornelis Claesz. Lelivelt 6. Een teelakker, gelegen in de Lijkerpolder, te verongelden voor 52½ roede (ambacht) en 100 roeden (polder). Oost: Cornelis Jansz. van Santen, zuid: de kinderen van Cornelis Gerritsz. van Egmont, west: Theunis Pietersz. in de Sevenhuijsen, en noord: de voorgaande partij Er wordt geen prijs genoemd in de transportakte. En het transport is vrijgesteld van de 40ste penning (wellicht was één en ander vanwege de recessie niets meer waard omdat de ongelden hoger waren dan de opbrengst?). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 475v). Gehuwd (1) met Pieter Willemsz. QUACKENBOS, landbouwer, overleden ±1699. Op 09-02-1700 passeert voor schout en schepenen van Alkemade de akte van vaderlijke erve ten behoeve van zijn zoon Willem Pietersz. Quackenbos. Zijn zoon krijgt: 1. Een weiland in de Aderpolder, te verongelden voor 2 morgen (ambacht). Oost: Louris Pietersz. van Weteringh, zuid: Crijn Willemsz. Quackenbos, west: Cornelis Willemsz. Quackenbos, noord: de Vaartsloot 2. Een teelakker in de Lijkerpolder, groot omtrent 150 roeden. Oost: Crijn Willemsz. Quackenbos, zuid: Jan Abrahamsz. van der Veer, west: de weduwe van Gerrit Cornelisz. van Egmont, en noord: Pieter Jansz. Burger 3. Een teelakker in de Lijkerpolder, groot omtrent 50 roeden (samen met 2. in het ambacht te verongelden voor 175 roeden). Oost: Dammas Henricxsz. Groen, zuid: Frans Theunissen den Haen, west: Lenert Dircxsz. den Boer, en noord: Crijn Pietersz. Graeff 4. 200 Zilveren ducatons, die door zijn moeder vóór 01-05-1700 betaald moeten worden aan zijn voogden 5. Alle kleren, linnen en wollen, die nog bij de moeder zijn Verder moet zijn nagelaten echtgenote (en moeder van zijn zoon), Aeghgen Willems van der Mij, de continuatie van de bouwerij en de huur van het huis afstaan aan de voogden van zijn zoon, die de 100ste penning op zich moet nemen. Aeghgen behoudt wel de koeien en verdere goederen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 8v (beschadigd)), zoon van Willem Jansz. QUACKENBOS en ? Gehuwd (2) met Aelbert Jansz. KRUL. Overleden vóór 13-06-1714. |
3. | Dirck Willemsz. (van der Mij), landbouwer te Oud-Ade (1680), overleden ±1708 te Oud-Ade. Overleden tussen 30-10-1704 en 06-06-1709. Hij liet minderjarige kinderen na (nomina nescio), wier voogden op 06-06-1709 waren: Jan Cornelisz. van Sijp en Claes Laurensz. Hoogendorp te Oud-Ade (zie ook opmerkingen bij Hoogendorp). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 275v). Hij is in het "kohier op het zoutgeld..." uit 1680 genoemd als kleine getaxeerde met een dienstbode en twee andere inwonenden (zijn zussen?). Er worden geen vrouw en kinderen genoemd. Op 04-11-1728 wordt door het secretariaat van Alkemade een akte pro deo afgegeven om het lijk van een kind van Pieter Dirkse van der Meij, overleden in Zevenhuizen (binnen Alkemade) te Warmond te mogen begraven. Wellicht is genoemde Pieter Dirkse van der Meij een zoon van deze Dirk? (bron: Gaarder Alkemade, AL-G9, folio 2). Gehuwd met ? Overleden op 30-10-1704 te Oud-Ade. Genoemde datum is die van de ontvangst van de impost (fl. 3:0:0) op het overlijden. |
1. | Teunis Pietersz. (zie 42). |
1. | Neeltie Jacobs (zie 43). |
2. | Aeghjen Jacobs, geboren te Warmond, overleden ±1705 te Roelofarendsveen. Overleden tussen 15-05-1703 en 27-01-1707. Gehuwd ±05-1699. In het register van huwelijkse bijlagen van Alkemade zit een schrijven d.d. 03-05-1699 van W. van Craenenburgh, bode van (denkelijk) Warmond, waarin deze verklaart dat op diezelfde dag de derde en laatste huwelijksproclamatie aldaar (te Warmond?) is gepasseerd. Echtgenoot is Cornelis Aelbertsz. RUIJGH, warmoezier te Roelofarendsveen (1699), geboren vóór 1670, overleden ±1705 te Roelofarendsveen. Overleden tussen 15-05-1703 en 07-05-1706. Op 07-05-1706 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) transporteren na openbare verkoop de voogden (Willem Bijman, Willem Euwoutsz., Jacob Sijmonsz. van Kints, Commer Cornelisz. van Thol en Jacob Jacobsz. Hofdijck) van zijn kinderen uit beide huwelijken (uit zijn eerste huwelijk is dan nog maar één kind in leven, doch ik weet niet welk) aan de broers Leendert Ariensz. Slick en Jan Ariensz. Slick te Roelofarendsveen: 1. Een huis, barg, schuur, boomgaard en erf op het noordeinde van Roelofarendsveen, te verongelden voor 380 roeden (ambacht) en 390 roeden (polder). Oost: de Veenwetering, zuid: de weduwe van Pieter Dircxsz. Peerboom, west: de volgende partij, en noord: de kinderen van Cornelis Aelbertsz. Ruijgh 2. Een partij weiland, gelegen als voren, te verongelden voor 2 morgen 100 roeden (ambacht) en 2 morgen 125 roeden (polder). Oost: de boomgaard van de voorgaande partij en de weduwe van Pieter Dircxsz. Peerboom met een boomgaard, zuid: de weduwe van Aris Lourensz. van Clinck, west en noord: Cornelis Cornelisz. Spruijt. Met expresse conditie dat de weduwe van Pieter Dircxsz. Peerboom de zes iepen die op de oostwal van dit weiland staan, naar haar goeddunken mag laten staan groeien. Tevens belast met onderhoud van 7½ roede kade in het eerste 50 no. 29. Koopsom: f 1.785 (waarvan f 985 gereed en de rest in de vorm van een custingbrief van f 800 tegen 3% intrest per jaar; de originele brief is op 01-05-1712 gequitteerd door Willem Euwoutsz.) plus f 44:12:8 rantsoen (gereed). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 198 en 199) Op 27-01-1707 compareren de voogden van zijn minderjarige kinderen uit beide huwelijken ter weeskamer van Alkemade om de akte van voogdij d.d. 25-05-1697 met zijn eerste vrouw (voor notaris Jacobus van Santen te Alkemade gepasseerd) en het testament d.d. 03-07-1699 met zijn tweede vrouw (gepasseerd voor notaris Johan den Blauwen te Leiden) te tonen, aangezien daarin de weeskamer uitgesloten wordt. De voogden zijn: Willem Willemse Bijman, Willem Eeuwitsen (Casteleijn), Jacob Sijmonsen van Kin(t)s, Commer Cornelijssen van Tol en Jacob Jacobse Hofdijck. (bron: NA, Weeskamer Alkemade, inv. 4 (film 11)) Op 04-02-1715 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) transporteren na openbare verkoop de voogden (Willem Willemsz. Bijman, Willem Euwoutsz. Kasteleijn, Jacob Jacobsz. Hofdijck en Jacob Sijmonsz. Spruijt) van zijn kinderen uit beide huwelijken aan Willem Pietersz. Koeck te Roelofarendsveen: 1. Een huis en erf te Roelofarendsveen in de Veenderpolder, te verongelden voor 250 roeden (ambacht en polder). Oost: de Veenwetering, zuid: Leendert Ariensz. Slick, west: de koper, en noord: Antjen Pieters van Weteringh en Cornelis Spruijt 2. Een partij teelland en koutland met zijn water, gelegen als voren, te verongelden voor 900 roeden (ambacht) en 2 morgen 288½ roede (polder). Oost: de koper en Antjen Pieters van Weteringh, zuid: Cornelis Spruijt, west: de weduwe van Jan Lourisz. en Willem en Jacob Rennitsz. van Clinck, en noord: Antjen Pieters voornoemd. Met onderhoud van kade en banwerk. Koopsom: f 1.245, waarvan f 45 gereed en de rest in de vorm van een rentebrief van f 1.200 tegen 5% intrest per jaar, te rekenen vanaf 01-05-1714. De hoofdsom is pas opeisbaar als de kinderen die nodig hebben. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 494 en 494v). Hij woonde op 03-05-1699 en 27-05-1701 te Roelofarendsveen. Op 27-05-1701 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) verkoopt hij aan Willem Euwoutsz. (Casteleijn) te Roelofarendsveen vijf aan elkaar liggende teelakkers in de Gogerpolder (te verongelden in het ambacht voor 1 morgen 275 roeden en in de polder voor 1 morgen 378 roeden). Belendingen: oost: Gerrit Cornelisz. van Egmont, zuid: de Langeweg, west: Aeghgen Cornelis van Egmont, en noord: de erfgenamen van Jan Joosten. Koopsom: f 625 gereed. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 63), zoon van Aelbert Cornelisz. RUIJCH, bouwman te Roelofarendsveen (1674), en Annetgen Dircxdr. PEEREBOOM, landbouwster te Roelofarendsveen (1680). Op 03-07-1699 (ze wonen dan te Roelofarendsveen) maken zij hun testament op voor notaris Johan den Blauwen te Leiden, waarin ze elkaar benoemen tot voogd over de eventuele kinderen van hen samen. Over de kinderen van Cornelis' eerste huwelijk worden als voogd benoemd: 1. Cornelis zelf 2. Jacob Sijmonse van Kints, zijn neef te Rijnsaterwoude 3. Commer Cornelisse van Tol, goede bekende buurman te Roelofarendsveen (bron: NA, Weeskamer Alkemade, inv. 4 (film 11)). |
3. | Jacob Jacobsz. Overleden na 27-01-1707. |
4. | Cornelia Jacobs. Overleden na 15-05-1703. Niet te verwarren met haar zus Neeltgen Jacobs Hofdijck! Gehuwd. Getrouwd vóór 08-02-1703. Partner is Jan Gerritsz. van den BOS. Overleden na 15-05-1703. Hij woonde op 08-02-1703 op de Vrouwevenne, destijds binnen het ambacht van Rijnsburg. |
1. | Petrus (Pieter) Jacobsz. BERKHOUT (zie 56). |
2. | Zijbert, gedoopt (RK) op 06-01-1696 te Wassenaar (getuige(n): Franqz (sic) Pieters en Huijbertie Pieters). |
3. | Japie, gedoopt (RK) op 05-12-1697 te Wassenaar (getuige(n): Jan Pieterse en Gritie Pieters). |
4. | Angela, gedoopt (RK) op 28-09-1700 te Wassenaar (getuige(n): Claes Pieters en Janneke Pieters). |
5. | Franciscus, gedoopt (RK) op 19-12-1701 te Wassenaar (getuige(n): Claes Franqz en Leuntie Cornelis). |
6. | Jan, gedoopt (RK) op 09-11-1703 te Wassenaar (getuige(n): Cornelis David en Neiltie Pieters). |
7. | Angela, gedoopt (RK) op 20-09-1705 te Wassenaar (getuige(n): Claes Pieterse en Janneke Pieters). |
8. | Petrus, gedoopt (RK) op 17-01-1707 te Wassenaar (getuige(n): Huijbertie Pieters en Claes Pieterse). |
9. | Petrus, gedoopt (RK) op 16-09-1710 te Wassenaar (getuige(n): Claes Pieterse van Beijere en Huijbertie Pieters). |
10. | Angela, gedoopt (RK) op 21-11-1711 te Wassenaar (getuige(n): Claes Pieterse en Jannetie Pieters). |
1. | Simon (Sijmen) Pieterse GROENEDIJK (zie 58). |
1. | Arij Jacobse (zie 60). |
1. | Aaltje Heijndrikse (zie 61). |
2. | Christianus, geboren te Zoeterwoude, gedoopt (RK) op 24-05-1684 te Zoeterwoude (getuige(n): Sier Korse en Jannitje Corsen (sic)). |
3. | Joannes, geboren te Zoeterwoude, gedoopt (RK) op 20-09-1686 te Zoeterwoude (getuige(n): Sier Korsen en Jannitje Korsen). |
4. | Maria, geboren te Zoeterwoude, gedoopt (RK) op 22-04-1689 te Zoeterwoude (getuige(n): Sier Corsen en Annitje Corsen). |
1. | Louris Cornelisz. HOGENDORP (zie 80). |
2. | Jan Cornelisz. HOGENDORP, overleden na 1688. Hij woonde in 1688 te Voorschoten. Gehuwd op 09-06-1648 te Voorschoten met N.N. |
3. | Leendert Cornelisz. HOGENDORP, overleden na 1688. Volgens J.D. Mulder te Hendrik Ido Ambacht in Gens Nostra, jaargang 59 (2004), blz. 568, overleden vóór 13-05-1683... Hij woonde in 1688 te Voorschoten. |
4. | Sijmon Cornelisz. HOGENDORP, overleden na 1688. Hij woonde in 1688 te Voorschoten. Gehuwd op 24-11-1654 te Voorschoten met N.N. |
5. | Leuntgen Cornelis HOGENDORP, overleden na 1688. Of "Leentge"? (bron: J.D. Mulder te Hendrik Ido Ambacht in Gens Nostra, jaargang 59 (2004), blz. 568) Ze woonde in 1688 te Voorschoten. |
6. | Maritgen (Maertgen) Cornelis HOGENDORP, overleden na 1688. Gehuwd op 24-05-1651 te Voorschoten met Leendert Jansz. van SWIETEN, overleden na 1688. Zij woonden in 1688 te Voorschoten. |
7. | Gerrit Cornelisz. HOGENDORP, overleden na 1688. Hij woonde in 1688 te Veur. Gehuwd op 31-01-1649 te Voorschoten met N.N. |
8. | Geertgen Cornelis HOGENDORP, overleden na 1688. Gehuwd op 20-04-1655 te Voorschoten met Mees Cornelisz. RIETVELT, overleden na 1688. Ze woonden in 1688 te Zoeterwoude. |
9. | Huijbertge. Gehuwd op 09-05-1649 te Voorschoten met N.N. |
1. | Machtelt Cornelisdr. (zie 81). |
1. | Willem Dircxsz. (van der Mij) (zie 82). |
2. | Neeltgen Dircxdr. (STOOF), geboren vóór 1623. Overleden vóór 05-06-1664. Gehuwd met Cornelis Gerritsz. van ZIJL. Overleden na 05-06-1664. |
3. | Jan Dircxsz. STOOF, geboren vóór 1623. Overleden vóór 05-06-1664, doch na zijn vader. Gehuwd met Machtelt Henricxdr. Overleden na 05-06-1664. |
4. | Aechgen Dircxdr. (STOOF), geboren vóór 1623. Overleden vóór 05-06-1664. Gehuwd vóór 1643 met Aem Jansz. van LEEUWEN, overleden ±1686 te Roelofarendsveen. Overleden tussen 1681 en 1687, waarschijnlijk vóór zijn twee kinderen. Zijn erfgenamen zijn: 1. De weduwe van Jan Aemsz. van Leeuwen 2. Pieter Jansz. Bickbergen, minderjarige zoon van Marijtgen Aems (bron: Kohier van de 100ste penning van Rijnland van 1687 (bewerking door P.W.C. van Kessel), folio 260) Op 30-09-1700 laten zijn drie kleinkinderen (Dirck Jansz. van Leeuwen, Jacob Jansz. van Leeuwen (zoons van wijlen Jan Aemen van Leeuwen) en Pieter Jansz. Bickbergen (zoon van wijlen Marijtgen Aemen van Leeuwen); allen wonende te Roelofarendsveen) voor notaris Jacobus van Santen te Oude Wetering een akte van procuratie passeren, waarin zij de eerzame Simon van Douderen, procureur te Leiden, machtigen om hen te vertegenwoordigen voor de vierschaar van Alkemade in de zaak die Claes Pietersz. nomine uxoris tegen hen heeft aangespannen (in hun hoedanigheid als erfgenamen van hun grootvader) om betaling te krijgen van f 450 met verloop van rente. Jacob tekent met een kruisje. De anderen met respectievelijk "Dirck Jansen van Leeuwen" en "Pijeter Jansen Bickbergen". (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 94, folio 357) Hij woont op 07-12-1637 te Alphen (aan den Rijn). Op die dag transporteert Cornelis Cornelisz. te Roelofarendsveen de eigendom van een zeker huisje, hooihuis en erf aan Aem. Dit huisje etc. staat te Roelofarendsveen en is te verongelden voor 60 roeden. De belendingen zijn: noord en oost: Sijmon Dircxz. Kints, zuid: Adriaen IJsbrantsz., en west: de Veenderdijk. De koper krijgt ook in eigendom de sloten ter oost- en zuidzijde van deze partij. De prijs bedraagt f 675, te betalen in drie termijnen, waarvoor Dirck Adriaensz. Stooff in Roelofarendsveen zich borg stelt. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 78, folio 101) Op 02-06-1642 (datum van de transportakte) koopt hij voor f 135 een teelakker van omtrent 75 roeden in de Veenderpolder (Alkemade) van Jan Willemsz. van Egmont. De belendingen zijn: oost: Lucas Lucasz., zuid: Engel Willemsz., west: Wouter Cornelisz., en noord: Pieter Pietersz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 79, folio 30v) Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1652 en 1656 bezat hij in Roelofarendsveen de volgende stukken land: 1. 60 Roeden, zijnde het erf waar zijn huis op staat, gekocht van Cornelis Cornelisz. Cooman 2. 25 Roeden, gekocht van Jan Willemsz. van Egmont 3. 225 Roeden, gekocht van Adriaen Cornelisz. (Craen) (niet in 1652) (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a en b) Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1668 en 1676 bezat hij in Roelofarendsveen de volgende stukken land: 1. 60 Roeden, zijnde het erf waar zijn huis op staat, gekocht van Cornelis Cornelisz. Cooman (wordt niet meer genoemd in 1676) 2. 25 Roeden, gekocht van Jan Willemsz. van Egmont 3. 225 Roeden, gekocht van Adriaen Cornelisz. Craen 3. 415 Roeden, gekocht van de kinderen van Willem Pietersz. Buijs (alleen in 1668) 4. 1 morgen 425 roeden, gekocht van Dirck Adriaensz. Stoof 4. 30 Roeden, gekocht van Adriaen Cornelisz. Craen, afgeboekt op Adriaen IJsbrantsz. (alleen in 1676) 5. 500 Roeden, gekocht van de erfgenamen van Pieter Willemsz. (alleen in 1676) (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Alkemade, inv.nr. 3406d en 3407a) In het "Kohier van het zoutgeld, etc" van Alkemade van 1680 wordt hij genoemd onder de "halve kapitalisten" te Roelofarendsveen. Een beroep is niet gegeven. Waarschijnlijk rentenierde hij al. Zijn "gezin" bestond toen uit hemzelf en een inwonende persoon. Zoon van Jan Cornelisz. van LEEUWEN. |
1. | Pieter Tonisz. (zie 84). |
2. | Willem Tonisz. Landbouwer te Rijpwetering, geboren te Ade, overleden 1670 te Rijpwetering. Overleden na 22-06-1670. Na zijn dood verhuurde zijn weduwe het boerenbedrijf in de Diepenhoeksepolder aan Jacob Pietersz. Krul. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet"). In 1661 woonde hij nog aan de Diepenhoek. Daarna verhuisde hij naar Rijpwetering waar hij een boerderij had in de Hertogspolder, die na zijn dood naar Leendert Jansz. den Boer ging (ik neem aan dat hiermee zijn schoonzoon Leendert Jansz. van Veen wordt bedoeld). (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet") Op 11-05-1668 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) verkrijgt hij door koop van Cornelis Jacobsz. Vercade op de Rijpwetering, twee hennepakkers in de Veenderpolder te Alkmade, te verongelden voor 530 roeden. De belendingen zijn: oost: de Nieuwesloot, zuid: Balten Jacobsz., west: Pieter Dircxsz. Weselenburch, en noord: Jacob Mathijsz. De koopsom bedraagt 1.075 karolusguldens in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 177v) Op 15-05-1668 treedt hij op als gekozen voogd van Maritgen Jansdr., ongehuwd en wonende te Oud-Ade, als zij voor schout en schepenen van Alkemade een huisje met erf, groot ±4 roeden, staande in Roelofarendsveen, overdraagt aan de heer Pieter van der Velde, doctor in de medicijnen te Leiden. De belendingen zijn: oost en noord: de weduwe van Jan Willemsz. van Dobbe, zuid: de koper, en west: de Veendijk. De koopsom bedraagt 500 karolusguldens in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 182v) Op 22-06-1670 wordt hij genoemd als huurder van een stuk land van 3 morgen 195 roeden in de Kleipoel in de Bakkerspolder (belendingen: oost: 's-Gravenwater, zuid: Cornelis van Scharpenbrant, notaris en procureur te Leiden, west: Maritgen Willemsdr., weduwe van Willem Jansz. van Egmont, en noord: Pieter Cornelis Pancraesz. en Maritgen Willemsdr. voornoemd), dat op die dag voor schout en schepenen van Alkemade door de collaterale erfgenamen van Cornelis Cornelisz. van Slingerlant, overleden te Leiden, wordt overgedragen aan Cornelis Engelsz. van Egmont, weesman van Alkemade en wonende in de Kaag. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 380) In het morgenbeoek van Alkemade van 1668 staan de volgende stukken land, gelegen te Rijpwetering, op zijn naam: 1. 5 Morgen, geërfd van zijn vader 2. 9 Morgen 300 roeden en 2 morgen 300 roeden, geërfd van zijn moeder 3. 517 Roeden 6 voet, gekocht van Cors Vercade In het morgenboek van 1676 (hij was toen reeds overleden) staan daar nog bij: 4. 1 Morgen 500 roeden en 115 roeden, afgeboekt op Cornelis Aelbertsz. 5. 380, 40 en 35 roeden, geërfd van Jan Dammasz. van Egmont (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1668 en 1676, inv.nr. 3406d en 3407a). Gehuwd met Grietgen Cornelis DIEPENHOECK, landbouwster te Rijpwetering (1680), geboren te Ade, overleden te Rijpwetering, begraven op 21-05-1696. De impost op het begraven bedroeg f 15. Ze wordt op 19-06-1675 genoemd (als weduwe van Willem Thonisz. van Wieringen) als belendster ten zuiden van een partij land in de Rondeboerspolder binnen Alkemade, die door Aelbert Jansz. van Egmont is verkocht aan Claes Willemsz. Keijser. De overige belendingen zijn: oost: de koper, west: Cornelis Jansz. van Sijp en noord: de 3 jonge kinderen van Pons Cornelisz. van Sijp. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 86, folio 214) In het morgenboek van Alkemade van 1676 staat op haar naam (als weduwe van Willem Thonisz. van Wieringen) en die van de kinderen van Pieter Thonisz. van Wieringen een stuk land op de Ade, te verongelden voor 3 morgen, dat ze hebben geërfd van Willem Pietersz. van Wieringen. En in Rijpwetering staan op haar naam stukken van respectievelijk 100 roeden, 2 morgen 400 roeden en 1 morgen 200 roeden, die ze geërfd heeft van haar vader. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1676, inv.nr. 3407a) In het "kohier van het zoutgeld, etc." van Alkemade van 1680 wordt zij (als de weduwe van van Willem Theunisz.) genoemd als "kapitaliste" te Rijpwetering, levende van de landbouw. Haar gezin bestaat uit haarzelf en vier kinderen ouder dan 10 jaar. Er zijn mij slechts twee dochters en een zoon bekend... (bron: "Tussen Kaag en Braassem", onder redactie van A.G. van der Steur, Alphen aan den Rijn, 1985), dochter van Cornelis Aelbertsz. DIEPENHOECK en Cuniertgen Jansdr. (van GENT). Op 03-11-1672 worden "de weduwe en kinderen van van Willem Thonisz. van Wieringen" genoemd als belenders ten zuiden van een stuk land in de Pieterspolder te Rijpwetering dat is nagelaten door Pons Cornelisz. van Sijp. De overige belendingen zijn: noord: weduwe en kinderen van Pons Cornelisz. van Sijp, oost: idem en Claes Willemsz. Keijser (oom en voogd van Teunis Pietersz. van Wieringen, zie daar), en west: Cornelis Jansz. van Sijp. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 86, folio 59) Op 21-11-1696 dragen hun twee dochters en hun echtgenoten drie kampen hooiland in de Polder Waterloos, samen groot 5 morgen 302 roeden (volgens de meting door landmeter Claes Arentsz. Coolevelt), over aan Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade. De koopsom bedraagt 910 karolusguldens. De belendingen zijn: oost: de kinderen van Nanningh Nanninghsz., zuid: Bartholomeus en Mathijs van Bijevelt en Jan Jansz. van Veen, west: Theunis Claesz. van Wieringen en "de Lijckjes tot Warmondt", en noord: Engeltgen Cornelis, Gerrit Crijnen Buijtelaer en de weduwe van Sijmon Arissen in de Kaag. Er is sprake van een kade (die kennelijk onderhouden moet worden ) "op den Hertoogh sijn sloot". (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 87, folio 391) De akte van scheiding en verdeling van hun nagelaten boedel en goederen passeert op 24-07-1697 voor schout en schepenen van Alkemade. Hun twee getrouwde dochters zijn hun enige erfgenamen. Leendert Jansz. van Veen als man van Maertgen Willems van Wieringen krijgt: 1. Een huis een erf met ±12 morgen weiland in de Sint Pieterspolder binnen Alkemade, belend door: oost: de Rijpwetering, zuid: Cornelis Jansz. van Egmont, Arien Jansz. van Veen en het Craijenbos, west: Leendert Jansz. van Veen, Doctor Petrus van de Velde en het Craijenbos, en noord: Willem Stouthandel 2. Twee hennepakkers in de Veenderpolder te Alkemade, te verongelden in het ambacht voor 518½ roede en in de polder voor 705 roeden, belend door: oost: de Nieuwesloot, zuid: Maria Lourens, west: Pieter Dircxsz. Weselenburgh, en noord: Jan Pieter Thijsz. Jan Theunisz. Soutlant als man van Niesgen Willems van Wieringen krijgt: 1. De helft van een huis en erf op de Koppoel in de Polder Waterloos, te verongelden voor 62 roeden 6 voet, belend in het geheel door: oost: de Koppoel, zuid: Pieter Dircxsz. den Boer, west en noord: Reijnout Jansz. Schuijn 2. Een partij hooiland in de Polder Waterloos, te verongelden in het ambacht voor twee morgen 150 roeden, belend door: oost: Maritgen Jans, zuid: de abdij van Leeuwenhorst, west: de weduwe van Sijmon Arissen, en noord: 's-Gravenwater 3. Twee stukken weiland in de Bakkerspolder bij Diepenhoek, te verongelden in het ambacht voor 4 morgen, belast met de verponding van het huis dat daarop gestaan heeft, belend door: oost: de heer Johan Groenendijck, secretaris te Leiden, zuid: de Kleipoel, west: Diepenhoek, en noord: Cornelis Gijsbertsz. van der Codde 4. Een partij weiland in de Willem Louwenpolder op de Ade, te verongelden in het ambacht voor 1½ morgen, belend door: oost: Cornelis Willemsz. Quackenbos, zuid: Pieter Dircxsz. den Boer, west: de Vaarsloot, en noord: de heer Nicolaes Tjerck 5. Een partij weiland in de Lijkerpolder, te verongelden in het ambacht voor 1 morgen 500 roeden en in de polder voor 1 morgen 568 roeden, belend door: oost: Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade, zuid: Jonkheer Roelof van Arckel, west en noord: 's-Gravenwater 6. Een teelakker in de Lijkerpolder, te verongelden in het ambacht voor 115 roeden en in de polder voor 130 roeden, belend door: oost en zuid: de armen van de Rijpwetering, west: Jan Abrahamsz. van der Veer, en noord: Jan Lenertsz. Hertoogh 7. Nog een teelakker in de Lijkerpolder, te verongelden in het ambacht en in de polder voor 100 roeden, belend door: oost: Isbrandt Fijnstoff, zuid: Frans Theunissen den Haen, west: Pieter Dircxsz. Weselenburgh, en noord: Arij Cornelisz. Erffoort 8. Nog een partij teelland in de Lijkerpolder, groot ±58 roeden, te verongelden in het ambacht voor 35 roeden en in de polder voor 86 roeden, belend door: oost: Cornelis Pietersz. Gaergelt, zuid: Pancraes Huijbertsz. van Poelthuijn, west: d'Ouwesloot, en noord: Cornelis Arissen de Graeff 9. Nog een perceel teelland in de Veenderpolder, groot ±234 roeden, belend door: oost: Matheus Bouwensz. Quandt, zuid: de erfgenamen van Dammas Cornelisz. Burger, west: Claes Sijmonsz., en noord: de kinderen van Cornelis Jansz. Schuijn 10. Nog een partij teelland in de Veenderpolder, groot 53 roeden, belend door: oost: de Heilige Geest van Rijnsaterwoude, zuid, west en noord: de kinderen van Cornelis Jansz. Schuijn 11. Nog een partij teelland in de Veenderpolder, groot 76 roeden, te verongelden in het ambacht voor 40 roeden, belend door: oost: de Kerksloot, zuid: Willem Willemsz., west: de kinderen van Michiel Jansz., en noord: Jan Jacobsz. van der Linde (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 87, folio 412v en GA Alkemade, Particulier Archief, P-143 (transriptie)). |
1. | Jan Cornelisz. van der STEECH, geboren ±1628. Overleden na 03-09-1688. Ook wel: Steechman en Van Leeuwen. Hij erfde van zijn moeder een leen afhangende van de hofstede van Oud Alkemade, zijnde een stuk weiland van 1.100 roeden in de Noordpolder achter de Kaag ("op Balgerijt"). Het kwam volgens het leenrepertorium op 10-07-1661 (hij was toen 33 jaar oud) op zijn naam te staan. Zie ook de opmerkingen bij de boedelscheiding van zijn ouders. Hij droeg het leen op 03-09-1688 over aan Claes Willemsz. Keijser. (bron: OV, jaargang 277, pag. 244/245). |
2. | Annetgen Cornelisdr. van der STEECH (zie 85). |
3. | Pietertgen Cornelisdr. van der STEECH, geboren vóór 1640. Overleden na 07-06-1663. Ze was op 22-11-1660 nog ongehuwd, doch meerderjarig. Haar gekozen voogden (ter zake van de boedelscheiding van haar ouders) waren haar oom Pieter Lenaertsz. en haar neef Jan Jacobsz. Hoogertuijn. Op 04-09-1661 was ze nog steeds ongehuwd. Gehuwd. Getrouwd vóór 07-06-1663. Partner is Claes Willemsz. KEIJSER, scheepstimmerman te Rijpwetering (1674). Overleden na 03-09-1688. In het "Kohier van het Familiegeld van de Dorpen van Rijnland 1674" (bewerking door o.m. P.W.C. van Kessel) wordt hij genoemd als scheepstimmerman te Rijpwetering. |
1. | Trijntgen Cornelis (zie 87). |
2. | Cornelis Cornelisz. Overleden vóór 1703. |
3. | Jacob Cornelisz. Overleden ±1702 te Vrouwevenne (nu binnen Alkemade, destijds vallende onder het ambacht van Rijnsburg). Overleden vóór 08-02-1703 (datum van akte van voogdij voor schout en weesmeesters van Rijnsburg betreffende de erfportie van de minderjarige Maria Theunis van Wieringen). Hij overleed zonder nageslacht. Zijn erfgenamen ab intestato waren: Jacob Jansz. Teijlingerbroeck, zoon van Jan Cornelisz. Teijlingerbroeck, en de kinderen en het kleinkind (Marijtgen Theunis van Wieringen, vide supra) van Trijntgen Cornelis Teijlingerbroeck. Genoemde erfgenamen verkochten in die kwaliteit op 15-05-1703 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) aan Jacobs Jansz. van Veen, wonende in Vrouwevenne (onder het ambacht van Rijnsburg) een stuk hooiland in de Veenderpolder, te verongelden voor 2 morgen in het ambacht van Alkemade. Belendingen: zuid: de erfgenamen van Heer Henrick Schilders, west: Henrick van Starrenburgh, noord: de abdij van Rijnsburg, en oostwaarts "snieps uitlopende". Met onderhoud van kade. Koopsom: f 650 in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 109) Bewerking weesboek B van Rijnsburg door J.B. Glasbergen (internet): "051. 08-02-1703. Jan Gerritsz van den Bos, wonende in het Lageland op de Vrouwevenne, verklaart dat Jacob Cornelisz Teijlingerbroeck is overleden zonder in de voogdij te hebben voorzien. Hij verzoekt de weeskamer een voogd aan te wijzen over de 10-jarige Maartje Teunisdr van Wieringen, nagelaten dochter van Neeltje Jacobs Hofdijck, die een dochter was van Trijntje Cornelisdr Teijlingerbroeck, een zuster van de overledene, en derhalve diens erfgename ab intestato. Aangesteld worden Jacob Jacobsz Hofdijck en Jan Gerritsz van den Bos, ooms van moederszijde.". Hij was erfgenaam ab testamento van zijn broer Cornelis Cornelisz. Teijlingerbroeck. |
4. | Jan Cornelisz. Bouwman te Warmond (1674), overleden vóór 1703. Overleden vóór zijn broer Jacob Cornelisz. Teijlingerbroeck. Hij was in 1674 bouwman te Warmond. (bron: Kohier van het familiegeld, dorpen van Rijnland 1674, bewerking door "Cursisten Oud Schrift"). |
1. | Neeltie, gedoopt (RK) op 12-08-1669 te Wassenaar (getuige(n): Wouter Corn: van Noort en Maertie Wouters). |
2. | Jacob Pietersz. (zie 112). |
3. | Wouter, gedoopt (RK) op 01-08-1675 te Wassenaar (getuige(n): Jan Ariesz. Swanenburch en Cornelia Wouters). |
4. | Margareta, gedoopt (RK) op 12-07-1677 te Wassenaar (getuige(n): Cornelis Ariesz. en Maertie Jacobs). |
1. | Aeltje Pieters (zie 113). |
1. | Jacob Pietersz. (zie 120). |
2. | Aaltjen Pietersdr. Geboren te Voorschoten, overleden na 1687. Gehuwd op 25-01-1678 te Voorschoten met Arie Jansz. PARIDON, bouwman en schepen van Voorschoten, overleden na 1687, zoon van Jan Adriaensz. PARIDON en Niesje Cornelisdr. van NOORT. Ze woonden in 1687 te Voorschoten. |
3. | Jan Pietersz. Bouwman te Voorschoten, geboren te Voorschoten, overleden vóór 1713 te Voorschoten. Hij was na zijn huwelijk enige jaren burger van 's-Gravenhage. (bron: Th.P. van Zijl, Kwartierstaat Van Zijl/Van Gaalen, 1994). Gehuwd op 19-09-1677 te Voorschoten met Claesje Cornelisdr. HAM, overleden op 01-06-1734 te Voorschoten. Volgens het kohier van de 100ste penning van Rijnland van 1718 (bewerking door P.W.C. van Kessel), zou zij "Claesgen Jans" heten... Dochter van Cornelis Pietersz. HAM en Nelletgen Gerritsdr. Ze woonden in 1687 te Voorschoten. |
4. | Dirck Pietersz. Overleden na 1687. Gehuwd met ? Overleden na 1687. Ze woonden in 1687 te Voorschoten. |
5. | Maertgen Pieters, overleden na 1687. Ze woonde in 1687 te Voorschoten en was (denkelijk) ongehuwd. |
6. | Leendert Pietersz. Overleden vóór 1687. Hij had in 1687 één (wees)kind. |
7. | Pieter Pietersz. Overleden na 1687. Hij woonde in 1687 te Warmond. (bron: Kohier van de 100ste penning van Rijnland van 1687 (bewerking door P.W.C. van Kessel)). |
1. | Maertgen Ariensdr. (zie 121). |
1. | Machtelt Sijmonsdr. (zie 161). |
1. | Cornelis Claesz. (zie 162). |
1. | Ariaentgen Willemsdr. (zie 165). |
2. | Pieter Willemsz. Overleden ±1638. Ene "Lenert Jan Meeusz." (in de index van het protocol van opdrachten etc. staat: "Lenaert Jansz. Castileijn"!) koopt op 02-03-1639 (datum van de transportakte) een perceeltje hooiland in de Grietpolder van Leimuiden (oost: Jacob Willemsz., zuid: de weeskinderen van Neeltgen Claesdr., west: Cornelis Fransz., en noord: 't Griet), te verongelden voor 500 roeden, voor f 400 (te betalen op 5 Sint-Jacobsdagen, vanaf 1639, waarvoor Cors Pietersz. Decker (ook wel: Rietdecker), wonende te Rijnsaterwoude, zich borg stelt), van de weduwe (Neeltgen Cornelisdr.) en de erfgenamen van Pieter Willemsz. van Heijningen, in zijn leven woonachtig aan de Oockweg te Leimuiden. Neeltgen Cornelisdr. wordt geassisteerd door de lakenkoper Louris Pietersz. Bloemius. De erfgenamen van Pieter Willemsz. van Heijningen (die kennelijk kinderloos is overleden) zijn: 1. Claes Willemsz. van Heijningen 2. Gerrit Roelofsz. Lijndraeijer x Fijtgen Willemsdr. 3. Huijch Claesz. x Anna Willemsdr. 4. Ghijsbert Jacobsz. x Grietgen Willemsdr. 5. Dirck Adriaensz. Stooff x Arijaentgen Willemsdr. 6. Jan Pietersz. voor zijn moeder Imittgen Willemsdr., weduwe van Pieter Bouwensz. 7. Jan Simonsz. van Vliet als grootvader en voogd van Jannetgen Cornelisdr., nagelaten weeskind van Jans overleden zoon Cornelis Jansz. van Vliet 8. Louris Pietersz. Bloemius en Dirck Adriaensz. Stooff als het recht verkregen hebbende van Ghijsbert Jansz. van Vliet 9. Lenert Cornelisz. x Hilgont Jansdr. (7 t/m 9 zijn kinderen van wijlen Hilgont Willemsdr., in haar leven vrouw van Jan Simonsz. (van Vliet) 10. Ghijsbert Jansz. op de Vrije Hoeff als oom en voogd van de kinderen van wijlen Marritgen Willemsdr. Opmerkelijk zij nog dat bovengenoemde weduwe en erfgenamen op dezelfde datum 2 rietakkers in de Grietpolder verkopen aan Cors Pietersz. Rietdecker te Rijnsaterwoude voor f 150, waarvoor Lenaert Jan Meeusz. borg staat. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 6, folio 141v t/m 145). Hij woonde aan de Oockweg te Leimuiden. Gehuwd met Neeltgen Cornelisdr. Overleden na 02-03-1639. Er waren geen kinderen uit dit huwelijk, tenzij overleden vóór 02-03-1639. |
3. | Claes Willemsz. Overleden na 02-03-1639. |
4. | Fijtgen Willemsdr. Overleden na 02-03-1639. Gehuwd vóór 1639 met Gerrit Roelofsz. LIJNDRAEIJER. Overleden na 02-03-1639. Mogelijk de vader van Willem Gerritsz. Lijndraijer, wonende aan de westzijde van de Oude Wetering, die volgens het morgenboek van Leimuiden van 1660 in het ambacht van Leimuiden 175 roeden land bezit. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Leimuiden, inv.nr. 5551b). |
5. | Anna Willemsdr. Overleden na 02-03-1639. Gehuwd vóór 1639 met Huijch Claesz. Overleden na 02-03-1639. |
6. | Grietgen Willemsdr. Overleden na 02-03-1639. Gehuwd vóór 1639 met Ghijsbert Jacobsz. Overleden na 02-03-1639. |
7. | Hilgont Willemsdr. Overleden vóór 02-03-1639. Gehuwd vóór 1610. Grove aanduiding. Op 02-03-1639 waren hun kinderen al volwassen of overleden met achterlating van kinderen. Echtgenoot is Jan Simonsz. van VLIET. Overleden na 02-03-1639. |
8. | Marritgen Willemsdr. Overleden vóór 02-03-1639. Ze liet kinderen na, wier voogd op 02-03-1639 hun oom Ghijsbert Jansz. op de Vrije Hoeff was. |
1. | Willem Pietersz. Grutter te Aalsmeer, geboren ±1593, overleden ±1666 te Aalsmeer. Overleden tussen 20-11-1665 en 08-05-1666. Kennelijk liet hij geen kinderen na, want zijn achterneef- en nicht Thonis Jansz. van Doesdorp en Machtelt Jansdr. van Doesdorp zijn erfgenamen van hem. Zo blijkt uit een transportakte gepasseerd voor schout en schepenen van Alkemade op 04-05-1670. Daarin dragen de Janskinderen Doesdorp als erfgenamen van Willem de helft van een partij land op de Ade, te verongelden in het geheel voor 4 morgen 250 roeden, over aan de weduwe en kinderen van Pieter Quiringhsz. van Wieringen, die reeds de andere helft bezitten. De belendingen zijn: oost: de weduwe van Louris Jacobsz. Ruijch, zuid: Jan Adriaensz., west: de erfgenamen van Dirck Jacobsz. Ruijch, en noord: de weduwe van Cornelis Pietersz. van Wieringen. Het land is belast met f 3 pacht per jaar, toekomende aan de kerk of de armen van Warmond. De koopsom bedraagt 1.800 karolusguldens in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 434) Op 07-05-1669 worden zijn in Alkemade gelegen nagelaten goederen bij "blinde loting" voor notaris Doublet te Aalsmeer verdeeld onder zijn broers Claas en Cornelis en de kinderen van zijn vooroverleden broers Quirijn en Teunis. Huis, werf, schuur en gruttermolen aan de Kerkbrugge te Aalsmeer waren toen al verkocht aan Cornelis Willemsz. Noomen (ter financiering leende hij in 1669 f 1.200 en in 1672 f 1.600), die het doorverkocht aan Willem Gerritsz. Boon op 10-05-1674 (het was toen nog bezwaard met een hypotheek van f 1.200). (bron: Th.J. van Wieringen in "Wyerings Erfgoet"). Hij woonde op 26-02-1633 en 30-05-1644 te Aalsmeer. Volgens Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet" woonde hij "over de Kerckbrugge". Hij erfde van zijn vader onder meer een kampje land, ter grootte van omtrent 3 morgen, gelegen achter de Ade. Hij verkreeg op 12-07-1629 (hij was toen 36 jaar) door de dood van zijn moeder Trijntien Claesdr. de helft van drie morgen land op de Ade, genaamd de Dobbecamp, zijnde een leen afhangende van de Hofstad (Oud)-Alkemade te Warmond. (bron: OV, jaargang 1977, p.260) Op 26-02-1633 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) koopt hij voor f 2.300 van Juffrouw Magdalena van Dam (ongehuwd) te Haarlem en Catarina van Ancker als erfgenamen van hun grootvader IJsbrant Starck een partij weiland op de Ade, met als belendingen: oost: de Ade, zuid: Willem zelf, west: de Molensloot, en noord: Lenaert Pietersz. en Adriaen Gijsen c.s. Voor het lopende jaar 1633 is de partij voor f 60 verhuurd aan de voorzeide Adriaen Gijsbertsz. en Lenaert Pietersz. Van de procuratiehouders van de verkoopsters ontvangt Willem een brief van 30-11-1583 waarin de condities staan waaraan hij als nieuwe eigenaar is gehouden. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 138) Op 30-05-1644 draagt hij voor schout en schepenen van Alkemade aan zijn broer Quijrijn Pietersz. van Wieringen, wonende op de Ade, een partij hooiland genaamd "Bolvelde", groot omtrent 2½ morgen en gelegen achter de Ade in de Aderpolder, over. De belendingen zijn: oost: de Molensloot, zuid: Willem zelf, west: Quijrijn, en noord: Willem Lenaertsz.en Jan Henricxz. De koopsom bedraagt f 2.150. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 79, folio 197) Hij wordt in een akte van boedelscheiding d.d. 19-06-1654, betreffende de nalatenschap van Gerrit Thonisz., overleden op de Ade, genoemd als belender ten noorden van een partij land in de Buurterpolder van de Ade (deze partij land is toebedeeld aan Pieter Cornelisz. Cluijt, man van Maritgen Thonisdr.). De overige belendingen zijn: oost: Tijs Pietersz., zuid: Pieter Cornelisz. Cluijt, en west: de weduwe van Cornelis Mouringsz. Louwen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 50v) Hij wordt in een transportakte d.d. 07-09-1654, betreffende de verkoop van 2/3 van een weiland van 717 roeden op de Ade door Jan Leendertsz., scheepmaker op de Ade, aan zijn broer Willem Leendertsz. (die het resterende derde deel al bezit), genoemd als belender ten noorden (zie ook opmerkingen bij zijn broer Quijring betreffende de boedelscheiding van Lenaert Jansz. d.d. 30-05-1644). De overige belendingen zijn: oost: Cornelis Leendertsz., zuid: het weeskind van Cornelis Pietersz., en west: Marrijtgen Pietersdr. en Cornelis Jacobsz. Ruijch. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 119v) Op 30-04-1663 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) koopt hij voor f 515 van Jan Dircxsz., Jasper Joppen (als man van Marritgen Dircxdr.), Jacob Dircxz., Gerrit Hendrixsz. (als man van Neeltgen Dircxdr.), Hendrick Dircxsz. en Engeltgen Dircxdr. een partij land in de Aderpolder (grootte wordt niet vermeld; verwijzing naar morgenboek), belend door: oost: Jan Adriaensz c.s., zuid en west: de Coohe(??) (er staat nog iets achter "ten lesten eens weerseinde" o.i.d.), en noord: Neeltgen Jansdr., weduwe van Jan Cornelis Tijsz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 84, folio 21v) Op 08-05-1666 verkreeg door zijn dood zijn broer Claes Pietersz. van Wieringen de helft van drie morgen land op de Ade, genaamd de Dobbecamp, zijnde een leen gehouden van de Hofstad (Oud)-Alkemade te Warmond. (bron: OV, jaargang 1977, p.260) Hij verkocht vóór 1656 1 morgen 300 roeden land te Oude Wetering aan Jacob Cornelisz. Spruijt. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406b t/m 3407a) Hij verkocht 50 roeden land op de Ade aan Louris Jacobsz. Ruijch. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1668, inv.nr. 3406d) In het morgenboek van Alkemade van 1652 staan de volgende hoeveelheden land op de Ade op zijn naam: 1. 3 Morgen, geërfd van zijn vader 2. 6 Morgen, idem, waaruit 2½ morgen verboekt op zijn broer Quijrijn Pietersz. 3. 4½ Morgen, gekocht van Neeltgen Jacobsdr., laatst weduwe van Cornelis Aelbertsz. Cap op de Ade, waaruit 50 roeden verboekt op Louris Jacobsz. Ruijch 4. 3 Morgen, gekocht van Madlena van Dam en de erfgenamen van IJsbrant Starck In de morgenboeken van Alkemade van 1656 en 1660 staan de volgende hoeveelheden land op de Ade op zijn naam: 1. 3 Morgen, geërfd van zijn vader 2. 4 Morgen 200 roeden, gekocht van Neeltgen Jacobsdr., weduwe van Cornelis Aelbertsz. 3. 3 Morgen, gekocht van Madlena van Dam 4. 385 Roeden, gekocht van de weduwe van Lenert Pietersz. Broer 5. 3½ morgen, geërfd van zijn vader In het morgenboek van Alkemade van 1668 staan, hoewel hij toen reeds overleden was, de volgende hoeveelheden land op de Ade op zijn naam: 1. 3 Morgen, geërfd van zijn vader 2. 4 Morgen 250 roeden, gekocht van Neeltgen Jacobsdr., laatst weduwe van Cornelis Aelbertsz. 3. 3 Morgen, gekocht van Maddalena (sic) van Dam en de erven IJsbrant Starck 4. 375 Roeden, gekocht van de weduwe van Lenert Pietersz. Broer 5. 3½ morgen, geërfd van zijn vader 6. ...(niet genoteerd), gekocht van Adriaen Ghijsbertsz. en Ditck Henricxz. In het morgenboek van Rijnsaterwoude van 1640 staan op naam van Pieter Cornelisz. Keijsser (te Oude Wetering) en Willem Pietersz. van Wieringen 7 morgen 100 roeden land. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571a). Gehuwd (1) vóór 1616 met Geertgen Sijmonsdr. Overleden vóór 1628. Volgens het hoofdgeld van 1622 (folio 1046) zijn er dan twee kinderen uit dit huwelijk (Jannetge en Maritgen). Daarnaast hebben zij een kostkind in huis, genaamd Maritgen Jacobsdr., een dienstmeid (Annetgen Cornelisdr.) en een knecht (Aelbert IJsbrantsz.). In 1628 is er nog één kind in leven, dat haar vader niet overleeft. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet"). Gehuwd (2) 1628. Zij laten voor notaris Schout te Haarlem huwelijkse voorwaarden opstellen, waarin (onder meer) wordt geregeld dat zijn voorkind, indien Willem als eerste overlijdt, een bedrag van f 2.000 uit de boedel zal krijgen naast de helft van de rest van de nalatenschap (die gedeeld moet worden met Immetje). (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet") met Immetje Cornelisdr. BURGER. Zij verkocht vóór 1668 207 roeden land op de Goog aan Jan Aeldertsz. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade 1668 en 1676, inv.nr. 3406d en 3407a) Ze had vooral onroerende goederen onder Schalkwijk. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet"), dochter van Cornelis BURGER. Op 20-11-1665 laten zij voor notaris Doublet te Aalsmeer een (nieuw) testament op de langstlevende opstellen, waarin (onder meer) wordt vastgelegd dat indien Willem als eerste overlijdt, Immetje naast haar eigen goederen ook enige stukken land aan het Stommeertsewegje te Aalsmeer zal krijgen. Er is dan geen sprake meer van een voorkind van Willem. Op 22-06-1666 worden voor notaris Brasser te Leiden de onroerende goederen van Immetje zeer gedetailleerd op papier gezet. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet"). |
2. | Quiering (Quirijn) Pietersz. Schepen van Alkemade (1628-1629) en landbouwer op de Ade, geboren ±1596, overleden ±1649 te Ade. Op 16-02-1650 wordt voor schout en schepenen van Alkemade de akte van scheiding en verdeling van zijn boedel en goederen opgemaakt. Zijn vrouw Huijbertgen Jansdr. (Croon) krijgt: 1. Een huis en erf, waar zij woont, met al het getimmerte en het land erachter, groot in totaal 2 morgen 300 roeden, gemeen liggende met de 4 morgen die haar zoon Pieter Quijringsz. van Wieringen is toebedeeld (vide infra). 2. Een huisje en erfje, gelegen naast 1. op de Ade, met als belendingen (in het geheel): oost: Dirck Dircxsz., Huijbert Lenaertsz., Pieter Cornelisz. en Marritgen Gerritsdr., zuid: Claes Pietersz. van Wieringen, west: Cornelis Pietersz. van Wieringen en Pieter Cornelisz. Cluijt, en noord: 's-Gravenwater (genaamd "de Buijrt") 3. Een partij land, genaamd " de Bollevelden", groot 2 morgen 300 roeden, gelegen op de Ade, met als belendingen: oost: het Schoeland, zuid: Willem Pietersz. van Wieringen, west: Jan Corsz. (van Doesdorp) met zijn aanbedeelde partij (vide infra), en noord: Willem Lenaertsz. 4. Een partij land van 1.450 roeden in de Kagerpolder met als belendingen: oost: Huijbertgen Foijten, zuid: Pieter Cornelisz. Steechman, west: de erfgenamen van Jan Cornelisz. Corffgen(?), en noord: de Zijdesloot 5. Een partij kennipland (hennepland) op de Rijt, met als belendingen: oost en zuid: Cornelis Pietersz. (van Wieringen?), west: Claes Pietersz. (van Wieringen?), en noord: Aeltgen Mouringsdr., weduwe van Lenaert Henrijcxz. 6. Alle koeien, schuiten, hooi, huisraad, inboedel (zowel tot de bouwerij als de huishouding behorende); verder alle roerende goederen, actiën en schulden, etc., niets uitgezonderd. Jan Corssen van Doesdorp, als echtgenoot van wijlen Jannetgen Quijringsdr. van Wieringen, krijgt: 1. De 1.500 gulden die hij reeds uit de boedel gehad heeft bij zijn huwelijk. 2. Een partij land, genaamd de Biekamp, groot 2 morgen 300 roeden, gelegen op de Ade, met als belendingen: oost: Huijbertgen Jansdr. met "de Bollevelden" (vide supra), zuid: Willem Pietersz., west: de Dobbesloot, en noord: Corsgen Pietersdr., weduwe van Lenaert Pietersz. Broer. Huijbertgen Jansdr. heeft recht op overpad en "ten dienste van de Bollevelden". En samen met voornoemde Huijbertgen Jansdr. en Willem Pietersz. van Wieringen moet hij de "schotdeur" tussen de hun drieën toebehorende 9½ morgen land onderhouden. 3. Nog eens 250 gulden die hij op 01-05-1650 zal ontvangen Pieter Quijringsz. krijgt: 1. Vier morgen land aan de werf van het huisje hiervoor genoemd bij Huijbertgen Jansdr. (zijn moeder). 2. Een som van 50 gulden uit de boedel. Verder zal Huijbertgen haar zoon behoorlijk moeten opvoeden tot zijn 20ste verjaardag. (bron: GA Alkemade, Particulier Archief, transcriptie door Stichting Oud Alkemade). Als schepen van Alkemade tekent hij met "Quiering Pieterß" (één keer met de achternaam "Van Wieringen" erbij). De voornaam verschijnt ook als "Quijring" en "Quiringh". Hij woonde al op 28-02-1632 op de Ade. Op 28-02-1632 (datum van de transportakte) koopt hij van Lenaert Jeroensz. Spruijtwater, net als Quirijn wonende op de Ade, een hennepakker, te verongelden voor 50 roeden, gelegen op de Rijt. Belendingen: oost: Claes Pietersz. van Wieringen, zuid: Pancraes Cornelisz., west: Dirck Jacobsz. Ruijch, en noord: Lenaert Dircxz. Bont. Koopsom: f 199. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 76, folio 59v) Op 30-05-1633 (datum van de transportakte) verkoopt hij aan Dirck Jacobsz. Ruijch, net als Quirijn wonende op de Ade, een hennepakker (die bedoeld is in de voorgaande alinea), te verongelden voor 50 roeden, gelegen op de Rijt. Belendingen: oost: Claes Pietersz. van Wieringen, zuid: Pancraes Cornelisz., west: de koper, en noord: Lenaert Dircxz. Bont. Koopsom: f 210. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 76, folio 177v) Hij is op 30-05-1644 samen met Jan Mouringhsz. gekozen voogd van Aeffgen Pietersdr. (wellicht een zus van hem?), weduwe van Lenaert Jansz., die overleden is op de Ade, ter zake van de boedelscheiding van laatstgenoemde Lenaert Jansz., die uit zijn eerste huwelijk met Weijntgen Aelbertsdr. vijf volwassen zoons (Willem, Cornelis, Jan, Huijbert en Dammas Lenaertssoonen) en één dochter (Marritgen Lenaertsdr., getrouwd met Jan Henrijxz.) naliet. De kinderen krijgen onder meer een huis met erf en land, te verongelden voor 1.100 roeden, gelegen in de Aderpolder achter Cornelis Mathijsz., belend door: oost: de Ade, zuid: de weduwe van Cornelis Bouwensz. c.s., west: Willem Pietersz. van Wieringen, en noord: het Schoeland. Aeffgen mag er evenwel de rest van haar leven blijven wonen. Voorts krijgen de kinderen nog een stuk hooiland van 700 roeden op de Oosterpoel in Alkemade en een hennepakker van 100 roeden in de Lijkerpolder. De rest mag Aeffgen behouden. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 79, folio 218v) In het morgenboek van Alkemade van 1652 staan de volgende stukken land op de Ade op zijn naam: 1. 5 Morgen, geërfd van zijn vader 2. 82 Roeden, zijnde de woning gekocht van Dirck Cornelisz. 't Haentgen 3. 4 Morgen, geërfd van zijn moeder 4. 100 Roeden, geërfd van zijn moeder 5. 500 Roeden, gekocht van de weduwe van "Groote Dirck" 6. 1 Morgen 250 roeden, gekocht van de erfgenamen van Aefgen Crijnendr. in de Kaag 7. 38 Roeden, gekocht van Tonis Pietersz., zijn broer 8. 2 Morgen 300 roeden, gekocht van Willem Pietersz., zijn broer (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406c). Gehuwd vóór 1634 met Huijbertgen (Bregje) Jansdochter (CROON), landbouwster op de Ade, geboren te Hillegom, overleden 1659. Op 19-01-1660 behandelt de schepenbank van Alkemade een zaak tussen de familie Van Wieringen en Jannetgen Pietersdr. Waterstroom (alias Quackenbosch), die dienstbode was van Huijbertje Jansdr. Na dier overlijden wensen haar zoon Pieter Quijringsz. van Wieringen en de voogden van de kinderen van Jannetje Quijringsdr. van Wieringen geen gebruik meer te maken van de diensten van de dienstbode. Laatstgenoemde gaat daarmee niet akkoord, omdat ze voor een jaar in dienst genomen zou zijn tegen een loon van 16 gulden en nog enige goederen, waaronder drie dundoekse mutsen. Bijgestaan door haar oom Willem Jansz. Quackenbosch eist de dienstbode van de erfgenamen uitbetaling van de 16 gulden en de drie mutsen, die eventueel vervangen mogen worden door een bedrag van f 2,50. De gedaagden verschijnen niet op de rechtdag en de dienstbode wordt in het gelijk gesteld. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet", met verwijzing naar Dingboek 59). Haar gekozen voogden ter zake van de boedelscheiding (akte d.d. 16-02-1650) van haar overleden man Quirijng Pietersz. van Wieringen waren haar broers Gerrit Jansz. Croon en Henrick Jansz. Croon. (bron: GA Alkemade, Particulier Archief, nr. P-42, transcriptie door Stichting Oud Alkemade) In de morgenboeken van Alkemade van 1656 en 1660 staan de volgende stukken land op de Ade op haar naam (als weduwe van Quiringh Pietersz, van Wieringen): 1. 5 Morgen, geërfd van Quiringhs vader 2. 82 Roeden, zijnde de woning gekocht van Dirck Cornelisz. Thoentgen 3. 4 Morgen, geërfd van Quiringhs moeder 4. 100 Roeden, geërfd van Quiringhs moeder 5. 500 Roeden, gekocht van Cornelis Gerritsz. Croon, als getrouwd hebbende de weduwe van "Grote Derck" 6. 1 Morgen 250 roeden, gekocht van de erfgenamen van Aefgen Crijnendr. in de Kaag (nog niet vermeld in 1656) 7. 38 Roeden, gekocht van Tonis Pietersz. 8. 2 Morgen 300 roeden, gekocht van Willem Pietersz., Quiringhs broer (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406c) Wellicht is zij ook de "weduwe van Crijn Pietersz." die in 1652, volgens haar eigen bekentenis, 33 roeden land bezat op de Ade. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a), dochter van Jan Henricx CROON en Aechie Gerritsdr. |
3. | Tonis Pietersz. (zie 168). |
4. | Claes Peetersz. Landbouwer op de Ade en schepen van Alkemade (1636-1637), geboren ±1605 te Ade, overleden 1673. In ieder geval overleden tussen 08-05-1666 en 05-12-1673. Als schepen van Alkemade tekende hij met "Claes Peetersz. van Wieringen", hoewel zijn patroniem meestal als "Pietersz." wordt weergegeven. Hij woonde op 11-04-1645, 09-08-1655 en 15-05-1659 op de Ade. Zijn woning grensde aan de zuidkant aan "'s-Gravenwater" (volgens Th.J. van der Poel zou hiermee het Haarlemmermeer worden bedoeld, maar volgens mij bedoelt men de Ade). (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet") Op 11-04-1645 bekennen voor schout en schepenen van Alkemade de fidei-commissaire erfgenamen (Pieter, Andries, Claes en Meester Johan Jeroensz. van der Aa, Jannetgen Jeroensdr. van der Aa, getrouwd met Joris van der Maerchs, en Gertruijt Jeroensdr. van der Aa, weduwe van Gerrit Cornelisz. van Leeuwen) van Jannetgen Pietersdr., in haar leven laatst weduwe van Meester Willem Frederixsz. van Assendelft, aan Claes Pietersz. van Wieringen te hebben verkocht en dragen zij deze wettelijk over: 1. Een "schone weldoortimmerde" huizing, schuur, barg, erf, boomgaard, "poting en planting", met een partij land, gelegen op de Ade, groot 2 morgen 117 roeden. De belendingen zijn: noord; Willem Jansz., west: de volgende partij, oost: Pieter Willemsz. Burger, en zuid: de Ade 2. Een partij weiland op de Ade, groot 2 morgen 166 roeden, belend door: oost: de voorgaande partij, zuid: de Kever, west: de comparanten, Willem Lenaertsz. c.s. en de koper met de volgende partij, en noord: Pieter Cornelisz. Cluijt 3. Een partij weiland op de Ade, groot omtrent 400 roeden. Belendingen: oost: de koper (Claes), zuid: Willem Lenaertsz. "met bruikwaar", west: de Balgerijt, en noord: Geertgen Willemsdr., weduwe van Jan Cornelisz. De koopsom bedraagt f 6.525, waarvan 1/3 terstond betaald moet worden, 1/3 op St. Petri ad Cathedramdag van 1646, en de rest in de vorm van een rentebrief tegen de penning 20 (dus 5% intrest per jaar). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 79, folio 231) Hij wordt in een akte van boedelscheiding d.d. 05-01-1655 genoemd als belender ten oosten en ten noorden van een partij weiland in de Lijkerpolder. Zijn broer Cornelis Pietersz. van Wieringen is belender ten zuiden (met 's-Gravenwater). De belender ten westen is Pieter Pietersz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 155v) Op 09-08-1655 stellen schout en schepenen van Alkemade een akte op waarin zij verklaren dat hun op grond van overgelegde stukken is gebleken dat de fidei-commissaire erfgenamen van Jannetgen Pietersdr., in haar leven laatst weduwe van Meester Willem Frederixsz. van Assendelft, aan Claes Pietersz. van Wieringen hebben verkocht: 1. Een "schone weldoortimmerde" huizing, schuur, barg, erf, boomgaard, "poting en planting", met een partij land, gelegen op de Ade, groot 2 morgen 170 roeden. De belendingen zijn: noord; Willem Jansz., west: de volgende partij, oost: Pieter Willemsz. Burger, en zuid: het water, genaamd de Ade 2. Een partij land op de Ade, groot 2 morgen 176 roeden, belend door: oost: de voorgaande partij, zuid: de Kever, west: Willem Lenaertsz. c.s., en noord: Pieter Cornelisz. Cluijt 3. Een partij weiland op de Ade, groot omtrent 400 roeden. Belendingen: oost: de koper (Claes), zuid: Willem Lenaertsz. "met bruikwaar", west: de Balgerijt, en noord: Geertgen Willemsdr., weduwe van Jan Cornelisz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 82, folio 18v; zie ook inv.nr. 79, folio 231 (boven beschreven)) Hij verkreeg op 08-05-1666 door de dood van zijn broer Willem Pietersz. van Wieringen de helft van drie morgen land op de Ade, genaamd de Dobbecamp, zijnde een leen gehouden van de Hofstad (Oud)-Alkemade te Warmond. (bron: OV, jaargang 1977, p.260) Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1652, 1656 en 1660 bezat hij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. Stukken van 5 morgen, 62 roeden en 2 morgen 100 roeden, geërfd van zijn ouders 2. 3 Morgen 500 roeden, gekocht van de fidei-commissaire erfgenamen van Jannetgen Pieters (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a, b en c) Volgens het morgenboek van Alkemade van 1668 bezat hij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. Stukken van 5 morgen, 62½ roede en 2 morgen 100 roeden, geërfd van zijn ouders 2. 3 Morgen 500 roeden, gekocht van de fidei-commissaire erfgenamen van Jannetgen Pieters Volgens het morgenboek van Alkemade van 1668 gebruikte hij 3 morgen land te Zevenhuizen van de weduwe van advocaat Dou te Delft en ook een (mij niet duidelijke hoeveelheid) land te Warmond (maar kennelijk te verongelden in Alkemade) van Barbara Jans te Delft. Gehuwd vóór 1646 met Neeltgen Corsdr. van DOESDORP, overleden ±1658. De akte van boedelscheiding passeert op 15-05-1659 voor schout en schepenen van Alkemade. Haar man Claes Pietersz. van Wieringen zal de kinderen (Pieter (13 jaar), Tonis (11), Trijntgen (8) en Huijbert (5)) behoorlijk opvoeden tot de leeftijd van 22 jaar of eerder bij huwelijk, en dan aan hen overdragen: 1. Twee partijen land in de Lijkerpolder, samen te verongelden voor 3 morgen 400 roeden, belend door: oost: Cornelis Pietersz. van Wieringen, zuid: Cornelis Pietersz. van Wieringen c.s., west: 's-Gravenwater, en noord: Aeltgen Mouringhdr., weduwe van Leendert Henricxdr. 2. Een hennepakker van 62 roeden in de Lijkerpolder, belend door: oost: Huijbertgen Jansdr., zuid: Willem Cornelisz. Quackenbosch, west: Dirck Jacobsz. Ruijch, en noord: Pieter Hendricxsz. Groen 3. F 1.000 Claes zal de verdere goederen mogen behouden. Als zekerheid verbindt hij aan zijn verplichtingen zijn woning, bestaande uit huis, barg, schuur, boomgaard en erf met het land erachter, samen te verongelden voor 4 morgen 100 roeden, staande en gelegen op de Ade. De belendingen zijn: oost: Trijntgen Aris, weduwe van Claes Lourisz., zuid: 's-Gravenwater, west: Willem Vrancke "met bruikwaar", en noord: Geertgen Willemsdr., weduwe van Jan Cornelisz. c.s. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 83, folio 88v), dochter van Cors Gijsbertsz. van DOESDORP en Maritgen Pietersdr. Volgens Th.J. van der Poel zijn de vier kinderen uit dit huwelijk geboren op de Ade en gedoopt te Rijpwetering. Dat ze op de Ade zijn geboren lijkt me waarschijnlijk, maar ik weet niet waaruit hij opmaakt dat ze te Rijpwetering zijn gedoopt. Doopdata noemt hij immers niet. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet") Voogden van de kinderen uit dit huwelijk zijn op 15-05-1659 hun ooms Jan Corsz. van Doesdorp en Willem Corsz. van Doesdorp. Volgens het morgenboek van Alkemade van 1676 bezaten de kinderen van Claes Pietersz. van Wieringen de volgende hoeveelheden land op de Ade: 1. 5 Morgen, 62½ roeden, 2 morgen 100 roeden en 3 morgen 500 roeden, geërfd van hun ouders 2. 3 Morgen 300 roeden, geërfd van Willem Pietersz. van Wieringen (hun oom) Bovendien gebruikten ze nog twee stukken van elk 3 morgen van de weduwe van advocaat Douw te Delft. In 1676 bleek 1 morgen 598 roeden van die in totaal 6 morgen verdwenen te zijn "door sleet vañ groote meer", zodat er slechts 4 morgen 2 roeden te verongelden overbleef. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1676, inv.nr. 3407a). |
5. | Cornelis Pietersz. Schepen van Alkemade (1644-1645), armmeester van de Ade (1666-1669) en landbouwer op de Ade, geboren ±1610, overleden ±1669. Overleden tussen 23-05-1669 en 04-05-1670. In het kohier van de 200ste pening van Rijnland van 1680 worden zijn erfgenamen te Rijpwetering genoemd: 1. De weduwe van Willem Thonisz. van Wieringen (aangeslagen voof f 6) 2. De 3 kinderen van Leentje Dircks en Pieter Tonisz. van Wieringen (samen aangeslagen voor f 4) 3. Teunis Pietersz. van Wieringen (aangeslagen voor f 1:10:0) (bron: Kohier van de 200ste penning van Rijnland van 1680, bewerking door P.W.C. van Kessel). Hij woonde in ieder geval tussen 10-05-1638 en 20-01-1668 op de Ade. Op 27-05-1654 verkrijgt hij door koop de eigendom van een teelakker in de Lijkerpolder, te verongelden voor 75 roeden, met als belendingen: oost: Dirck Cornelisz. Decker, zuid: Jacob Adrijaensz., west: Cornelis zelf, en noord: Cornelis Leendertsz. "met bruikwaar". De verkopers zijn de erfgenamen van Dirck Aelbertsz. van Egmont (overleden op de Ade). De koopsom bedraagt f 170, te betalen in drie termijnen. De huurder van de teelakker, ene Tijs Pancraesz., mag de teelakker nog twee jaar gebruiken, mits de helft van de vruchten naar Cornelis gaat. (bron: NA. ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 81v) Op 11-01-1655 draagt Trijntgen Tonis, wonende te Aalsmeer en geassisteerd door haar oom en gekozen voogd Cornelis Dirxsz. den Haen, een "hoekje" ruigland van omtrent 14 roeden, gelegen in de Lijkerpolder, wettelijk over aan Cornelis Pietersz. van Wieringen, wonende op de Ade. De belendingen van het "hoekje" ruigland zijn: oost en noord: de koper, zuid: Jacob Adrijaensz., west: Louris Jacobsz. Ruijch. De koopsom bedraagt acht hele guldens. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 176v) Op 20-09-1655 verklaart hij voor schout en schepenen van Alkemade een bedrag van f 505 schuldig te zijn aan de erfgenamen van Cornelis Leendertsz. Spruijtwater, die overleden is te Leidschendam, in verband met de koop van twee naast elkaar liggende teelakkers in de Lijkerpolder. De belendingen zijn: oost: Dirck Jacobsz. Spruijt, zuid: Jan Pancraesz., west: Louris Jacobsz. Ruijch, en noord: de erven van Leendert Dirxsz. Bont. Cornelis zal een derde in gereden gelde betalen, een derde op Sint Pietersdag 1656 en de rest op Sint Pietersdag 1657. (bron: NA. ORA Alkemade, inv.nr. 82, folio 31) Op 07-04-1658 verkrijgt hij door koop de eigendom van een teelakker in de Lijkerpolder (te verongelden volgens het morgenboek), met als belendingen: oost: Trijntgen Tonisdr., zuid: Cornels zelf, west: Cornelis Mouringhsz. van 't Heck, en noord: Cornelis Cornelisz. Coensgen. De verkopers zijn: Aelbert Jacobsz., Huijch Jacobsz., Jaepgen Jacobsdr. en Cornelis Huijgen als oom en voogd van Trijntgen Dirixsdr. De koopsom bedraagt f 200 in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 82, akte d.d. 07-04-1658) Volgens het morgenboek van Alkemade van 1648 (ook vermeld in 1652, 1656 en 1660) verkocht hij vóór 1652 met Jacob Ruijch 1 morgen 400 roeden te Alkemade aan Pieter Cornelisz. Keijser te Oude Wetering. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3405, 3406a, b en c) Hij heeft Dirck Gerritsz. op de Nieuwe Wetering een bedrag van 500 karolusguldens geleend en laatstgenoemde belooft op 26-01-1666 voor schout en schepenen van Alkemade hem jaarlijks intrest te betalen tegen de penning 20 (5%). Als zekerheid stelt Dirck: 1. Een partij (teel)land aan de Nieuwesloot in de Veenderpolder (in 1667 te verongelden voor 1 morgen), belend door: oost: Ghijsbert Cornelisz. Bickbergen, zuid: de kinderen van wijlen baljuw Bartholomeus Petij, west: Cornelis Cornelisz. Hoogenboom, en noord: Willempgen Mouringhsdr. 2. Twee teelakkers in de Gogerpolder, te verongelden voor 275 roeden, belend door: oost: Mees Willemsz., zuid: de weduwe van Dirck van Campen, west: de Goog, en noord: Jan Willemsz. van Leeuwen (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 5v) De in de vorige alinea genoemde Dirck Gerritsz. draagt de onder 1. genoemde partij teelland op 21-04-1667 wettelijk over aan Mattheus Bouwensz. Quant te Roelofarendsveen, inclusief de hypotheek die erop rust, voor 472 karolusguldens. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 96v) Op 20-01-1668 verkrijgt hij door koop van Dirck Jansz. van Egmont, wonende op de Vrouwevenne, een hennepakker in de Lijkerpolder, te verongelden voor 150 roeden. De belendingen zijn: oost: de weeskinderen van Dammas Pietersz., zuid: de verkoper, west: Willem Jansz. Quackenbosch, en noord: Jan Jansz. Matgen. De koopsom bedraagt 391 karolusguldens, ineens te betalen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 147v) Vóór 1668 verkocht hij aan Pieter Cornelisz. Keijser 1 morgen 400 roeden land te Oude Wetering, volgens de morgenboeken van Alkemade van 1668 en 1676. Volgens het morgenboek van Alkemade van 1652 bezat hij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. 8 Morgen 500 roeden, zijnde de woning die hij had geërfd van zijn ouders 2. 83 Roeden, geërfd van zijn ouders 3. 42 Roeden, gekocht van zijn broer Thonis Pietersz. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a) Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1656 en 1660 bezat hij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. 8 Morgen 500 roeden, zijnde de woning die hij had geërfd van zijn ouders 2. 83 Roeden, geërfd van zijn ouders 3. 42 Roeden, gekocht van zijn broer Thonis Pietersz. 4. 369 Roeden, gekocht van Cornelis Jacobsz. Crul, die van Jan Jacobsz. Crul zijn geboekt (alleen in 1660 geboekt van Crul) 5. 75 Roeden, gekocht van de erfgenamen van Dirck Aelbertsz. van Egmont (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406b en c) Volgens het morgenboek van Alkemade van 1668 bezat hij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. 8 Morgen 500 roeden, zijnde de woning die hij had geërfd van zijn ouders 2. 83 Roeden, geërfd van zijn ouders 3. 42 Roeden, gekocht van zijn broer Thonis Pietersz. 4. 369 Roeden, gekocht van Cornelis Jacobsz. Crul, die op Jan Jacobsz. Crul zijn afgeboekt 5. 75 Roeden, gekocht van de erfgenamen van Dirck Aelbertsz. van Egmont 6. 80 Roeden, gekocht van Dirck Dircxz. den Haen 7. 150 Roeden, gekocht van Dirck Jansz. van Egmont Hij verkocht aan Pieter Pietersz. Koelewijn 369 roeden land op de Ade, volgens het morgenboek van Alkemade van 1676. Gehuwd. Getrouwd vóór 10-05-1638. Partner is (Oude) Maritgen Dircxdr. MASTENBROECK, overleden te Ade. Overleden tussen 24-05-1677 en 1687. Haar erfgenamen (en die van haar man) waren in 1687 (voor de aanslag van de 100ste penning): 1. Teunis Claesz. van Wieringen 2. Huijbert Claesz. van Wieringen 3. Leendert Dircksz. den Boer x Trijntgen Claes 4. De kinderen van Pieter Quiringsz. van Wieringen 5. De 3 kinderen van Pieter Teunisz. van Wieringen 6. De 3 kinderen van Willem Teunisz. van Wieringen (allen aangeslagen voor f 2:10:0) 7. Sijburch Dircks (kan ik niet thuisbrengen), aangeslagen voor f 4:7:8 8. Machtelt Jans van Doesdorp, nagelaten dochter van Jannetgen Quijrings van Wieringen, te Hoogmade, aangeslagen voor f 2:10:0 9. De kinderen en kleinkinderen van Willem Dircksz. Mastenbroeck te Leimuiden, aangeslagen voor f 4:7:8 10. Cornelis Cornelisz. Mastenbroeck te Aalsmeer, aangeslagen voor f 4:7:8 (11. "De rest ad f 4:7:8 naar 3 onvermogenden") (bron: Kohier van de 100ste penning van Rijnland van 1687 (bewerking door P.W.C. van Kessel)). Haar familienaam heb ik van Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet". Ik ben haar alleen "tegengekomen" als "Maritgen Dircxdr.". Haar man Cornelis Pietersz. van Wieringen verkoopt (transportakte d.d. 10-05-1638) namens haar de helft van 1.000 roeden weiland (de andere helft is van haar zus Jaepgen Dircxdr., wier man Jacob Cornelisz. Ruijch die andere helft een jaar later (transportakte d.d. 11-07-1639) aan dezelfde koper verkoopt) in de Gogerpolder aan Pieter Cornelisz. Keijser, wonende op de Oude Wetering. De belendingen zijn: oost: Guijertgen Jansdr., weduwe van Jan Geritsz. en Heijltgen Cornelisdr., weduwe van Frans Arijsz., zuid: de weduwe van Dirck Willeboortsz., west: Allert Cornelisz. Bode en de weduwe van Jan Jansz. Soos, en noord: Adriaen Henricxz. Staeckenbroeck en Gerit Cornelisz. Hoogenboom. De koopsom bedraagt f 650 in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 78, folio 139v) Zij wordt in de akte van boedelscheiding van Neeltgen Jans, weduwe van Jan Cornelis Thijsz. d.d. 19-01-1672 genoemd als belendster ten zuiden van een huis en stuk land op de Ade. De andere belendendingen van het huis zijn: oost: 's-Gravenwater, west: Jonge Jan Cornelis van der Does en Jan Willemsz. Boot, en noord: de weduwe van Willem Thonisz. (wellicht Van Wieringen?) cum sociis. Die van het stuk land: oost: de kinderen van Pieter Jan Reijnouts, west: de weduwe van Willem Jansz. Quackenbos, en noord: Thonis Cornelisz. cum sociis. En in de akte van boedelscheiding d.d. 30-01-1672 van Crijntgen Cornelisdr., vrouw van Dirck Cornelisz. Decker, wordt zij genoemd als belendster ten westen en noorden van een teelakker op de Nieuwe Wetering in de Lijkerpolder, met als overige belendingen: oost: Maritgen Cornelisdr., weduwe van Jan Cornelisz. van Griecken, en noord: Juffrouw Weesp. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 86, folio 1 en 9v) Zij wordt in de akte van boedelscheiding d.d. 29-02-1672 van Louris Jacobsz. Ruijch en Neeltje Jacobsdr. genoemd als belendster ten oosten van een partij teelland in de Lijkerpolder met als overige belendingen: zuid: de kinderen van Cornelis Cornelisz. Holsloot., west: Cornelis Lenertsz. Schoemaecker (mogelijk wordt zijn beroep bedoeld), en noord: de kinderen van Michiel Pietersz. Koelewijn. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 86, folio 17). Ze woont op 24-05-1677 in de buurt op de Ade (Oud Ade) als ze twee hennepakkers in de Lijkerpolder (belendingen: oost: Thonis Dircxs den Haen en Willem Joppen, zuid: de erven van Doctor Cornelis Weesp, west: Cornelis Pietersz. Gaergelt, en noord: Cornelis Cornelisz. Koensge) schenkt aan Pieter Cornelisz. Gaergelt en Aelbert Borritsz. als armmeesters van de Ade. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 86, folio 337v). Volgens het morgenboek van Alkemade van 1676 bezat zij op de Ade de volgende hoeveelheden land: 1. 8 Morgen 500 roeden, zijnde een woning die wijlen haar man had geërfd van zijn ouders 2. 83 Roeden, eveneens geërfd van haar schoonouders 3. 42 Roeden, door wijlen haar man gekocht van diens broer Thonis Pietersz. 4. 75 Roeden, gekocht van de erfgenamen van Dirck Aelbertsz. van Egmont 5. 80 Roeden, gekocht van Dirck Dircxz. den Haen 6. 150 Roeden, gekocht van Dirck Jansz. van Egmont 7. 4 Morgen 235, geërfd van Willem Pietersz. van Wieringen, die door "de slach vant water" met 255 roeden verminderd is tot 3 morgen 580 (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1676, inv.nr. 3407a), dochter van Dirck Cornelisz. MASTENBROECK, scheepmaker aan de Oude Wetering onder Leimuiden, en Magdaleentje (Leentje) Willemsdr. (van de BURGH). Ze woonden op 10-05-1638 op de Ade. Ze zouden volgens Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet" (pas) in 1659 huwelijkse voorwaarden hebben laten maken voor notarissen Brasser en Mathijs van Benning met als getuigen: Willem Theunisz. van Wieringen (Cornelis' neefje) en Willem Dircxz. Mastenbroeck, broer van Maritgen. Of bedoelt Van der Poel hun testament? Daar verwijst hij namelijk ook naar, zonder te noemen waar en voor wie dat testament zou zijn gepasseerd. Volgens dit testament zou Cornelis aan de vrienden (familieleden) van Maritgen een bedrag van f 2.000 moeten uitkeren en zouden de verdere goederen eerlijk verdeeld moeten worden onder hun beider erfgenamen. (bron: Th.J. van der Poel in "Wyerings Erfgoet"). |
1. | Niesgen Pietersdr. (zie 169). |
2. | Louris Pietersz. Geboren vóór 1604. Overleden na 07-12-1637. Hij was de oudste zoon en uit dien hoofde erfde hij van zijn vader het leen aan de Achterdijk (in de Blauwe Polder), gehouden van de hofstede Warmond. Hij droeg het op 27-04-1641 over aan Willem Dirk Qua(c)kenbosch te Oud-Ade. (bron: OV 1980, pag. 663) Hij woonde op 07-05-1636 te Hoogmade. |
3. | Cornelis Pietersz. Geboren vóór 1604. Overleden na 07-05-1636. Hij woonde op 06-12-1627 en 07-05-1636 te Rijpwetering. |
1. | Cornelis Pietersz. VERSTEECH (van Woijtsloot) (zie 170). |
2. | Appolonia Pietersdr. Overleden tussen 29-04-1633 en 07-06-1663. Gehuwd met Lenaert Ariensz. Overleden na 29-04-1633. Zijn patroniem verschijnt ook als "Adriaensz.". Op 29-04-1633 (datum van de transportakte) verkoopt hij namens zijn vrouw Appolonia Pietersdr. als mede-erfgename van Pieter Jansz. (haar vader), overleden op de Woijtsloot, 2½ morgen land te Alkemade aan zijn zwgaer Jacob Pietersz. Hoogertuijn op de Oude Ade voor f 2.800. De belendingen zijn: oost: Foijt Pietersz., zuid: de koper, west: de Oude Ade, en noord: de Woijtsloot. (bron: NA; ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 164). Getrouwd vóór 29-04-1633. |
3. | Maritgen Pietersdr. Overleden te Nieuwe Wetering. Overleden vóór 07-06-1663. Op die dag droegen haar erfgenamen (haar neven en nichten en dier kinderen) de volgende door haar nagelaten onroerende goederen wettelijk over aan Pieter Jansz. Ruijch, die er f 3.305 voor moest betalen: 1. Een huis en erf op de Nieuwe Wetering, te verongelden voor 125 roeden, belend door: oost: Pieter Lourisz., zuid: de erfgenamen van Pieter Gerritsz., west: de Nieuwe Wetering, en noord: Cornelis Gerritsz. 2. Een partij land in de Gogerpolder (geen maat gegeven), belend door: oost en zuid: Jan Joosten, west: de Nieuwe Wetering, en noord: de erfgenamen van Pieter Gerritsz. 3. Een hennepakker (geen maat gegeven) in de Lijkerpolder. Belendingen: oost: de Nieuwe Weteringerdijk, zuid: Dirck Cornelisz., west: Albert Borritsz., en noord: Teeus Lourisz. (bron: NA, ORA, inv.nr.84, folio 45v). Gehuwd. Getrouwd vóór 29-04-1633. Partner is Pieter Jansz. Overleden na 29-04-1633. Zij lieten geen kinderen na. Op 29-04-1633 woonden ze op de Nieuwe Wetering. |
4. | Neeltgen Pietersdr. Overleden tussen 29-04-1633 en 07-06-1663. Gehuwd. Getrouwd vóór 29-04-1633. Partner is Cors Willeboortsz. Overleden na 29-04-1633. Ze woonden op 29-04-1633 op de "Rondens Poel" te Alkemade. |
5. | Jacob Pietersz. HOOGERTUIJN, schepen van Alkemade (1631-1632), overleden vóór 1663. Als schepen van Alkemade tekende hij met "Jacob Pieterß". Hij woonde op 15-12-1631 en 29-04-1633 op de Oude Ade. In 1633 (het afschrift van de transportakte in het schepenprotocol is niet gedateerd; de akte ervoor is van 18-04-1633) koopt hij van Arijs Huijbertsz. namens diens vrouw Maritgen IJsbrantsdr., die weduwe was van Mourijn Adriaensz. (net als Jacob wonende op de Oude Ade), een partij land op de Lijclaessloot, te verongelden voor 2 morgen. Belendingen: oost: de weeskinderen van Jan Pietersz., zuid: Aeltgen Jansdr. (innocente persoon), west: Marijtgen Arijsdr., weduwe van Tonis Henricxz., en noord: Cors Willeboortsz. Koopsom: f 1.800. (bron: NA; ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 156). |
6. | Leentgen Pietersdr. Overleden tussen 29-04-1633 en 07-06-1663. Ze woonde op 29-04-1633 in de Kaag en had als gekozen voogd haar broer Jacob Pietersz. Gehuwd vóór 1638. Hun vijf zoons waren op 07-06-1663 allen volwassen. Echtgenoot is Jan Cornelisz. CORFGEN. Overleden vóór 29-04-1633. Ook wel: Corffgen. |
7. | Jan Pietersz. van WOIJTSLOOT, overleden vóór 1631 te Alkemade. Gehuwd vóór 1611 met Immetgen (Emmetgen) Cornelisdr. PEEREBOOM, overleden ±1631 te Roelofarendsveen. Op 15-12-1631 passeert de akte van boedelscheiding voor schout en schepenen van Alkemade. Haar (tweede) echtgenoot Cornelis Mourinsz. Cluijt krijgt: 1. Omtrent 1.050 roeden weiland op de Pijnsgenssloot te Alkemade. Belendingen: oost: Dammas Aelbertsz., zuid: Claes Lourisz., west: de Pijnsgenssloot, en noord: de weeskinderen van Cornelis Pancreasz. 2. Een huis en erf, gelegen op de Lijclaessloot te Alkemade., groot omtrent 150 roeden. Belendingen: zuid: de Lijclaessloot, west en noord: Jan Cornelisz., en oost: Claes Lourisz. De erfgenamen (haar drie minderjarige kinderen) krijgen: 1. Een woning, bestaande uit een huis, barg, schuur en erf, met een enterij, genaamd "Bessen Werff", inclusief het land erachter, groot in totaal ongeveer 950 roeden, gelegen in Roelofarendsveen. Belendingen: oost: de Veenwetering, zuid: Cornelis Pietersz. Ouwens, west: Cornelis Jan Pietersz. en de Rijpwetering, en noord: de weeskinderen van Bouwen Jansz. Quandt 2. Een huisje en erf op de Woijtsloot, groot omtrent 81 roeden, belend door: oost en noord: Pieter Jansz. Nije, zuid: de Woijtsloot, en west: Tijs Aelbertsz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 76, folio 31v), dochter van Cornelis Dircxz. (PEEREBOOM) en Reijmpgen Thonisdr. Voogden van de drie kinderen uit dit huwelijk waren op 15-12-1631: Jacob Pietersz. Hoogertuijn (paternele oom) en Dirck Cornelisz. Peereboom (maternele oom), en op 29-04-1633: hun ooms Jacob Pietersz. Hoogertuijn en Cornelis Pietersz. (Versteech). Op 29-04-1633 (datum van de transportakte) verkoopt Cornelis Pietersz. van der Stege (hun oom en voogd) aan hun andere voogd en oom Jacob Pietersz. Hoogertuijn qualitate qua voor f 300 een hennepakker, te verongelden voor 50 roeden, gelegen aan de zuidzijde van de Langeweg te Alkemade. Belendingen: oost: Arent Pieter Dammasz., zuid: Geertgen Lenaertsdr. en Lenaert Cornelisz. Cluijt, west: Willem Pietersz., en noord: Cors Willeboortsz. en Lenaert Adriaensz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 164v) Op 19-02-1637 passeert voor schout en schepenen van Alkemade de akte van boedelscheiding, waarin ook begrepen de boedelscheiding van Jans vader "Pieter Nije van de Woijtsloot" en de giften van beide moeders: Trijntgen Geritsdr. en Reijmpgen Thonisdr. Hun zoon Thomas Jansz. krijgt: 1. Een woning, bestaande uit huis, barg, schuur en erf met "nootinge en pootinge" genaamd "Bessen Werff", met het land erachter, gelegen in Roelofarendsveen, in het geheel groot omtrent 950 roeden. Belendongen: oost: de Veenwetering, zuid: Gijsbert Adriaensz. Bickbergen (sic), west: Cornelis Jan Pietersz., en noord: Bouwen Jansz. Quant Hun zoon Gerit Jansz. krijgt: 1. Een huis, barg, loods en erf plus een houtakker, samen groot omtrent 81 roeden, gelegen op de Woijtsloot. Belendingen: noord en oost: Cornelis Pietersz., zuid: de Woijtsloot, en west: Tijs Aelbertsz. 2. Een teelakker aan de zuidzijde van de Langeweg in de Veenderpolder, te verongelden voor 40 roeden. Belendingen: noord: de Langeweg, oost: Arent Pieter Dammasz., zuid: Jan Lenaertsz., en west: Cors Willeboortsz. 3. Een hennepakker op de Lijkersloot, groot omtrent 70 roeden. Belendingen: oost en zuid: Pieter Maertsz., west: de Lijkersloot, en noord: Cornelis Jansz. Hartgen 4. Een hennepakker aan de zuidzijde van de Langeweg, te verongelden voor 50 roeden. Belendingen: oost: Arent Pieter Dammasz., zuid: Geertgen Lenaertsz., west: Willem Pietersz., en noord: Cors Willeboortsz. en Jan Lenaertsz. 5. Een hennepakkertje aan de noordzijde van de Langeweg, groot omtrent 30 roeden. Belendingen: oost: de kinderen van Cornelis Corffgen, zuid: de Langeweg, west: de kinderen van Cornelis Dircxz., en noord: Cornelis Pietersz. Koeswart 6. Drie hennepakkers in de ban van Esselijkerwoude, groot omtrent 267 roeden. Belendingen: oost: Jacob Allertsz., zuid: Willem Jan Bruijnen, west: Cornelis Arijsz., en noord: Louris Cornelisz. Hun schoonzoon Cors Cornelisz. Craen krijgt nomine uxoris: 1. Een partij land ten westen van de Rijpwetering, te verongelden voor 2 morgen 400 roeden. Belendingen: oost: Thonis Pietersz. van Wieringen, zuid: de kinderen van Jan Cornelisz. Corffgen, west: de erfgenamen van Jan Adriaensz. vuijte Vrije Bouckhorst, en noord: Cornelis Pietersz. Thomas Jansz. zal de inboedel, huisraad en verdere roerende goederen behouden, en zal tevens de schulden voor tot zijn last nemen. Tevens zal hij ter compensatie f 300 aan Gerrit Jansz. en f 150 aan Cors Cornelisz. Craen uitkeren. Trijntgen Geritsdr. zal ten laste van de boedel een "lijffpensie" (lijfrente) van f 25 per jaar krijgen en Reijmpgen Thonisdr. één van f 20 per jaar. De erfgenamen zullen hier ieder voor 1/3 aan bijdragen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 78, folio 44v). |
8. | Adriana Pietersdr. Overleden na 29-04-1633. Gehuwd. Getrouwd vóór 29-04-1633. Partner is Mourijn Pietersz. Overleden na 29-04-1633. Op 29-04-1633 (datum van de transportakte) verkoopt hij namens zijn vrouw Adriana Pietersdr., als mede-erfgename van haar vader Pieter Jansz., overleden op de Woijtsloot, aan Willem Lourisz. op de Ade: een partij land, groot omtrent 2 morgen, op de Bijmanspoel binnen Alkemade. Belendingen: oost: de Bijmanspoel, zuid: het weeskind van Pancraes Jansz., west: de Nieuwesloot, en noord: Jan Jansz. Duijcker. Koopsom: f 1.781. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 165). Ze woonden op 29-04-1633 op het Zweiland te Warmond. |
1. | Marritgen Jan Adriaensdr. van VEEN (zie 171). |
2. | Aeltgen Jansdr. Overleden ±1643. In ieder geval overleden vóór 23-04-1644. Ze woonde op 21-01-1636 en 07-11-1639 in de Vrije en Lage Boekhorst. Zij erfde van haar vader een leen afhangende van de hofstede van Oud Alkemade, zijnde een stuk weiland van 1100 roeden in de Noordpolder achter de Kaag ("op Balgerijt"). Het kwam volgens het leenrepertorium op 14-05-1625 op haar naam te staan. (bron: OV, jaargang 277, pag. 244/245) Haar voogden Cornelis Pietersz. van der Steech (zwager) en Dirck Henricxz. (oom) verkopen op 21-01-1636 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) in totaal 900 roeden land achter de Rijpwetering in de Veenderpolder aan vier verschillende kopers (ieder 225 roeden): 1. Aan Pieter Arijsz., wonende in Zevenhuizen (Alkemade); een stuk belend door: oost: Baen Bruijnen, zuid en west: Willem Pietersz., en noord: Jan Lenaertsz. 2. Aan Jan Lenaertsz., wonende te Alkemade; een stuk belend door: oost: Baen Bruijnen, zuid: Pieter Arijsz., west: Willem Pietersz., en noord: Pieter Jansz. Waterstroom 3. Aan Pieter Jansz. Waterstroom; een stuk belend door: oost: Baen Bruijnen, zuid: Jan Lenaertsz., west: Willem Pietersz., en noord: Lenaert Cornelisz. 4. Aan Lenaert Cornelisz.; een stuk belend door: noord en oost: Baen Bruijnen, zuid: Pieter Jansz. Waterstroom, en west: Willem Pietersz. Waterstroom (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 77, folio 110ev) Ze was op 07-11-1639 een "innocente persoon" (geestelijk gehandicapt) en had als voogden: Dirck Henricxz. en Cornelis Pietersz. Versteech (haar zwager). |
1. | Jaepjen (Jaabie) Wouters (van OORT) (zie 225). |
2. | Cornelia Wouters van NOORT. Gehuwd vóór 1679 met Claes Barthout. |
1. | Pieter Leendertsz. van der GEEST (zie 240). |
2. | Jan van der GEEST, overleden na 1623. |
3. | Aeltgen van der GEEST, overleden na 1623. |
4. | Maritgen van der GEEST, overleden na 1623. |
5. | Haesgen van der GEEST, overleden na 1623. |
1. | Geertje Jacobsdr. van EGMOND (Van der Sluis) (zie 241). |
1. | Pieter Willemsz. van WIERINGEN (van der A) (zie 336). |
2. | Maritgen (Maritje) Willems, overleden ±1607. Gehuwd ±1588 met Claes Huijgensz. Overleden ±1612. Hij woonde eerst in Aalsmeer, maar hield zich rond 1588 af en toe op in Haarlem. Blijkens de morgenboeken van 1604 is hij gebruiker van de boerderij en het land van Wiering Willemsz. aan de Wieringen Zwet, wat ook blijkt uit de door de vroonmeester verstrekte visvergunningen. (bron: Th.J. vander Poel in "Wyerings Erfgoet"), zoon van Huijch Claesz. en ? Huijghen. Op 10-01-1607 waren voogden van de kinderen uit dit huwelijk: Pieter Willemsz. en Cornelis Pieter Gerritsz. In 1609: Jan Willems en Pieter Willems, met Pieter Cornelis Loos als "toegevoegde buurman". (bron: Th.J. vander Poel in "Wyerings Erfgoet" en ORA Aalsmeer, inv.nr. 727, bewerking door S. van Zijverden-van Reeuwijk) Op 08-12-1612 wordt voor schout en schpenen de verdeling van hun nalatenschap vastgelegd. Willem Meesz. (Castelain) krijgt nomine uxoris: 1. "De Weteringcamp". Zuid: Albert Jansen, noord: Dirck Lenertsz. en Cornelis Jansen en diens kind (mede-erfgenaam!), oost: de Geijlickerwetering, en west: Dirck Lenertsz. 2. "De Meessencamp". Zuid: Willem Meessen (zelf) en Cornelis Jansz. c.s., noord: Cornelis Jansz. voornoemd, en Jan Willemsz., oost: Cornelis Jansen c.s., en west: Lubbert Willemsen 3. Nog een stukje van "de Meessencamp". Oost: Dirck Lubbertsz. en Willem Meessen, west: Dirck Lenertsz. en Cornelis Jansen en zijn kind, zuid: Cornelis Jansen c.s., en noord: Willem Meessen 4. De helft van "de Meessenakker", waarvan Dirck Lenertsz, de wederhelft competeert. Belendingen van het geheel: oost: Dirck Lenertsz. en Willem Meessen, west en noord: Willem Meessen, en zuid: Cornelis Jansen c.s. 5. 100 Roeden uit het midden van "de bancken", waarvan Dirck Lenertsz. het zuideinde en Cornelis Jansz. het noordeinde is toebedeeld 6. Een derde van het huis en erf en het akkertje bezuiden ervan. Belendingen van het geheel: zuid: Albert Jansen, noord: Cornelis Jansz. en zijn kind, oost: Dirck Lenertsz., en west: de dijk Dirck Lenertsz. is toebedeeld: 1. Een deel van de "5 madt aan de Stommeer". West en noord: Cornelis Jansz., zuid: Albert Jansen, en oost: het Stommeer 2. Een werfkamp aan de zuidzijde van 1. Zuid: Albert Jansen, noord: Cornelis Jansen, oost: Willem Meessen, en west: Willem Meessen en Dirck Lenertsz. 3. 150 Roeden land van het zuideinde van "de bancken" (vide supra). Zuid: Cornelis Jansz., noord: Willem Meesz., oost: Cornelis Jansen, en west: Willem Meesz. en Dirck Lenertsz. 4. Een derde van het huis en de werf met het akkertje (vide supra) Cornelis Jansen en zijn kind krijgen: 1. Een kamp land naast het huis. Zuid: de huiswerf en Dirck Lenertsz., noord: Willem Meesz., Jan Willemsz., Willem Jacobsz., Dirck Lenertsz., de akker toekomende Willem Meesz. en Dirck Lenertsz., en Dirck Heijnricxsz., oost: Cornelis Jansz., en west: de dijk 2. De westzijde van de "5 madt" land (vide supra). Oost: Dirck Lenertsz., west: Dirck Lenertsz., Willem Meesz. en Cornelis Jansz., zuid: Willem Meesz., en noord: het Stommeer 3. Een stuk land genaamd "die Bestemoer". Zuid: Willem Meesz. en Cornelis Jansz., noord: het Stommeer, oost en west: Cornelis Jansz. 4. Een teelakker naast 3. West: Jan Willemsz., oost: Cornelis Jansz., zuid: Willem Meesz., en noord: het Stommeer 5. Het noordeinde van "de bancken" (vide supra) Ze delen de dijken. Cornelis Jansz. en zijn kind zullen een dijk maken van het bruggetje zuidwarts tot het perceel van Albert Jansz. en Dirck Leneretsz. één van het bruggetje bij Jan Willemsz. af zuidwaarts tot de dijk van Jan Willemsz.. En Willem Meesz. zal een hoge en een lage dijk maken vóór het huis vanaf de dijk van Neeltgen, de weduwe van Garbrant Willemsz., tot de dijk van Brant Albertsz. toe. Tot slot verkopen Cornelis Jansz. en zijn kind hun derde van het voornoemde huis en erf met akkertje voor f 400 aan Willem Meesz. (bron: ORA Aalsmeer, inv.nr. 730, bewerking door S. van Zijverden-van Reeuwijk). |
1. | Catarijn (Trijntien, Catrijn) Claesdr. (zie 337). |
2. | Geertgen Claesdr. Overleden na 1623. Gehuwd. Getrouwd vóór 23-05-1605. Partner is Lenaert Jeroensz. SPRUIJTWATER, weesman van Alkemade (1608-1621), schepen van Alkemade (1608), geboren te Lisse, overleden na 1623. Hij woonde op 02-06-1612 op de Ade. Op 02-06-1612 (datum van de transportakte) koopt hij van zijn buurman op de Ade Cornelis Mathijsz. een partij land te Alkemade, te verongelden voor 2 morgen 300 roeden, belend door: zuid: Lenaert zelf, west: Louris Thonisz., noord: Louris Thonisz. voornoemd en de erfgenamen van Willem Cornelisz. Speck, en oost: "de Groote Meer". Prijs f 100 ineens en f 1.700 in 3 jaarlijkse termijnen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 70, folio 42v) Hij verkocht vóór 1652 de Molenwerf in de Lijkerpolder (75 roeden) roeden aan de weesmeesters van de Lijkerpolder. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a) Denkelijk zijn Cornelis en Michiel Lenaertsz. Spruijtwater, op wier namen in het morgenboek van Alkemade van 1652 land op de Ade staat, zoons van hem. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a), zoon van Jeroen CLUFT. In 1623 woonden zij op de Ade met 6 kinderen: Corsgen, Claes, Aechgen, Michiel, Cornelis en Jacob. (bron: Hoofdgeld Alkemade 1623, bewerking door F.J.A.M. van der Helm). |
2. | Maritgen Jansdr. Geboren ±1581. Overleden na 03-09-1615. Op 22-11-1604 (datum van de transportakte) verkoopt haar man Jan Geritsz. als haar voogd omtrent drie morgen land te Alkemade, die ze als mede-erfgename van Reijnout Mourinsz. (ongetwijfeld haar grootvader) heeft verkregen, aan Jan Cornelisz. Nije (haar vader), wonende op de (Kop)poel te Rijpwetering. De belendingen zijn: oost: Jan Lourisz. en de erfgenamen van Gerit Dirck Lourisz., zuid: Cornelis Cornelisz., west: Jan Cornelisz. Nije voornoemd, en noord: Dirck Henricxz. Koopsom: f 800 (waarvan reeds betaald f 267 en de rest te betalen op Allerheiligen 1606 en 1607, telkens f 266:10:0). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 67, folio 8). Gehuwd. Getrouwd vóór 22-11-1604. Partner is Jan Geritsz. Overleden na 03-09-1615. |
3. | Pieter Jansz. (van Woijtsloot) (zie 340). |
4. | Balten Jansz. Geboren ±1585. Overleden na 03-09-1615. Op 03-12-1607 woonde hij op de Rijpwetering. Op 03-12-1607 (datum van de transportakte) verkoopt hij aan zijn vader Jan Cornelisz. Nije een akker ruigland te Alkemade, te verongelden voor 100 roeden. Belendingen: oost: de weduwe en erfgenamen van Tonis Dircxz., zuid: en noord: Pieter Jansz. Nije, broer van de verkoper, en west: Pieter Bruijnen. Koopsom: f 75. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 68, folio 25) Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1652 en 1656 bezat hij te Rijpwetering: 1. 4 Morgen 225 roeden, gekomen van Reijnoult Mouringsz. 2. 100 Roeden, gekocht van de erfgenamen van Maritgen Jan Maten (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken Alkemade, inv.nr. 3406a en b). |
1. | Leendert (Lenaert) Dircksz. van de GEEST (zie 480). |
1. | Geertgen Pietersdr. van RAEPHORST (zie 481). |
1. | Jacob Meesz. (Van Egmond) (zie 482). |
1. | Aeltgen Claesdr. (zie 483). |
2. | Cornelis Claesz. Geboren te Lisse. Hij woont op 16-04-1611 te Leiden. Hij bekent dan voor schout en schepenen van Alkemade een bedrag van f 2.602 schuldig te zijn aan burgemeesters van Haarlem in verband met de koop van land in de Kaag. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 70, folio 64) Waarschijnlijk is hij de Cornelis Claesz. Corsteman die getrouwd was met Machtelt Claesdr. van Roodenburgh. Hun weeskinderen bezaten in 1656 (volgens het morgenboek van Alkemade) een woning met 2 morgen land op de Oude Wetering en 6 morgen 500 roeden land in Roelofarendsveen, die ze geërfd hadden van hun grootvader Claes Jansz. Roodenburgh. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade, inv.nr. 3406b). |
1. | Willem Quirijnsz. (zie 672). |
2. | Gerritgen Quirijnsdr. Overleden vóór 1594. Gehuwd met Cornelis Meijnertsz. Landbouwer te Aalsmeer op Geijlwijk en schepen van Aalsmeer (1599), zoon van Meijnert Jacobsz. Landbouwer te Aalsmeer op Geijlwijk. |
3. | Alijt Quirijnsdr. Overleden vóór 1593. Gehuwd ±1578 met Cornelis Garbrantsz. Geboren te Aalsmeer, zoon van Garbrant Thamisz. en Maritgen (Marij) Sijmonsdr. |
1. | Jan Cornelisz. NIJE (zie 680). |
2. | ? Cornelisdr. Gehuwd. Getrouwd vóór 22-08-1611. Partner is Jan Dircxz. Overleden na 22-08-1611. Hij woonde op 22-08-1611 op de Nieuwe Wetering. Wellicht is hij de Jan Dircxz., inwoner van Alkemade, die voor de "capitale leninge" van 1600 werd aangeslagen voor f 40, wat een vermogen impliceert van f 4.000 à 5.000. (bron: Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600 voor de dorpen in het ressort Leiden; getranscribeerd door de Werkgroep Oud Schrift). |
3. | Toontgen Cornelisdr. Overleden vóór 10-05-1608. Haar erfgenamen (de kinderen die ze had met Dirck Willemsz.) transporteren na openbare verkoop op 10-05-1608 aan IJsbrant Pietersz. de Bije, schepen van Leiden, als voogd van zijn kinderen Maritgen IJsbrantsdr. de Bije en Claes IJsbrantsz. de Bije ende van Montfoort, die hij heeft gewonnen bij wijlen Beatrix van Montfoort Claesdr.: vier morgen land in twee percelen, gelegen te Alkemade. Belendingen: oost: Jan Cornelisz. Nije (oom van de kinderen en voogd van de twee jongsten), zuid: het weeskind van Arijs Willemsz. en Huijbert Arijsz., west: Cornelis IJsbrantsz., en noord: Henrick Dircxz. en Gerit Claesz. De verkopers is dit land bestorven door hun oom (?, moet wellicht grootvader zijn?) Cornelis Pietersz. Nije, volgende de bezegelde brief van 04-08-1599. De koper zal het land aanvaarden op Sint Pietersdag (ad Cathedram) 1609. Voor het lopende jaar 1608 zal hij het gebruik van het land moeten ontberen, mits genietende f 80 van de huurders Jan Cornelisz. Block en Dirck Henricxz.. Verder zullen Dirck Willemsz. (de vader der verkopers) en Jan Cornelisz. Nije (oom) het land ook in privé vrijwaren van alle lasten etc. Koopsom: f 2.800, waarvan een kwart gereed en de rest te betalen op meidagen 1609, 1610 en 1611. In de transportakte worden de twee jongste kinderen Cornelis en Geertgen abusievelijk genoemd met het patroniem Willemsz./-dr. Dit moet een vergising zijn. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 68, folio 63v). Gehuwd vóór 1580. Zeer grove aanduiding. Op 10-05-1608 waren er vier meerderjarige (of getrouwde) en twee minderjarige kinderen uit dit huwelijk. Echtgenoot is Dirck Willemsz. Overleden na 10-05-1608. Hij woonde op 10-05-1608 op de Oude Ade. |
4. | ? Cornelisdr. Gehuwd met Willem. |
5. | Pieter Cornelisz. NIJEN, buurman in de Zevenhuizen te Alkemade (1592). Overleden na 03-08-1592. Op 03-08-1592 bekent Pieter Cornelisz. alias "Pieter Neel Pieten", wonende op de Nieuwesloot te Alkemade, aan Pieter Cornelisz. Nijen, buurman in de Zevenhuizen, een losrente van f 12 per jaar (hoofdsom: f 200) schuldig te zijn, bezet op zijn (Pieter Neel Pietens) woning en landen daaraan gelegen (groot 2 morgen minus 100 roeden, dus 1 morgen 500 roeden) op de Nieuwesloot. Oost: de Nieuwesloot, zuid: landen eertijds toebehoord hebbende aan Jan Lourisz., nu aan Thijs Comen (niet helemaal zeker of ik dit juist geïnterpreteerd heb) te Leiden, west en noord: Pons Cornelisz. Butterman. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 65, folio 84v) Op 03-04-1594 (datum van de transportakte) koopt hij met Floris Jacob Cornelisz. te Roelofarendsveen en Pieter Willemsz. Backer te Hoogmade van Louris Cornelisz. Scheenaert, voor de ene helft, en de erfgenamen van diens vrouw Marij Claesdr. (te weten haar zoon Jacob Cornelisz. Soes van Berckel en haar dochter Jannetgen Cornelisdr., weduwe van Govert Heijnrixsz.) voor de andere helft, omtrent 5 morgen land in Alkemade in twee partijen, vanouds belend door: oost: Cornelis Arijs Arijsz., oost: de Nieuwesloot, zuid: Cornelis Dircksz. Butterman, en west: de Kerksloot. Koopsom: f 1.900, waarvan 1/4 (f 475) gereed te betalen en de rest in drie gelijke termijnen, vallende op Sint-Pietersdagen ad cathedram 1595, 1596 en 1597 (op 20-05-1599 blijkt de schuld te zijn betaald). De 5 morgen land worden direct verdeeld door de drie kopers, en wel als volgt: 1. Floris Jacob Cornelisz. krijgt 700 roeden. Oost: de Nieuwesloot, zuid: Tonis Huijgensz., west: Pieter Cornelisz. Nijen met zijn deel, en noord: Jacob Aertsz. Spruijt 2. Pieter Cornelisz. Nijen krijgt 800 roeden. Oost: het deel van Floris, zuid: Tonis Huijgensz., west: Pieter Willemsz. met zijn deel, en noord: de kinderen van Jan Cornelisz. Nijen 3. Pieter Willemsz. krijgt 2½ morgen. Oost: Pieter Cornelisz. Nijen, zuid: Dirck Willemsz. en Cornelis Mourintsz. c.s., west: de Kerksloot, en noord: Gerrit Jansz. en de erfgenamen van Bruijn Cornelisz. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 65) Hij woonde in 1600 te Alkemade. Voor de "capitale leninge" van dat jaar werd hij aangeslagen voor f 80, wat een vermogen impliceert van f 8.000 à 9.000. (bron: Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600 voor de dorpen in het ressort Leiden; getranscribeerd door de Werkgroep Oud Schrift). Gehuwd. Getrouwd vóór 15-03-1593. Partner is Maritgen Sijmonsdr. Overleden na 15-03-1593. |
1. | Maritgen Reijnoutsdr. (zie 681). |
1. | Dirck Huijbrechtsz. (zie 960). |
1. | Oude Aechgen Pietersdr. (zie 961). |
1. | Pieter Jan Cornelisz.z. (zie 962). |
2. | Cornelis Jan Cornelisz.z. |
3. | Jacob Jan Cornelisz.z. |
1. | Mees Jacobsz. van der SLUIJS (zie 964). |
1. | Trijntje Huijgendr. (zie 965). |
1. | Claes Cornelisz. CORSTEMAN (zie 966). |
1. | Marijtgen Vranckendr. van der BURCH (zie 967). |
1. | Pieter Aerntsz. (zie 1922). |
1. | Haesgen Aelbrechtsdr. (zie 1923). |
1. | Jacob Meesz. (zie 1928). |
1. | Huijgh Jansz. (zie 1930). |
1. | Geertgen Claesdr. (zie 1933). |
1. | Vranck Dircxz. (zie 1934). |
1. | Trijntje Dircksdr. (zie 1935). |
1. | Jonge Aernt Gerijtsz. (zie 3844). |
1. | Claes Dirck Jansz.z. (zie 3866). |
1. | Dirck Vranckensz. (zie 3868). |