Genealogie van Ewout Jansz. RIJCKEN van CASTELEIJN


I    Ewout Jansz. RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken), overleden ±1605. Overleden tussen 1603 en 05-01-1606.

Zijn staat van goed en de scheidingsbrief zijn gedateerd 05-01-1606 en opgenomen in het eerste weesboek van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop. Hij laat 6 kinderen na (in volgorde van ouderdom):
1. Baert Ewoutsz., meerderjarig
2. Leentgen Ewoutsdr., meerderjarig
3. Aeltgen Ewoutsdr., minderjarig (maar compareert wel voor schout en buurtuigen van Rijnsaterwoude). Voogden: Cornelis Dircksz. Loos en Antonis Florisz.
4. Willem Ewoutsz., ±15 jaar
5. Annetgen Ewouts, ±13 jaar
6. Martgen Ewouts, ±10 jaar
Voogden van jongste drie kinderen: Gerrit Jansz. Drincwt, Baert Meesz., Claes Dircksz. en Claes Dircksz. Buijs.

Hij laat aan onroerende goederen na:
1. Een huis, erf en landen aan de Oockweg (ambacht Leimuiden) met land erachter gelegen, samen te verongelden voor 2 morgen 500 roeden (in de scheidingsbrief staat 2 morgen 400 roeden). Belendingen: oost: Baert Meessen c.s., zuid: de Oockweg, west: Cornelis Dircksz., en noord: Mees Willemsz. c.s.
2. Zekere akkers (niet nader omschreven)

De twee percelen land aan de Oockweg die hij ten tijde van het overlijden van zijn vrouw Neeltgen Willemsdr. nog had ("die Oude Werff van Casteleijn" en "'t lant van Claes Droechten") heeft hij kennelijk verkocht (zie opmerkingen bij het overlijden van Neeltgen), denkelijk aan Baert Meesz., aangezien die als belender ten oosten van zijn woning wordt genoemd, terwijl hij dat voor een deel zelf was met "'t lant van Claes Droechten".

De nagelaten roerende goederen zijn huisraad, 3 koeien, een schuit, een praam en verder roerende goederen in het huis. Wat betreft inschulden zijn de belangrijkste: f 264 te ontvangen van Dirck Jansz. te Delft en f 80 van Jan Gijsen opten Dam. Nagelaten uitschulden zijn onder meer: f 100 aan Baert Meesz., f 106 en f 78 aan Anna Leenderts, f 100 aan Jan Ghijsbertsz. te Leiden en f 90 aan Claes aenden Wech.

De verdeling is als volgt:

Baert Ewoutsz. krijgt:
1. De woning: huis, erf, boomgaard, "potinge en plantinge" en twee toegemaakte kampjes land daarachter gelegen en nog een akker aan het einde daarvan. Belendingen: oost: Baert Meessoon c.s., zuid: de Oockweg, west: Leentgen en Aeltgen Ewouts, en noord: Mees Willemsz.
2. Nog een kampje land met als belendingen: noord en oost: Leentgen en Aeltgen Ewouts, zuid: de Oockweg, west: Cornelis Dircksz.
3. De akkers over de dijk

Leentgen en Aeltgen Ewouts krijgen:
1. "'t Voorhoofgen" aan de oostzijde van de grote akker aan de Oockweg
2. Het toegemaakte kamp met het grote kamp daarachter gelegen en met een akker daarachter aan de westzijde van de woning. Oost: Baert Ewoutsz., zuid: de Oockweg, west: Cornelis Dirck Loosen en Baert Ewoutsz. c.s., en noord: Mees Willemsz. c.s.
3. Het "voorhoofgen" over de Oockweg.

Voor de woning en de eraan gelegen landen zal Baert de helft van de ongelden moeten dragen en zijn zussen Leentgen en Aeltgen Ewouts samen de wederhelft. De ongelden voor de akkers over de Oockweg zal Baert alleen moeten dragen.

De kinderen zullen de roerende goederen in gemeenschap behouden, maar voor de uitschulden en andere bezwaringen des boedels moeten de drie oudere kinderen de drie jongere vrijwaren. Bovendien beloven de drie oudere kinderen de jongere tot hun 18de verjaardag behoorlijk te onderhouden en en hun f 672 te betalen (2/3 te betalen door Baert en 1/3 door Leentgen en Aeltgen samen), dat wil zeggen: de eerste 4 jaar mogen ze het geld houden en vanaf Allerheiligen 1609 betalen zij jaarlijks 1/6. Ze verbinden hieraan de hun toebedeelde onroerende goederen. Daarbij mogen zij de drie toegemaakte kampen "niet roeren of trekken" en op het kamp aan de westzijde naast het land van Cornelis Dircksz. met op het noordeinde Wouter Joosten, mogen zij wel de "heijnsloten" trekken, maar geen nieuwe sloten maken.

Tot slot vrijwaart Baert zijn twee oudste zussen van alle schulden, renten, lasten en andere zwarigheden, in ruil voor alle inschulden des boedels.

(bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 1, folio 63v ev).
Gehuwd vóór 1580 met Neeltgen Willemsdr. Overleden ±1602. Haar staat van goed en de akte van boedelscheiding zijn opgenomen in het eerste weesboek van Rijnsaterwoude, folio 36v t/m 38. De akte wordt enigszins abrupt afgebroken (vlak voordat de datum moet worden gegeven). De akte ervóór is van januari 1603.

De nagelaten kinderen van Marritgen zijn volgens die weesakte: Baert Ewoutsz., Leentgen Ewoutsdr., Aeltgen Ewoutsdr., Willem Ewoutsz. (13), Annetgen Ewoutsdr. (11) en Maritgen Ewoutsdr. (8). Voogden van de kinderen zijn hun neven (waarschijnlijk bedoelt men neven van hun ouders) Baert Meesz. en Claes Dircxsz. Buijs. De drie oudste kinderen compareren met hun vader voor schout en weesmannen. De drie jongste worden vertegenwoordigd door hun voogden. Ewout Jansz. Rijcken van Casteleijn als vader en nagelaten echtgenoot zal alle goederen behouden, zijn drie jongste kinderen tot de leeftijd van 21 jaar behoorlijk opvoeden en hun dan een bedrag van f 135 per kind uitkeren voor hun moederlijke erfenis. Hij mag die betaling een jaar uitstellen tegen rente volgens de 16de penning (6,25% per jaar), maar niet langer. De drie oudste kinderen moeten nog een jaar bij hun vader blijven wonen en hem helpen met het werk, mits hun vader hen behoorlijk kleedt, en na dat jaar moet hun vader de f 135 uitkeren, wat hij weer een jaar mag uitstellen tegen intrest als boven. De kinderen mogen na dat jaar nog tot de eerste mei daaropvolgend bij hun vader blijven, als ze dat willen. Aan zijn verplichtingen verbindt Ewout Jansz. de volgende onroerende goederen (komende uit de gemene boedel):

1. Een woning bestaande uit huis, hof, "potinge en plantinge" en drie morgen land erachteraan gelegen. Oost: Willem Meertsz. Blomenhorn en Ewout zelf, zuid: de Oockweg, west: Cornelis Dircxsz. Loos (ook wel: Cornelis Dirck Loosz.), en noord: Mees Willemsz. en Wouter Joosten
2. 600 Roeden (in de inventaris staat 300 roeden) land genaamd "die Oude Werff van Casteleijn" of "de woning van Casteleijn", gelegen aan de Oockweg in het ambacht van Leimuiden. Oost: Mees Willemsz., zuid: de Oockweg, west: Willem Meertsz. Blomenhorn, en noord: Cornelis Dircxsz. Loos
3. 300 Roeden land (in de akte van deling wordt dit perceel "het land van Claes Droechten" genoemd), belend door: oost: Cornelis Dirck Loosz., zuid: Willem Meertsz., west: Ewout Jansz. zelf, en noord: Claes Lenertsz.

In de inventaris wordt ook gewag gemaakt van "sekere ackers", te verongelden voor 1 morgen, maar deze worden niet gehypothekeerd.

Als Ewout de twee stukken land (nummers 2. en 3.) wil verkopen moet hij eerst f 300 van de renten die op zijn woning rusten aflossen. Verkoopt hij alleen nummer 2. ("de woning van Casteleijn"), dan moet hij f 200 aflosen en als hij alleen "het land van Claes Droechten" (kennelijk nummer 3.) verkoopt, f 100.

De inschulden en uitschulden die door Marritgen zijn achtergelaten, zijn de volgende:

Inschulden (debiteuren):
1. Maerten Danielsz.van der Gouts voor de koop van een schip: f 350

Uitschulden (crediteuren):
1. Jan Ghijbertsz., korenkoper te Leiden, ter zake van geleend geld: f 250
2. Anna Lenerts of haar kinderen, ter zake van geleend geld: f 300
3. Ploech Setters voor een koe: f 30
4. Clement Ouwe Pietersz. voor een koe: f 22
5. Dirck Dircksz. voor vuilnis(??): f 35
6. De smid op de Oude Wetering: f 44
7. Comen (koopman?) Heijndrick ter zake van geleend geld: f 45
8. De brouwer te Haarlem: f 12
9. Jannetgen Jans ter zake van geleend geld: f 25

(bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 1, folio 36v ev). Filiatie onzeker! Dochter van Willem Gherrijtsz. CASTELEIJN.
Uit dit huwelijk:
   1.  Baert Ewoutsz. (zie IIa).
   2.  Leentgen Ewoutsdr. (RIJCKEN van CASTELEIJN), geboren vóór 1581. Ze was op 05-01-1606 meerderjarig. Overleden ±1621. Haar staat van goed en de scheidingsbrief betreffende haar nalatenschap zijn van 1622 (niet preciezer gedateerd; de volgende akte is van 14-03-1622). Ze laat een huisje en erfje met een zeker akkertje eraan (samen groot omtrent 150 roeden) na, gelegen aan de Oockweg vlakbij het dorp van Leimuiden. Belendingen: oost: de weduwe van Baert Meesz., zuid: de Oockweg, west: de voornoemde weduwe van Baert Meesz. en Cornelis Frederixz., en noord: Cornelis Cornelisz. Smal Kees. (Dit huisje met erf is trouwens op 15-03-1621 (datum van de transportakte) al verkocht door Arent Cornelisz. aan Crijn Jansz., mede wonende aan de Oockweg, voor f 300, te betalen op 6 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen, te beginnen in 1621, zoals blijkt uit: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 66) Qua onroerende goederen is er een zandschouw met gereedschap. Verder stelt de nalatenschap zo weinig voor dat haar echtgenoot alles mag houden en de kinderen geen bedrag voor hun moederlijke erfenis toebedeeld krijgen. Wel moet de vader de kinderen naar behoren opvoeden, en wel Lenert Arijensz. tot zijn mondige jaren en de andere kinderen tot de leeftijd van 18 jaar (mogelijk is Lenert gehandicapt?). (bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 1, folio 270).
Gehuwd ±1607 met Arent Cornelisz. Overleden na 1622. Wellicht dezelfde als de molenaar "Arent Cornelisz. Schouman" aan de Oockweg? Deze overleed in 1636 of 1637 (vóór 05-03-1637). In 1636 had hij arbeid verricht ten behoeve van de reparatie van de zeilen van de watermolen van de Grietpolder. Het arbeidsloon ad f 4:18:0 was uitgekeerd aan Jacob Cornelisz. aan de Oockweg namens de weduwe en erfgenamen van Arent. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, inv.nr. 5579, polderrekeningen Grietpolder). In 1640 staan op zijn naam (als "bewoner" aan de Oockweg) nog 4½ morgen, die in 1644 op naam staan van zijn weduwe).

Op 15-03-1621 (datum van de transportakte) verkoopt hij aan Crijn Jansz., net als Arent wonende aan de Oockweg, voor f 300, te betalen op 6 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen, te beginnen in 1621, een huisje en erf aan de Oockweg. Belendingen: oost: Baert Meesz., zuid: de Oockweg, west: Arent Heijnricxz. Snijder en Baert Meesz. voornoemd, en noord: Cornelis Cornelisz. De koper moet gedogen dat voornoemde Cornelis Cornelisz. recht op overpad heeft en recht op voorpresentatie indien de koper het huisje en erf zou willen wederverkopen. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 66)

Wellicht is hij de Arent Cornelisz., die samen met Claes Dircxsz. Druijs betrokken was bij het "aanwerven en zanden" van de kwakel (een soort ophaalbrug) in de Oockweg te Leimuiden in 1616 (volgens de ambachtsrekening van dat jaar), waarvoor zij van het ambachtsbestuur van Leimuiden samen 2 gulden en 1 stuiver ontvingen. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, inv.nr. 5545). Voogd over de kinderen (Trijntgen (14), Neeltgen (11), Cornelis (9), Ewout (7), Lenert (5) en Jan Arentsz. (3 jaar of daaromtrent)) was in 1622 hun oom Baert Ewoutsz. Rijcken.
   3.  Aeltgen Ewoutsdr. (RIJCKEN van CASTELEIJN), geboren vóór 1589.
   4.  Willem Ewoutsz. den RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken) (zie IIb).
   5.  Annetgen Eeuwoutsdr. Geboren ±1592, overleden vóór 1623.
Gehuwd met Cornelis Michielsz. Overleden tussen 01-09-1618 en 27-11-1634. In 1623 woont hij met zijn dochter Anna te Roelofarendsveen. (bron: Hoofdgeld Alkemade 1623, bewerking door F.J.A.M. van der Helm), zoon van Michiel Rochusz. en Sijmontgen (Sijmentgen) Cornelisdr.
   6.  Marritgen (Martgen) Ewoutsdr. (RIJCKEN van CASTELEIJN), geboren ±1595.

 
IIa    Baert Ewoutsz. RIJCKEN van CASTELEIJN, geboren vóór 1581, overleden ±1649. Overleden tussen 04-10-1648 en 23-09-1649.

Op 23-09-1649 passeert voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop de scheidingsbrief betreffende zijn nalatenschap.

De verdeling is als volgt (alle onroerende goederen zijn gelegen in het ambacht van Leimuiden):

Zijn weduwe (en stiefmoeder van zijn acht kinderen) Trijntgen Thonisdr. krijgt:
1. Een partij hooiland van omtrent 500 roeden. Oost: Cornelis Jansz. Quant, zuid: Jacob Cornelisz. van Schulenbu(r)ch, west en noord: Jan Vredricxz.
2. Een kamp land met twee akkers, samen groot omtrent 650 roeden. Oost: Jan Geritsz. de Groot c.s., zuid: Ewout Baertsz. Rijcken, west: Claes Louwen, en noord: 't Griet
3. Een stuk land met een teelakker genaamd "de Grietcamp", samen groot omtrent 500 roeden. Oost en zuid: Lenaert Cornelisz. Loos, en noord: 't Griet (belending ten westen niet vermeld in brief)
4. Een kampje hooiland achter de woning (die naar de kinderen gaat), groot omtrent 470 roeden. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: de kinderen met hun deel, west: Lenaert Cornelisz. Loos, en noord: 't Griet
5. Een perceeltje veen- of rietland. Oost: de voornoemde kinderen met hun deel, zuid: de Kerklaan, west: Lenaert Cornelisz. Loos en Ewout en Jan Baertsz. Rijcken, en noord: de Oockweg

Voornoemde partijen zijn samen te verongelden voor 3 morgen 400 roeden. Daarboven krijgt Trijntgen van haar stiefkinderen nog f 50, te betalen op "Alleveenkermisdag" 1650, vanwege de meerwaarde van het hun aanbedeelde.

De zeven kinderen en het kleinkind Annetgen Crijnen krijgen in samen:
1. De woning, bestaande uit huis, hooihuis, schuur, werf, etc. met een kampje hooiland en zekere veenakkers eraan behorende. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: de Oockweg, west: Lenaert Cornelisz. Loos en noord: Trijntgen Thonisdr. (hun stiefmoeder) met haar deel
2. Een perceel veen- of rietakkers. Oost: de Oude Leimuiden, zuid: de Kerklaan, west: het voornoemde deel van hun stiefmoeder, en noord: de Oockweg

Beide partijen zijn samen te verongelden voor 2 morgen 200 roeden. De kinderen (en kleinkind) moeten hun stiefmoeder nog f 50 betalen (vide supra).

Daarnaast hadden Ewout en Jan Baertsz. Rijcken van hun moeder nog geërfd zekere partijen rietland, naast elkaar gelegen aan de Rijsdrecht en samen te verongelden voor 3 morgen 150 roeden. Belendingen: oost: Cornelis Jansz. Quant, Cornelis Arentsz. Rijcken en Claes Henricxz. Decker, zuid: Mouring Huijgen, west: Adriaen Adriaensz. Arijenmaet, Cornelis Cornelisz. Groenenwech en Sebastiaesn Dircxz., en noord: de Rijsdrecht. Hiervoor moesten ze de overige zes kinderen van hun moeder Maritgen Cornelisdr. in totaal f 900 betalen op 8 achtereenvolgende 1 meidagen, te beginnen in 1648. Hun vader Baert Ewoutsz. Rijcken stond hiervoor borg met zijn bezittingen. De boedel die nu verdeeld is blijft dan ook bezwaard met deze schuld, totdat zij geheel is betaald.

(bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 301). Ook wel: Baert Ewoutsz. Rijcken (meestal) en Baert Ewoutsz. van Casteleijn.

Hij was op 05-01-1606 al meerderjarig.

Hij woonde op 20-03-1618, 28-02-1622, 13-03-1623 en 23-04-1623 aan de Oockweg in het ambacht van Leimuiden. En ook uit de morgenboeken van Leimuiden van 1636 t/m 1648 blijkt hij aan de Oockweg te wonen.

Op 01-06-1621 (datum van de transportakte) koopt hij van de Heilige Geestmeesters van Leimuiden (Dirc Rutgensz. (Rutgersz.) Schoenmaker en Cornelis Jansz. van Heijningen) verlaten veenakkers (oost: Heijnderic Willemsz., zuid: Heer Jacobus en noord: de Heerweg (west niet vermeld)) en een partij veenakkers (oost en west: Heer Jacobus, zuid: de Heerweg, en noord: de Koestraat) in het ambacht van Vriezekoop. Er wordt voor het ongeld verwezen naar het morgenboek. Koopsom: f 11, te betalen op 2 eerstvolgende St. Jacobsdagen. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 91v)

Op 28-02-1622 (datum van de transportakte) koopt hij van Arent Heijndricxsz. Snijder te Aalsmeer in diens hoedanigheid als man van Aechgen Jordensdr., weduwe van Lenert Gerritsz. (uit wiens nagelaten boedel, waarvan de scheidingsakte diezelfde dag is gepasseerd, het verkochte stamt), een kampje land met zekere veenakkers in het ambacht van Leimuiden, te verongelden voor 600 roeden. Oost: de weduwe van Baert Meesz., zuid: Jan Gerritsz. Drinckvuijt (Drinckwt), west: Bouwen Cornelisz. Scheepmaker c.s., en noord: 't Griet. Koopsom: f 350, te betalen op 7 Allerheiligendagen vanaf 1622. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 147v en 148v en 149v)

In een transportakte van 14-03-1622, betreffende de verkoop van een partij land, te verongelden voor 1 morgen, aan de Oockweg door Lenert Claesz. aan Krijn Jansz., wordt hij als belender ten westen genoemd. Overige belendingen: oost: Thamis Gijsbertsz., zuid: Jan Vreerixz., en noord: de Oockweg. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 154v)

Op 13-03-1623 (datum van de transportakte) koopt hij van de erfgenamen van Aeltgen Dircxdr., weduwe van Pieter Gerritsz. van Calslagen (kinderen: 1. Jan Pietersz., 2. Gerrit Dirck Arijensz. x wijlen Weijntgen Pietersdr. (er zijn kinderen uit dit huwelijk), 3. Jan Jansz. Quandt x Geertgen Pietersdr., 4. Pieter Jansz. Backer x Hillegondt Pietersdr., 5. Gelder Cornelisz. x Neeltgen Pietersdr., 6. Marritgen Pietersdr.) een stuk land met twee veen- of turfakkers in het ambacht van Leimuiden, te verongelden voor 300 roeden. Belendingen: oost: Gerrit Dirck Arijensz. c.s., zuid: Cornelis Claesz. c.s., west: de weduwe van Willem Willemsz. en Gerrit Dircxsz. voornoemd, en noord: de verkopers zelf. Koopsom: f 180, te betalen op 6 Sint-Jacobsdagen, vanaf 1623. Pieter Jansz. Backer, wonende op de Oude Wetering in de heerlijkheid van Alkemade stelt zich borg voor Baert. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 12)

Op 23-04-1623 (datum van de transportakte) verkoopt hij aan Claes Henricxz. Decker, op dat moment wonende te Kudelstaart, twee turfveenakkers (land of water) in het ambacht van Leimuiden. Oost: Cornelis Jansz. Quandt, zuid: Cornelis Claesz., west: de koper, en noord: Cornelis Arentsz. en Jan Pietersz. c.s. Koopsom: f 28, te betalen in twee jaar. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 27)

Op 23-04-1623 (datum van de transportakte) verkoopt hij aan Cornelis Arentsz. Rijckelant te Burggraverveen (ambacht van Leimuiden) een kampje land of water, te verongelden voor 200 roeden, in het ambacht van Leimuiden. Oost: Gerrit Dircxz., zuid: Claes Henricxz., west: Marritgen Jacobsdr., weduwe, en noord: Jan Pietersz. Koopsom: f 74, te betalen in vier jaar. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 27v)

Rond 1634/1635 verkocht hij een perceel uitgemoerde akkers in Vriezekoop, te verongelden voor 200 roeden, aan Ewout van Schilperoort, secretaris van Rijnland, en Jan Deijman, brouwer te Leiden, die een groot aantal percelen in Vriezekoop, Rijnsaterwoude en Leimuiden kochten om te bedijken, hoewel daar in 1643 niets van bleek te zijn gekomen. Volgens een niet-gedateerde transportakte voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, waren de belendingen van dit perceel:
Oost en west: Aert Corssen, zuid: de Heerweg, en noord: de Koestraat
(bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, inv.nr. 6574)

In de morgenboeken van Leimuiden van 1636 t/m 1648 wordt hij genoemd aan de Oockweg met de volgende hoeveelheden land op zijn naam: in 1636 en 1640: 7 morgen 550 roeden, in 1644 en 1648: 8 morgen 150 roeden. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571a en b)

In het morgenboek van Vriezekoop van 1640 staan 300 roeden, en in die van 1644, 1648, 1652 en 1656 100 roeden op naam van Baert Ewoutsz. Rijcken te Leimuiden. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571a, b en c), zoon van Ewout Jansz. RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken) (zie I) en Neeltgen Willemsdr.
Gehuwd (1) vóór 1615 met Maritgen Cornelisdr. Overleden vóór 1648. Ze liet zekere partijen rietland na, naast elkaar gelegen aan de Rijsdrecht en samen te verongelden voor 3 morgen 150 roeden. Belendingen (in 1649): oost: Cornelis Jansz. Quant, Cornelis Arentsz. Rijcken en Claes Henricxz. Decker, zuid: Mouring Huijgen, west: Adriaen Adriaensz. Arijenmaet, Cornelis Cornelisz. Groenenwech en Sebastiaesn Dircxz., en noord: de Rijsdrecht. Haar zoons Ewout en Jan Baertsz. Rijcken erfden deze landen, waarvoor zij de overige zes kinderen van Maritgen Cornelisdr. in totaal f 900 moesten betalen op 8 achtereenvolgende 1 meidagen, te beginnen in 1648. Hun vader Baert Ewoutsz. Rijcken stond hiervoor borg met zijn bezittingen. (bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 301). Mogelijk is haar vader Cornelis van Schulenburch. De maternele voogd van haar vier nog ongehuwde dochters was op 23-09-1649 namelijk ene Jacob Cornelisz. van Schulenburch, mogelijk haar broer. Ze woonden en hadden bezittingen aan de Oockweg te Leimuiden.

In 1623 wonen ze aan de Oockweg te Leimuiden met 7 kinderen: Eeuwout, Cornelis, Jan, Neeltgen, Grietgen, Tonisgen en Ariaentgen. (bron: Hoofdgeld van Leimuiden van 1623, bewerking door F.J.A.M. van der Helm)

Op 25-02-1652 (datum van de transportakte) verkopen hun gezamenlijk erfgenamen (kinderen en kleinkind) aan Albert Joosten Timmerman te Rijnsaterwoude de volgende in het ambacht van Leimuiden gelegen onroerende goederen (nadat ze eerst in het openbaar door Ewout Baertsz. Rijcken waren gekocht, maar die gaf de koop over aan Timmerman):
1. Een woning, bestaande uit huis, hooihuis, schuur, werf, etc. met een kamp land en akkers en water eraan behorende. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: de Oockweg, west: Lenaert Cornelisz. Loos en noord: Trijntgen Thonisdr., laatst weduwe van Baert Ewoutsz. Rijcken
2. Een hoekje rietland. Oost: Arijs Dircxz. Kennis, zuid: 't Griet, west: (niet gegeven), en noord: het Grote Meer (Haarlemmermeer)
3. Nog een partijtje rietland. Oost: "het Bree(?) Weer", zuid: 't Griet, west: Arijs Dircxz. Kennis, en noord: het Grote Meer
De partijen zijn samen te verongelden voor 2 morgen 200 roeden.
De koopsom bedraagt f 1.256, te betalen op 6 opeenvolgende St. Jacobsdagen, waarvan de eerste al verschenen is in 1651. Ewout Baertsz. Rijcken stelt zich borg voor Timmerman.
(bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 565.
Gehuwd (2) met Trijntgen Thonisdr. Overleden na 07-09-1660. Ze woonde op 23-09-1649 aan de Oockweg te Leimuiden. Op 28-04-1652 woonde ze in het dorp van Leimuiden.

Op 23-09-1649 was haar gekozen voogd Cornelis Jan Vredricxz. Op 13-03-1651 en 28-04-1652 was dat haar zoon Thonis Dircxsz. (uit haar eerste huwelijk met ene Dirck).

Volgens de morgenboeken van Leimuiden van 1652, 1656 en 1660 woont zij aan de Oockweg en bezit ze in 1652: 3 morgen 400 roeden, 1656: 425 roeden en in 1660: 1 morgen 50 roeden land. In het morgenboek van 1664 wordt ze niet meer genoemd. Ze heeft in 1660 kennelijk al haar onroerende goederen ten behoeve van haar schuldeisers moeten (laten) verkopen (zie volgende alinea's). (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Leimuiden, inv.nr. 5551b en c en Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571c)

Op 13-03-1651 laat ze, geassisteerd door haar zoon Thonis Dircxz., net als Trijntgen woonachtig te Leimuiden, voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop een renteschuldbrief passeren, waarin ze verklaart aan Laurens en Willem Corneliszonen, weeskinderen van wijlen Annetgen Geritsdr. van Heijningen en Cornelis Laurensz. van der Aa (die als schepen optreedt!), Annetgens tweede man, een losrente van f 9:7:8 per jaar schuldig te zijn, met een hoofdsom van f 150. De eerste verschijndag zal zijn 13-03-1652. Trijntgen mag een bedrag van f 1:17:8 korten op de rente, mits zij binnen 3 maanden na de verschijndag betaalt. Als zekerheid verbindt ze hieraan de volgende partijen land:
1. Omtrent 400 roeden land in de Grietpolder van Leimuiden. Oost: Cornelis Jansz. Quant, zuid: Cornelis Claesz. Vos, west en noord: Jan Vredricxz.
2. Omtrent 500 roeden hooiland, genaamd "Vossenhout", ook in de Grietpolder. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: Ewout Baertsz. Rijcken, west: Lenaert Cornelisz. Loos, en noord: 't Griet
3. Een kampje hooiland en 2 teelakkers, genaamd "het Grietcampgen", ook in de Grietpolder. Oost: Lenaert Cornelisz. Loos, zuid: dezelfde Loos en Cornelis Baertsz. voornoemd, west: Cornelis Cornelisz. Bout, en noord: 't Griet
(bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 386)

Op 28-04-1652 laat ze, geassisteerd door haar zoon Thonis Dircxsz., voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop een schuldbrief passeren, waarin ze verklaart aan Aechgen Woutersdr., weduwe van IJsbrant Henricxz. Houtcooper en wonende op de Oude Wetering, een bedrag van f 200 schuldig te zijn, ter zake van geleend geld. Ze belooft dit bedrag in twee gelijke termijnen terug te betalen op 01-05-1653 en 01-05-1654 met intrest tegen de 20ste penning (5% per jaar). Als zekerheid verbindt ze hieraan de volgende partijen land, alle gelegen in het ambacht van Leimuiden:
1. Een kampje land van omtrent 400 roeden. Oost: Cornelis Jansz. Quant, zuid: Cornelis Claesz. Vos, west: Cornelis Jan Vredricxz. en noord: de erfgenamen van Jan Vredricxz.
2. 500 Roeden hooiland. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: Albert Joosten, west: Lenaert Cornelisz. Loos, en noord: 't Griet
3. 600 Roeden hooiland. Oost: Lenaert Cornelisz. Loos voornoemd, zuid: Cornelis Baertsz. Casteleijn voornoemd, west: Cornelis Cornelisz. Bout, en noord: 't Griet
(bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 614)

Op 13-01-1660 koopt Lenaert Jansz. Castileijn, wonende aan de Oockweg te Leimuiden, in het openbaar van Trijntgen Thonisdr., de weduwe van Baert Euwoutsz. Rijcken, eveneens wonende te Leimuiden, een kampje hooiland met twee teelakkers ernaast, genaamd "'t Grietcampgen", gelegen in de Grietpolder in het ambacht van Leimuiden. Belendingen: oost: de weduwe van Jacob Cornelisz. Lijndraijer, zuid: Cornelis Baertsz. Castileijn c.s., west: het weeskind van Jaepgen Maertensz. zaliger, en noord: 't Griet. Aangezien er (niet met name genoemde) schuldeisers blijken te zijn, moet Lenaert, op basis van de "sententie van preferentie, gedaan door de vierschaar van Leimuiden op 07-09-1660 (de transportakte, waarop ik mij baseer, is van dezelfde datum), de kooppenningen ad f 140 op 5 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen (waarvan de eerste reeds geweest is in 1660) betalen aan de "best gerechtigde ende geprefereerde crediteuren van Trijntgen Thonisdr." Borg voor Lenaert is Willem Aertsz. van Griecken, ook wonende aan de Oockweg te Leimuiden.
(bron: ORA Leimuiden en Vriesekoop, inv.nr. 756, folio 313)

Op dezelfde wijze (geldt in ieder geval voor 1. en 2.) verkoopt Trijntgen Thonisdr. op 13-01-1660 in het openbaar nog de volgende partijen land:
1. Aan Jacob Cornelisz. Lijndraijer aan de Oockweg: een partij hooiland genaamd "Vossenhont", te verongelden voor 250 roeden, deels gelegen in de Grietpolder. Oost: Cornelis Baertsz. Casteleijn, zuid: Albert Joosten Timmerman, west: de kinderen van Lenaert Cornelisz. Loos, en noord: 't Griet. Koopsom: f 176.
2. Aan Gerit Claesz. Spaergaren aan de Oockweg: een partij veenakkers of water met een turfschuur, gelegen in de Grietpolder, te verongelden voor 1 morgen 100 roeden. Oost: de weduwe van Jan Baertsz. Rijcken, zuid: de Kerklaan, west: Gerit Jan Vredricxz. c.s., en noord: de Oockweg. Koopsom: f 45.
3. Aan Claes Thonisz. Hemel, wonende aan de Oockweg te Leimuiden: een kampje hooiland in de Grietpolder van Leimuiden, te verongelden voor 600 roeden. Oost: de erven Cornelis Jansz. Quant, zuid: Cornelis Claesz. Vos, west: Cornelis Jan Vredricxz., en noord: de koper. Koopsom: f 550 (te betalen op 5 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen (de hele schuld blijkt op 10-12-1664 te zijn betaald). Borg voor de koper: Gerit Jan Vredricxz.

(bron: ORA Leimuiden en Vriesekoop, inv.nr. 756, folio 352, 359 en 364).
Uit het eerste huwelijk:
   1.  Grietgen Baerts (RIJCKEN), geboren vóór 1618. Overleden vóór 23-09-1649, maar mogelijk al veel eerder.

Op 23-09-1649 passeert voor schout en schepenen de scheidingsbrief betreffende haar nalatenschap. Haar man Crijn Sebastiaensz., die inmiddels hertrouwd is, houdt de gehele boedel en belooft zijn dochter Annetgen Crijnen, de enige erfgenaam van Grietgen, tot haar 21ste behoorlijk op te voeden en haar dan een bedrag van f 30 voor haar moederlijke erfenis uit te keren. Als zekerheid verbindt hij hieraan 500 roeden rietland in het ambacht van Leimuiden, belend door: oost: Adriaen Dircxz. en Lenaert Dircxz. van Griecken, molenaar, zuid: de weduwe van Sebastiaen Dircxz., west: Sebastiaen Arentsz. c.s., en noord: de kinderen van Paulus Gerritsz. Drinckwt.
(bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 3, folio 299).
Gehuwd vóór 1634 met Crijn Bastiaensz. (RIJCKEN), overleden ±1655. Overleden tussen 28-02-1653 en 28-04-1657. Het patroniem verschijnt ook als "Sebastiaensz.".

Hij was de oudste zoon.

Hij woonde op 23-09-1649 op de Oude Wetering.

Mogelijk is hij de Crijn Bastiaens, wonende aan de westzijde van de Oude Wetering, op wiens naam in het morgenboek van Leimuiden van 1652 500 roeden en in dat van 1656 650 roeden staan. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571c), zoon van Sebastiaen (Bastiaen) Dircxz. RIJCKEN en Grietgen Cornelisdr. Er was op 06-07-1652 één kind uit dit huwelijk.
   2.  Ariaantjen Baartsdr. (RIJCKEN), geboren vóór 1623, overleden ±1661 te Leimuiden. Op 13-07-1662 vindt de boedelscheiding plaats voor (gesubstitueerd) schout en schepenen van Leimuiden en Vriezekoop. Haar echtgenoot Tonis Dircxsz. behoudt de gehele boedel en belooft zijn kinderen naar behoren op te voeden tot hun 20ste verjaardag of huwelijk en hun dan boven de uitzet elk een bedrag van f 2:10:0 uit te keren voor hun moederlijke erfenis. Dit bedrag is zo laag "ten opsigte den voorn. boedel seer swack & soober is bevonden". (bron: ORA Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 757, folio 168). Ook wel: "Ariaentgen Baertsdr.".
Gehuwd vóór 1649 met Tonis Dircxsz. Overleden na 13-07-1662. Ook wel: Thonis Dircxz.

Mogelijk is hij de zoon van de stiefmoeder van zijn vrouw... Voogd van de vier nagelaten kinderen (Dirc (13), Baart (12), Maritgen (10) en Jonge Maritgen (5 jaar)) uit dit huwelijk was op 13-07-1662 Ewout Willemsz. te Roelofarendsveen, neef (van hun moeder) en naaste bloedvoogd.
   3.  Ewout Baertsz. RIJCKEN, geboren vóór 1623, overleden ±1659(?). Overleden na 28-08-1657 en (wellicht) vóór 1660. Op 04-10-1648, 23-09-1649 en 14-03-1651 woonde hij aan de Oockweg te Leimuiden.

Volgens de morgenboeken van Leimuiden van 1648, 1652 en 1656 woont hij aan de Oockweg. In 1648 staan op zijn naam 2 morgen 175 roeden, in 1652: 1 morgen 525 roeden, en in 1656 nog maar 350 roeden land. In de morgenboeken van 1660 (volgens welke hij zou zijn overleden), 1664, en die van 1680 t/m 1704 (in het morgenboek van 1688 wordt hij (abusievelijk?) "Ewout Baertsz. Casteleijn" genoemd!) staan die 350 roeden nog steeds op zijn naam. In de morgenboeken van Leimuiden van 1720 en 1724 wordt hij als laatste genoemd onder "Grietpolder Westbon" met 400 roeden op zijn naam. In 1728 wordt hij niet genoemd om in 1732 weer terug te keren als laatstgenoemde onder "Grietpolder Westbon" met 400 roeden. In het morgenboek van 1736 ontbreekt zijn naam weer, doch in dat van 1740 wordt hij wederom als laatste onder "Grietpolder Westbon" genoemd met 400 roeden. In het morgenboek van 1744 staat als laatste genoemd onder "Grietpolder Westbon": "'t ambacht loco Ewout Rijcken" met 400 roeden. Aangezien niet mag worden verwacht dat hij 120 jaar oud is geworden, vermoed ik dat na zijn dood (vermoedelijk vóór 1660) de door hem nagelaten 350/400 roeden land nooit op een nieuwe eigenaar zijn overgegaan (waarschijnlijk was het land "waardeloos" geworden) en zijn ze daarom steeds op zijn naam blijven staan.... (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Leimuiden, inv.nr. 5551b, c, d, e, f en g en Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571b en c)

Op 04-10-1648 verschijnt hij met zijn vader Baert Ewoutsz, Rijcken (evenals Ewout wonende aande Oockweg te Leimuiden) als borg voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop en bekent een losrente van f 12:10:0 per jaar (hoofdsom: f 200), ingaande op 04-10-1649 (op de jaarlijkse rente mag f 2:10:0 worden gekort, mits binnen drie maanden na de verschijndag wordt betaald) schuldig te zijn aan de 5 weeskinderen van wijlen Aeltgen Jacobsdr., die zij heeft gewonnen bij Jan Thonisz. de Bruijn, scheepstimmerman aan de oostzijde van de Oude Wetering (ambacht Leimuiden). Als zekerheid verbindt hij hieraan de volgende onroerende goederen (alle gelegen aan de Oockweg te Leimuiden):
1. Een werfje land. Oost: de kinderen van Pieter Pietersz. Snijder, zuid en west: voornoemde Baert Ewoutsz. Rijcken, en noord: de Oockweg
2. Omtrent 1 morgen veenland. Oost: Baert Ewoutsz. Rijcken, zuid en west: Jan Baertsz. (waarschijnlijk wordt Ewouts broer Jan Baertsz. Rijcken bedoeld), en noord: de Oockweg
3. Een halve morgen veenland. Oost: Jan Gerritsz. de Groot c.s., zuid: de Oockweg, west: Thonis Pietersz. Loos, en noord: "hij borg" (d.i. Baert Ewoutsz. Rijcken)
(bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 10)

Op 14-03-1651 (datum van de transportakte) verkoopt hij voor f 30 gereed geld aan Gerrit Jan Vredricxz., wonende aan de Leimuiderbrug, een erf land aan de Oockweg te Leimuiden, dat vrij is van poldergeld. Belendingen: oost: Guijer Otten, zuid: Willem Pieter Hansen, west: Ewout zelf, en noord: de Oockweg. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 10)(bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 7, folio 384)

In de scheidingsbrief d.d. 18-01-1657 betreffende de nalatenschap van Niesgen Cornelisdr., vrouw van Gerit Jan Vredricxz. aan de Oockweg te Leimuiden, wordt hij genoemd als belender ten westen van een werf aan de Oockweg. Overige belendingen: oost: Guijert Ottgen., zuid: Willem Pieter Hansen, en noord: de Oockweg. (bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 207).
   4.  Jan Baertsz. RIJCKEN, geboren vóór 1623, overleden ±1656. Overleden tussen 01-01-1656 en 18-01-1657.

In de scheidingsbrief d.d. 18-01-1657 betreffende de nalatenschap van Niesgen Cornelisdr., vrouw van Gerit Jan Vredricxz. aan de Oockweg te Leimuiden, wordt de weduwe van Jan Baertsz. Rijcken genoemd als belendster ten zuiden en westen van een partij hooiland aan de Oockweg. Overige belendingen: oost: Trijntgen Thonisdr., weduwe (van Baert Ewoutsz. Rijcken, Jans vader!), en noord: de Oockweg. (bron: WK Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 207). Op 23-09-1649 woonde hij aan de Oockweg te Leimuiden.

Mogelijk dezelfde als "Jan Barentsz.", die op 08-11-1623 woont bij het dorp van Leimuiden en ten gunste van wie op die dag voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop een kustingbrief passeert voor een bedrag van f 102, waarvan 1/3 reeds betaald is en de rest betaald moet worden op Alleveen Kermisdagen 1624 en 1625 door Gijsbert Jansz. Broer, wonende in het ambacht van Rijnsaterwoude, ter zake van de koop van een turfpontscheepje met trail en gereedschap. Als onderpand stelt de koper naast het scheepje ook 200 roeden land (aan akkers en water) in Rijnsaterwoude. Oost: het Duijs (of Duijf?), zuid en west: Maerten Dircxz., en noord: Jacob en Jan Banen. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 74v)

Mogelijk is hij de "Jan Barentsz." te Leimuiden, die volgens de (eerste) polderrekening van de Grietpolder (d.d. 05-10-1629) f 3:9:0 heeft ontvangen voor de levering van 3 voren riet ten behoeve van het dak van de watermolen. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, inv.nr. 5579)

Volgens de morgenboeken van Leimuiden van 1648, 1652 en 1656 woont hij aan de Oockweg en staan er in 1648: 525 roeden, in 1652: 1 morgen 100 roeden, en in 1656: 325 roeden land op zijn naam. (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 6571c).
Gehuwd met Anna Gijsbertsdr. Overleden na 02-11-1660. Ze woonde op 28-08-1657 en 02-11-1660 te Rijnsaterwoude.

ORA Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 756, folio 79 t/m 84, akte d.d. 28-08-1657:

Verkoper: Anna Gijsbertsdr., wonende te Rijnsaterwoude, als weduwe en boedelhoudster van Jan Baertsz. Rijcken
Koper 1: Machtelt Cornelisdr., thans wonende aan de Oockweg te Leimuiden, weduwe van Jacob Arentsz. van Griecken (de koop overgenomen hebbende van Jan Geritsz. de Groot, waard te Leimuiden)
Verkocht in het openbaar op 14-02-1657: een huis, schuur, werf, boomgaard, etc., te verongelden voor 125 roeden
Belendingen: oost: Gerit Jan Vredricxz., zuid: Cornelis Baertsz. Castileijn (sic), west: Ewout Baertsz. Rijcken, en noord: de Oockweg
Koopsom: f 100 (te betalen op 4 opeenvolgende 1 meidagen, vanaf 01-05-1657)
Koper 2: Gerit Jan Vredricxz., wonende aan de Oockweg te Leimuiden
Verkocht in het openbaar op 14-02-1657: 2 teel- of veenakkers in de Grietpolder van Leimuiden, te verongelden voor 400 roeden
Belendingen: oost: Trijntgen Thonisdr., weduwe (van Baert Ewoutsz. Rijcken!), zuid: Lenaert Cornelisz. Loos, west: Cornelis Baertsz. Castileijn, en noord: de koper
Koopsom: f 70 (te betalen op 4 opeenvolgende 1 meidagen, vanaf 01-05-1657)

ORA Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 756, folio 372, d.d. 02-11-1660:

Verkoper: Anna Gijsberts, weduwe en boedelhoudster van Jan Baertsz. Rijcken., wonende te Rijnsaterwoude
Koper: Ottho Pietersz., wonende in het dorp van Leimuiden
Verkocht: een partij veen-, hout- of rietakkerland met water in de Grietpolder van Leimuiden, te verongelden voor 550 roeden
Belendingen: oost: Gerit Jan Vredricxz., zuid: de Kerklaan, west: Gerit Claesz. Spaergaren c.s., en noord: de Oockweg
Koopsom: f 90 (te betalen op 4 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen).
   5.  Cornelia (Neeltgen, Cornelisgen) Baerts (RIJCKEN), geboren vóór 1623. Overleden na 06-07-1652. Ze was op 25-02-1652 nog ongehuwd. Haar gekozen voogd was ene Henrick Ceurten(?) Rent(?), bakker te Leimuiden.
   6.  Cornelis (RIJCKEN), geboren vóór 1623, overleden vóór 1649. Waarschijnlijk jong overleden.
   7.  Tonisgen Baerts (RIJCKEN), geboren vóór 1623, overleden ±1651. Vermoedelijk kinderloos overleden tussen 23-09-1649 en 25-02-1652. Ze was op 23-09-1649 nog ongehuwd.
   8.  Annetgen Baerts (RIJCKEN), geboren ±1624, overleden ±1651. Vermoedelijk kinderloos overleden tussen 23-09-1649 en 25-02-1652. Ze was op 23-09-1649 meerderjarig, doch ongehuwd.
   9.  Maritgen Baerts (RIJCKEN), geboren ±1630. Ze was op 23-09-1649 ongeveer 19 jaar oud. Overleden na 06-07-1652. Haar voogden waren op 23-09-1649: Willem Ewoutsz. Rijcken te Haarlem (van vaderskant) en Jacob Cornelisz. van Schulenburch (van moederskant).

Ze was op 25-02-1652 nog ongehuwd. Haar gekozen voogd was ene Henrick Ceurten(?) Rent(?), bakker te Leimuiden.

 
IIb    Willem Ewoutsz. den RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken), geboren ±1590. Overleden na 23-09-1649. Meestal wordt hij enkel "Willem Ewoutsz. (Eeuwoutsz.)" of "Willem Ewoutsz. Rijcken" genoemd.

Hij woonde op 19-03-1618 in het dorp van Leimuiden. Op 15-07-1618 in het ambacht van Leimuiden. Op 29-01-1625 woonde hij niet meer in Leimuiden. Op 23-09-1649 woonde hij te Haarlem (hij was toen voogd paternel van de vier nog ongehuwde dochters van zijn overleden broer Baert Ewoutsz. Rijcken).

Op 25-03-1615 koopt hij in het openbaar van Jan Jansz. Bol (wonende in het ambacht van Leimuiden) voor f 562 een huis en erf in het dorp van Leimuiden. Belendingen (in 1618): Oost: Jacob Willemsz., zuid: de Heerweg, west en noord: Lenert Arijensz. (Schuijtevoerder). Dit huis is belast met een rente van f 75 kapitaals (tegen penning 16) ten gunste van Cornelis Gerritsz. als zoon en erfgenaam van zijn vader Gerrit Heijndricxsz. Bepaalde schuldeisers van voornoemde Bol tekenen echter bezwaar aan tegen de verkoop. Op 01-11-1617 wordt recht gewezen door schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop en eerst op 19-03-1618 wordt het huis en erf wettelijk aan Willem overgedragen bij vorme van een "willig decreetbrief". In een schuldbrief van dezelfde datum wordt vastgelegd dat hij de crediteuren van Jan Jansz. Bol f 562 moet betalen op 8 jaarlijkse termijnen van f 67:15:0 (kennelijk is er een rekenfout gemaakt, want zo kom je uit op f 542!), telkens vallende op Onze-Lieve-Vrouwe-Lichtmis (2 februari), met terugwerkende kracht vanaf 1616. Daags erna (op 20-03-1618) draagt Willem ditzelfde huis en erf wettelijk over aan Jan Aertsz., wonende op de Oude Wetering in het ambacht van Alkemade, voor slechts f 119 (en de belasting van f 75 kapitaals), te betalen op 01-05-1619. Voor de betaling ervan stelt Heijndrick Heijndricxsz. Smidt, ook wonende op de Oude Wetering, zich borg. Willem vrijwaart de koper van de voornoemde schuldbrief van f 562 ten gunste van de crediteuren van Jan Jansz. Bol. Voor Willem stellen zich borg: zijn broer Baert Ewoutsz. van Castijleijn (sic), wonende aan de Oockweg in het ambacht van Leimuiden, en Michiel Rochus (zijn schoonvader, hoewel zulks niet in de tekst wordt vermeld), wonende te Roelofarendsveen. Voor de 40ste penning wordt het huis en erf getaxeerd op f 500 boven de belasting van f 75 kapitaals. Waarom Willem het huis en erf zo merkelijk onder de prijs verkoopt, wordt uit de akten niet duidelijk. Ik vermoed dat in de koopsom een schuld die Willem jegens Jan Aertsz. moet hebben gehad, is verdisconteerd. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 2, folio 46v ev)

Op 15-07-1618 (datum van de transportakte) koopt hij van Machtelt Heijndricxsdr. als weduwe van Jacob Floorisz. (die in 1613 waard was in het dorp van Leimuiden en in 1614 in (de herberg) "Moriaenshooft" te Leimuiden; zijn weduwe Machtelt Heijndricxdr. was nog in 1616 waardin in het Mo(e)rijaenshooft) een erfje land waar op dat moment ("nu jegenwoordich") een huisje op staat, te verongelden voor 50 roeden, gelegen in het ambacht van Leimuiden. Belendingen: oost: Dirck Jansz., zuid: Dirck Ruttensz. ("Dirck Rutgersz." volgens de handtekening van schepen "Dirck Ruttensz.", die waarschijnlijk dezelfde persoon is), west: Neeltgen Jacobsdr., en noord: de Oockweg. De sloot tussen dit erf en het land van Dirck Ruttensz. komt geheel de koper (Ewout) toe. De koopsom bedraagt f 142, te betalen op 3 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen, te beginnen in 1618. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 2, folio 78v)

Op 01-09-1618 (datum van de transportakte) koopt hij van Claes Dircxsz. (van) Ammerong, net als Willem wonende aan de Oockweg in het ambacht Leimuiden, twee turfakkers, gelegen aan akkers of water, in de polder van Willem Vreericxsz. in het ambacht Leimuiden, te verongelden voor 600 roeden. Belendingen: oost: Cornelis Claesz. en Jan Gijsbertsz. (of: Ghijsz.), zuid: Vreerick Jansz., en west en noord: Jacob Willemsz. De koopsom bedraagt f 50, te betalen op 3 opeenvolgende Sint-Jacobsdagen, waarvan de eerste reeds verschenen is in 1618. Willems zwager Cornelis Michielsz. stelt zich borg voor de betaling. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 2, folio 88)

Op 13-08-1619 bekent hij (als "Willem Ewoutsz. Rijcken van Castaleijn") in een rentebrief gepasseerd voor schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop een losrente van f 6:5:0 per jaar (hoofdsom: f 100, die hij bekent reeds ontvangen te hebben), te betalen op elke Sint-Jacobsdag vanaf 1620, schuldig te zijn aan Jan de Vree, brouwer in "de Climmende Leeuwen" te Haarlem. Hij verbindt aan zijn schuld zijn huis en erf aan de Oockweg (die hij in 1618 had gekocht, vide supra), met als belendingen: oost: Dirck Jansz., zuid: Dirck Rutgersz., west: Neeltgen Jacobsdr., en noord: de Oockweg. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 2, folio 173v)

De in de vorige alinea genoemde losrente kon Willem kennelijk niet betalen, blijkens de transportakte d.d. 29-01-1625, zoals opgenomen in het protocol van opdrachten etc. van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop. Daarin wordt vermeld dat bij akte van condemnatie van 02-02-1622, gewezen door de vierschaar van Rijnsaterwoude, Jan de Vree (brouwer in "de Climmende Leeuwen" te Haarlem) in het gelijk is gesteld in die zin dat hij de achterstallige schuld van Willem op het onderpand (diens huisje en erfje aan de Oockweg, met als belendingen: oost: Melis Garrebrantsz., metselaar, zuid: Dirck Rutgersz., schoenmaker, west: Arent Cornelisz., schoenmaker, en noord: de Oockweg) mag verhalen. Het is Jan de Vree zelf die bij openbare verkoop het huisje en erfje op 19-06-1624 gekocht heeft voor f 112 (gereed). De kooppenningen moeten gedistribueerd worden volgens de sententie van preferentie, zoals die door schout en schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop uitgesproken is op 06-11-1624. (bron: ORA Rijnsaterwoude, inv.nr. 4, folio 230v), zoon van Ewout Jansz. RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken) (zie I) en Neeltgen Willemsdr.
Gehuwd met Maritgen Michielsdr. Overleden vóór 27-11-1634. Dochter van Michiel Rochusz. en Sijmontgen (Sijmentgen) Cornelisdr. Voogden van de twee minderjarige kinderen uit dit huwelijk waren op 27-11-1634: Rochus Michielsz. en Baert Eeuwoutsz., hun ooms.
Uit dit huwelijk:
   1.  Eeuwout Willemsz. (zie III).
   2.  Neeltgen Willemsdr. Overleden na 27-11-1634.

 
III    Eeuwout Willemsz. Overleden tussen 25-06-1664 en 27-07-1671. Hij woonde op 09-10-1654 al te Roelofarendsveen.

Op 11-06-1646 (datum van de transportakte) koopt hij van Pieter Pietersz. Cleijn, wonende te Woubrugge, een hennep- of teelakker, te verongelden voor 150 roeden, gelegen in de Veenderpolder. De belendingen zijn: oost: Claes Claesz., zuid: de kinderen van Cornelis Claesz. Corsteman, west: de erfgenamen van Wouter IJsbrantsz., en noord: Jan Willemsz. De koper (Eeuwout) zal de polder moeten bevrijden van onderhoud van de kade naast de akker strekkende. In de transportakte wordt geen koopsom genoemd. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 79, folio 266)

Op 09-10-1654 vindt voor schout en schepenen van Alkemade de wettelijke overdracht plaats door Euwout Willemsz. aan Cornelis Adriaensz. Craen (beiden wonende te Roelofarendsveen) van een teelakker van 150 roeden in de Veenderpolder (in de heerlijkheid van Alkemade). De belendingen zijn: oost: Claes Claesz., zuid: Cornelis Claesz. Corsteman, west: Arent Michielsz., en noord: Jan Willemsz. van Egmont. De koopsom bedraagt f 387:10:0.
(bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 81, folio 112v en inv.nr. 99)

In de boedelscheiding van Claes Claesz. d.d. 28-05-1655 wordt hij vermeld als belender ten noorden van een partij hooiland (omtrent 500 roeden) die ten deel valt aan Gijsbert Cornelisz. (Casteleijn!) als getrouwd hebbende Maritgen Claesdr. De overige belendingen zijn: oost: Gijsbert Cornelisz. Bickbergen, zuid: Lenaert Bouwensz., west: de kinderen van Job Willemsz., en noord: Eeuwout Willemsz. (Casteleijn?!) c.s. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 99)

Op 06-12-1656 compareert hij voor schout en schepenen van Alkemade en bekent een bedrag van f 100 schuldig te zijn aan Emmetgen Thomasdr., het nagelaten weeskind van Dirckgen Pieters, gewonnen bij Thomas Jansz., ter zake van geleende penningen, hem overhandigd door de (niet met name genoemde) voogd van Emmetgen. Eeuwout belooft jaarlijks intrest te betalen tegen de penning 20 (dus 5%), te rekenen vanaf 10-06-1656, tot de schuld is afgelost. Hij verbindt hieraan drie naast elkaar gelegen teelakkers in de Veenderpolder (binnen de heerlijkheid van Alkemade), samen groot omtrent 290 roeden, belend door: oost: Aem Jansz. van Leeuwen, zuid: de kinderen van Claes Claesz., west: Jan Harmensz., en noord: Matheus Bouwensz. Quant. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 82, folio 117)

Op 13-07-1662 treedt hij op als "naaste bloedvoogd" van de vier nagelaten kinderen van zijn nicht Ariaantjen Baartsdr., overleden in het ambacht van Leimuiden, en haar (nog levende) man Tonis Dircxsz.. Zie verder de opmerkingen bij Ariaantjen. (bron: ORA Leimuiden en Vriezekoop, inv.nr. 757, folio 168)

Op 25-06-1664 verkrijgt hij door koop van Ghijsbert Cornelisz. Bickbergen, net als Eeuwout wonende te Roelofarendsveen, een partij weiland in de Veenderpolder te Alkemade, te verongelden voor 1 morgen, met als belendingen: oost en noord: Arent Michielsz., zuid: Pieter Jacobsz., west: de Veenderdijk, en noord: Arent Michielsz. De koopsom bedraagt 1.000 karolusguldens in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 84, folio 106)

Volgens de morgenboeken van Alkemade van 1668, 1676, 1680 en 1684 (hoewel hij vóór 1671 reeds overleden was) stonden de volgende stukken land te Roelofarendsveen op zijn naam:
1. 275 Roeden, gekocht van Jan Harmansz. (ook al genoemd in de morgenboeken van 1656 en 1660) (Jan Harmansz. was blijkens de morgenboeken van 1652 en 1656 getrouwd met de weduwe van Huijbert Cornelisz.)
2. 1 Morgen, gekocht van Ghijsbert Cornelisz. Bickbergen, en afgeboekt op Cornelis Cornelisz. Ouwetgen
(bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1676, inv.nr. 3406b, c en d, 3407a, b en c)

Vóór 1668 had hij volgens het voornoemde morgenboek van Alkemade 150 roeden land in Roelofarendsveen verkocht aan Huijbert Jacobsz., man van de weduwe van Oude Cornelis Adriaensz. Craen. Dit betreft ongetwijfeld de teelakker in de Veenderpolder, die op 09-10-1654 aan Craen werd overgedragen (vide supra). (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboek Alkemade 1668, inv.nr. 3406d)

Wordt genoemd in de "legger van de landen" van 1690 als hebbende land in Roelofarendsveen. Er is voor zijn land op 16-11-1690 1 gulden belasting ontvangen. (bron: GA Alkemade, AGA-216, nr. 21 (transcriptie))

In een verkoopakte van 12-02-1738 verkoopt ene Corsie Jans van Banchem, weduwe van Willem Pietersse Verhoef, een huis in Roelofarendsveen aan ene Jan Cornelisse van Tol. De belendingen van dit huis zijn: oost: Corsie Bijeveldt, zuid: Jacobus van Klink, west: de Veendijk, en noord: de weduwe van Ewout Willemsse Castelijn. Waarschijnlijk wordt niet de weduwe van Ewout Willemsse, maar die van Willem Ewoutse bedoeld. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 12-02-1738)

Op 13-04-1717 werd door het secretariaat van Alkemade een pro deo-akte afgegeven voor het begraven van de in Roelofarendsveen overleden Maritjen Euwouts. Wellicht betreft het hier een dochter van deze Ewout. (bron: NA, AL-G7, folio 67), zoon van Willem Ewoutsz. den RIJCKEN van CASTELEIJN (Rijcken) (zie IIb) en Maritgen Michielsdr.
Gehuwd met Leuntgen Jansdochter, tuinierster te Roelofarendsveen (1674-1680). Overleden na 11-02-1687. In het "Kohier van het Familiegeld van de Dorpen van Rijnland 1674" (bewerking door o.m. P.W.C. van Kessel) wordt ze genoemd (als "Leuntge Jans, weduwe") als tuinierster te Roelofarendsveen.

In de akte van boedelscheiding d.d. 27-07-1671 van de in Roelofarendsveen overleden Grietgen Ghijsbertsdr. Bickbergen wordt Leuntgen als "de weduwe van Euwout Willemsz." genoemd als belendster ten noorden van een partij teelland (te verongelden voor 650 roeden) in de Veenderpolder, die Grietgens man Lenert Cornelisz. Craen wordt toebedeeld. De overige belendingen zijn: oost: Arent Michielsz., zuid: Huijbert Jacobsz. van der Linde, en west: de Veenderdijk. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 85, folio 474)

Op 11-02-1687 compareert Pieter Claesz. Bickbergen, wonende te Roelofarendsveen, voor schout en schepenen (onder wie Jan Gijssen Bickbergen) van Alkemade, in verband met de wettelijke overdracht van twee teelakkers in de Veenderpolder aan Leuntgen Jansdochter, weduwe van Eeuwout Willemsz., ook wonende te Roelofarendsveen. Deze naast elkaar liggende teelakkers zijn te verongelden in het ambacht voor 150 roeden en worden belend door: oost: IJsbrant Peerboom, zuid: Arent Arissen Kennis, west: Clement Matheusz. Quant, en noord: Jan Ghijssen Bickbergen. De koopsom bedraagt 219 karolusguldens en 9 stuivers, te betalen op Sint Jacobsdag (25 juli?) 1687. (bron: GA Alkemade, Particulier Archief, nr. P-115, transcriptie).
Uit dit huwelijk:
   1.  Willem Eeuwitsen CASTELEIJN (zie IV).

 
IV    Willem Eeuwitsen CASTELEIJN, tuinder, geboren te Roelofarendsveen, overleden op 28-08-1716 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop de impost op het overlijden (6 gulden) werd ontvangen. Ook wel: Castelijn en Kasteleijn. Het patroniem verschijnt ook als Euwitsz., Ewoudse, Ewoutsz. en Iwoudse. Zelf tekende hij met "Willem (of Willim) Eeuwitsen" (zonder de "achternaam" Casteleijn).

Volgens het morgenboek van Alkemade van 1704 bezat hij de volgende hoeveelheden land te Roelofarendsveen:
1. 275 Roeden, geërfd van zijn moeder, en daarvóór gekomen van Jan Hermansz.
2. 1 Morgen, gekomen van Gijsbert Cornelisz. Bickbergen
3. 150 Roeden, gekomen van Pieter Claesz. Bickbergen
4. 300 Roeden, gekomen van Jan Hermansz. Cris
5. 215 Roeden, gekocht van Isbrant Engelsz. Peerboom
6. 1 Morgen 275 roeden, gekocht van Cornelis Aelbertsz. Ruijch
7. 1 Morgen 300 roeden, zijnde een leen, gekocht van de erfgenamen van Magdaleentjen Pieters Gaergelt
(bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Alkemade, inv.nr. 3408b)

Hij kocht in 1708 een leen gehouden van de Hofstad (Oud)-Alkemade te Warmond, zijnde twee morgen land, genaamd het "Berckenbos", in Roelofarendsveen (belendingen: oost: Pieter Claesz., zuid en west: Maria Jansdochter Veenswijk, en noord: Cornelis Willemsz. en Haessie Jans), van Leendert Cornelisz. van Griecken voor zijn 13-jarige zoon Gerrit Willemsz. Casteleijn. Op 05-07-1708 wordt dit door het leenhof van Oud Alkemade in een akte vastgelegd. Zodra Gerrit meerderjarig is, zal hij zelf "hulde, eed en manschap" moeten komen doen. (bron: Ons Voorgeslacht 1977, p.266 en NA, Heerlijkheidsarchief Oud Alkemade, inv.nr. 65, folio 40)

Zie de vorige alinea. In het protocol van opdrachten van Alkemade staat op 17-01-1708:
"Ontfangen bij mij Secretaris van Alckemade vande vercoopinge van twee mergen leenlant, te leen gehouden werdende vanden Huijse van out Alckemade, gelegen inde Veenderpolder inde vrije Heerlijcheijt van Alckemade, belent ten oosten Pieter Claeß Bickbergen, ten zuijden Maria Jans Veenswijck, ten westen d'selve, ende ten noorden Cornelis Willemß vande Poel, bij Leendert Corneliß van Griecken woonende tot Leijmuijden uijt de handt vercoght aen Willem Euwoutß Casteleijn, woonende in Roelofaertgensveen in Alckemade, voor vijff hondert gulden gereet gelt, sonder rantsoen vercoght,
eerst den 40.en penning 12:10:0
Nogh de 10.e verhooginge vandien 1:5:0
13:15:0
Actum den 17.en Januarij @.° 1708
J: Van Santen"
(bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 239)

In akten van 26-05-1689 en 21-02-1690, betreffende een schuldbekentenis van IJsbrant Engelsz. Peerboom te Roelofarendsveen jegens Willem Stouthandel, secretaris van Alkemade, wordt hij genoemd (als Willem Euwoutsz.) als belender ten westen van een stuk teelland in de Veenderpolder dat als onderpand dient. De overige belenders zijn: oost: Jan Hermansz. Cris, zuid en noord: Thees Matheusz. Quant. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 87, folio 72 en 92v)

Op 22-05-1691 worden aan hem vier naast elkaar liggende teelakkers in de Veenderpolder overgedragen door Jacobus van Santen in diens kwaliteit als curator over de gerepudieerde boedel en goederen van wijlen Jan Hermansz. Cris (zie vorige alinea), die in Roelofarendsveen is overleden. Willem heeft deze teelakkers op 12-01-1691 gekocht voor 175 karolusguldens bij openbare veiling. In het ambacht en in de polder zijn ze te verongelden voor 300 roeden en ze zijn belast met het onderhoud van 1 roede 8 voet kade in het tweede 50 nummer 48. De belendingen zijn: oost: Willem zelf, zuid en noord: Matheus Thewisz. Quant, en west: IJsbrant Engelsz. Peerboom. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 87, folio 147)

In de voorwaarden van de in de voorgaande alinea genoemde verkoop was opgenomen dat Isbrandt Peer(e)boom het teelland nog twee jaren zou huren voor 24 gulden 13 stuivers per jaar. Isbrandt Peerboom voldeed echter niet aan zijn betalingsverplichtingen en Willem zag zich genoodzaakt een geding tegen hem aan te spannen voor de schepenbank van Alkemade. De eerste zitting vindt plaats op 10-04-1698 waarbij Peerboom verstek laat gaan. Bij de volgende zitting (Peerboom laat weer verstek gaan) op 02-10-1698 vraagt en krijgt Willem goedkeuring voor het arrest dat hij heeft laten nemen op de penningen die Weijntgen Jans als weduwe van Jan Domen aan Peerboom schuldig is ter zake van landhuur, om daarop, voor zover toereikend, de schuld van Peerboom jegens hem te verhalen. Verder heb ik in het dingboek (NA, ORA Alkemade, inv.nr. 60) niets over dit proces kunnen vinden.

Op 09-05-1695 draagt Isbrandt Engelsz. Peerboom, evenals Willem wonende te Roelofarendsveen, drie teelakkers aan hem over in de Veenderpolder, die te verongelden zijn in het ambacht voor 215 en in de polder voor 210 roeden. De belendingen zijn: oost en west: Willem zelf, zuid en noord: Matheus Thewisz. Quandt. Willem heeft deze teelakkers in het openbaar gekocht voor 230 karolusguldens en 5 gulden 15 stuivers aan rantsoen. (bron: NA, ORA, inv.nr. 87, folio 33v en GA, Alkemade, Particulier Archief, P-137 (transcriptie))

Op 27-05-1701 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) koopt hij van Cornelis Aelbertsz. Ruijgh, net als Willem wonende te Roelofarendsveen, vijf aan elkaar liggende teelakkers in de Gogerpolder (te verongelden in het ambacht voor 1 morgen 275 roeden en in de polder voor 1 morgen 378 roeden). Belendingen: oost: Gerrit Cornelisz. van Egmont, zuid: de Langeweg, west: Aeghgen Cornelis van Egmont, en noord: de erfgenamen van Jan Joosten. Koopsom: f 625 gereed. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 63)

In de akte van boedelscheiding d.d. 08-05-1703 van Magdaleenten Pieters Gaergelt, overleden op de Nieuwe Wetering, wordt hij genoemd als belender ten westen van een partij land (in het ambacht te verongelden voor 1½ morgen) in de Gogerpolder. Overige belendingen zijn: oost: de armen van de Veen (Roelofarendsveen), zuid: de Langeweg, en noord: Aeghjen Cornelis van Egmont. Dit zijn ongetwijfeld de in de vorige alinea genoemde 5 teelakkers. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 88, folio 102v)

Op 24-04-1711 (datum van de transportakte voor schout en schepenen van Alkemade) verkrijgt hij na openbare verkoop van Pieter Jansz. Bickbergen, net als Willem wonende te Roelofarendsven, in diens hoedanigheid als erfgenaam van zijn vader Jan Gijsen Bickbergen, een huis, schuur, boomgaard en erf met vier teelakkers en twee dwarsakkers, te verongelden in het ambacht voor 2 morgen 10 roeden en in de polder voor 2 morgen 394 roeden, staande en gelegen in Roelofarendsveen in de Veenderpolder. Belendingen: oost: de kinderen van Leendert Bouwensz. Quant, zuid: Cornelis Jansz. van Egmont, Pieter Jansz. van der Saen en Meester Jan de Wit, west: de Veenderdijk, en noord: Mathewis Quant. Met het bij deze partij behorende recht op op- en overpad en met onderhoud van zijn (kopers) portie in de heul in de Veenderdijk, "stekende ten dienste van de doorvaart tot deze landen".
Koopsom: f 1.730 gereed.
Onder de akte (in het schepenprotocol) staat nog geschreven: "Wert nogh alhier verantwoort vande vercoopinge van dit parthije aen Maerten Claeß van Leeuwen, ende weder aen neminge vandien, volgens apostille opden voorgaenden staet gestelt twee mael den 40.en penningh van 1307:5:9..."
Wordt bedoeld dat Maerten Claesz. van Leeuwen het land op de veiling had gekocht en doorverkocht aan Willem?
(bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 340v)

Op 13-05-1715 draagt Cornelis Jansz. van Santen, wonende onder Esselijkerwoude, voor schout en schepenen van Alkemade anderhalve morgen hooiland in de Veenderpolder aan Willem Euwoutsz. Castelelijn te Roelofarendsveen over, die hij hem verkocht heeft voor 400 karolusgulden eens. Dit hooiland heeft als belendingen: oost: Gerrit Abrahamsz. van der Veer, zuid: Theunis Jansz. Veenswijck, west: Leendert Dircksz. den Boer, en noord: de Langeweg. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 8v)

Op 17-06-1715 compareert hij voor schout en schepenen van Alkemade in verband met de overdracht van twee partijen teelland aan Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade. Het gaat om:
1. Een partij teelland gelegen aan 5 "langesakkers" in de geoctrooieerde Gogerpolder, te verongelden voor 1 morgen 275 roeden in het ambacht, en voor 1 morgen 378 roeden in de polder. De belendingen zijn: oost: de tweede partij, zuid: de Langeweg, en west en noord: de armen van Roelofarendsveen. Deze partij is belast met het onderhoud van 1½ roede dijk "in de meerkreuck" in het eerste vijftig n° 19.
2. Een partij teelland, zijnde leenroerig van het Huis van Oud-Alkemade, gelegen in de Gogerpolder aan zeven "langesakkers", te verongelden voor 1 morgen 300 roeden in het ambacht en voor 1½ morgen in de polder en belast met het onderhoud van 15 voet dijk "in de meerkreuck" in het eerste 50 in n° 20 in het westeinde van dit nummer, "springende tot nevens de schuttinge toe". Belendingen zijn: oost: de armen van Roelofarendsveen, zuid: de Langeweg, west: de vorige partij, en noord: de voornoemde armen.
De koopsom bedraagt 2.200 karolusguldens, waavan f 1.000 ineens is betaald en de overige f 1.200 betaald zal worden in twee jaartermijnen van f 600 zonder intrest, waarvan de eerste termijn vervalt op 01-05-1716. De verkoper (Willem) mag de landerijen in 1715 blijven gebruiken tegen betaling van ongelden en verkoper houdt de "hak" van de elst en de fruitbomen tot zijn voordeel. Indien de koper dit wenst, moet de verkoper vanaf 1716 de landen blijven gebruiken voor 8 gulden "ijderhoudt" (weet niet wat hiermee bedoeld wordt) en hij moet tijdens het gebruik de dijken "uit de schouwe" houden. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 22v)

Eveneens op 17-06-1715 compareert voor schout en schepenen van Alkemade Neeltjen Thewis, weduwe van Aris Lourisz. van Clinck en wonende te Roelofarendsveen, om aan Willem een partij hooiland met aan de noordkant een teelakker (verongeldende voor 1½ morgen in het ambacht en 1 morgen 346 roeden in de polder, en met onderhoud van 4 roeden 1½ voet kade in het derde 50 n° 18, waarvan 3 roeden 9 voet aan de noordzijde van het Veenderverlaat, en 5½ voet aan de zuidzijde) over te dragen, die hij voor 600 gulden eens heeft gekocht. Deze partij hooiland met teelakker ligt in de Veenderpolder met als belendingen: oost: Cornelis Spruijt en Maria Louris, zuid: Mourijn Lourisz., west: Jacob Sijmontsz. van Kints, en noord: Pieter van der Mieningh en Cornelis Spruijt. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 22v)

In een akte van 09-09-1715 wordt hij genoemd als één der belenders van een partij van 1.000 roeden weiland in de Veenderpolder te Roelofarendsveen, die is nagelaten door Cornelis Jansz. van Egmond. (bron: Jan van Egmond)

In het protocol van de collaterale taxaties (Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 132) staat op folio 164v een akte d.d. 20-09-1718 waarin de weduwe van Willem Euwoutsz. genoemd wordt als belendster van een teelakker en een hooiakker die zijn nagelaten door Maria Jans Veenswijck, die te Roelofarendsveen zonder descendenten is overleden. Het stuk land van de weduwe van Willem is waarschijnlijk het in de voorlaatste alinea bedoelde leen. De belendingen van de teelakker zijn: oost: Dirck Willemsz. Weteringh, zuid: Jan Pieter Ponssen, west: de Loetsloot, noord: de weduwe van Willem Euwoutsz. en de hooiakker van Maria, en de belendingen van de hooiakker zijn: oost: de weduwe van Willem Euwoutsz., zuid: voornoemde teelakker, west: de Loetsloot, en noord: de weduwe van Cornelis Willemsz. van der Poel. Hij wordt op folio 121v van hetzelfde protocol in een akte d.d. 09-09-1715 als Willem Euwoutsz. Casteleijn genoemd als belender van een weiland van wijlen Cornelis Jansz. van Egmont in Roelofarendsveen en de volgende akte op folio 122 is getekend door onder meer ene "Willem Eeuwitsen". Zoon van Eeuwout Willemsz. (zie III) en Leuntgen Jansdochter.
Gehuwd op 21-11-1690 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Giertje Jans KOEK, geboren te Oude Wetering, overleden op 18-10-1749 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop haar zoon "Jan Castelijn" ter secretarie van Alkemade 6 gulden impost betaalde om haar te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Op 23-02-1718 compareert ze (als weduwe en boedelhoudster van Willem Euwoutsz. Casteleijn) samen met haar zwager Wouter Willemsz. van Egmont, net als Giertje wonende te Roelofarendsveen, voor schepenen van Alkemade. Ze bekennen een huis en erf aan De Kwakel (binnen het gerecht van Uithoorn) (belendingen: oost: de Drecht, zuid: (niet ingevuld), west: Willem van der Aa, en noord: Willem van der Aa en Jan Thijssen) verkocht te hebben aan Dirck ten Hoogen, wonende aan De Kwakel, voor f 200 en 1½ zilveren ducaton, waarvan op 01-05-1718 f 25 moet worden betaald en vervolgens elk half jaar f 25 met intrest van 4% per jaar, te rekenen vanaf 01-05-1718. Zij laten een akte van procuratie opstellen (die zich bevindt tussen de minuutakten van notaris Jacobus van Santen te Oude Wetering), waarin zij Jan Cornelisz. Schoenmaker, ook aan De Kwakel wonende, machtigen om het verkochte voor het gerecht van Uithoorn wettelijk te transporteren. (NA, ONA Alkemade, inv.nr. 94, folio 456)

Ze wordt op 11-05-1724 genoemd als belendster ten noorden van twee teel- of houtakkers in de Veenderpolder, die Willem Rennitsz. Clinck te Roelofarendsveen heeft gekocht van de erfgenamen van Theunis Jansz. Veenswijck, overleden te Roelofarendsveen. De overige belendingen zijn: oost: Jacob Sijmonsz. van Kints, zuid: de weduwe van Jacob Cornelis Pietersz., en west: Cornelis Spruijt. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 483)

Ze wordt op 22-11-1726 genoemd als belendster ten noorden van een huis en boomgaard te Roelofarendsveen die Marijtje Pieters Bezuijen, weduwe van Pieter Jacobsz. van der Zon heeft verkocht aan Nicolaas Jongelum (Jongeleen?) te Roelofarendsveen. De overige belendingen zijn: oost: Niesje Willems van Pijlen, zuid: Pieter Engelsz. van der Swet, west: de Veenderdijk, en noord: (naast Giertje) Claas Engelsz. van Stijne en Jacob Hagedoorn. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 91)

Haar zoon Jan Willemz. Casteleijn verklaart op 04-12-1737 ter secretarie van Alkemade voor haar 800 roeden land in de Veenderpolder (bij Roelofarendsveen) verkocht te hebben voor f 1.181:10 aan Maria van Arckel (de weduwe van Hendrik Warmerdam) en Pieter Cornelisz. Ridder, die mede-compareren. De belendingen van dit stuk land zijn: oost: de armen van Roelofarendsveen, west: Japik Rennitsz., zuid: Dirk Japiksz. Spruijt en Willem Rennitsz., en noord: de Langeweg. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, d.d. 04-12-1737)

In verband met de vorige alinea, zie ook: GA Alkemade, Particulier Archief, P-211 en P-212 (moet ik nog bekijken). P-211 betreft transport van een perceel land in de Veenderpolder door Giertje Jans, laatst weduwe van Willem Ewoudsz. Casteleijn, aan Maria van Arkel, weduwe van Hendrik Warmerdam, en aan Pieter Kornelisz. Ridder, beiden wonende te Woubrugge. P-212 betreft een akte van transport van drie teelakkers en een houtakkertje in de Lijkerpolder in Alkemade door de broers Jan en Ewoud Willemsz. Kasteleijn in Roelofarendsveen als voogden over de minderjarige weeskinderen van Gerrit Willemsz. Kasteleijn, aan Pieter Kornelisz. Ridder en Huijg Warmerdam, beiden wonende te Esselijkerwoude. Beide akten zijn van 1738. Dochter van Jan Cornelisz. KOECK, schipper ter zee, en Jannetgen Claes BACKER. Voor de spelling van de namen van de kinderen, ben ik uitgegaan van hun eigen handtekeningen. Alleen Jan spelde de achternaam met een "C".

Op 09-02-1716 (beiden zijn gezond van geest en woonachtig te Roelofarendsveen) laten zij in hun huis in Roelofarendsveen een akte van voogdij opstellen voor notaris Jacobus van Santen. Ze benoemen als voogden over hun eventuele na te laten kinderen:
1. Willem Pietersz. Koeck te Roelofarendsveen
2. Jacob Rennitsz. van Klinck te Roelofarendsveen
Ze tekenen met "Willim Eeuwitsen" en "Giertje Jans Koek".
(bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 94, folio 165).
Uit dit huwelijk:
   1.  Jan Willemz, geboren ±1691, overleden op 14-07-1751 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop zijn broer "Ewaldus Castelijn" ter secretarie van Alkemade 6 gulden impost (dubbel tarief omdat Jan als "vrijer" was overleden) betaalde om hem te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven op 15-07-1751 te Rijnsaterwoude. Volgens het register van grafrechten van Rijnsaterwoude zou hij op 25-07-1751 begraven zijn, maar dat lijkt me te lang na de aangifte in Alkemade... Voor de spelling van zijn naam ben ik uitgegaan van zijn handtekening.

Ongehuwd gebleven.

Hij verkreeg als 12-jarige op 20-04-1703 na overdracht door Jacob Pietersz. Gaergelt een leen van twee morgen land op de Nieuwe Wetering in de Gogerpolder binnen Alkemade, met de volgende belendingen: oost: de armen van Roelofarendsveen, west: Willem Eeuwitsz. (zijn vader en voogd), zuid: de Langeweg, noord: Aegtge Cornelisdochter van Egmont. Zijn vader Willem Eeuwitsz. legde voor hem de eed af. Hij verkocht dit leen in 1716 (akte van overdracht d.d. 18-07-1716) aan de 50-jarige Jacob van Santen. (bron: Ons Voorgeslacht 1977, p.262 en NA, Heerlijkheidsarchief Oud Alkemade, inv.nr. 65, folio 32v en 49)

Op 04-11-1726 wordt hij genoemd als belender ten oosten van een partij hooiland in de Veenderpolder binnen Alkemade, die Hendrick Warmerdam en Claas Alberts Strijck, beiden te Roelofarendsveen, hebben verkocht aan Cornelis Pietersz. van Egmont, eveneens te Roelofarendsveen. De overige belendingen zijn: zuid: Job Boxe, west: de Loetsloot, en noord: Cornelis Willems van der Poel. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 91)

Op 19-12-1738 verschijnt hij met Kornelis Mous d'oude voor de schout van Alkemade. Hij verklaart aan Mous (die voor zichzelf en voor de heer Veldhuijsen te Leiden optreedt) verkocht te hebben drie teelakkers, groot omtrent 1 morgen 150 roeden, in de Veenderpolder, met de volgende belendingen: oost: Jan Pieters van Egmond, zuid: Jan Huijb: de Groot, west: Jacob van Kints, en noord: Gerrit de Jong en Jacob Coek. De koopsom bedraagt 1.350 gulden en een gouden pistool ("tot speldegeld"), te betalen op de dag van de overdracht (op "vrouwendag" (OLV Lichtmis), 02-02-1739). Tevens moet de koper nog vier jaar huur betalen. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 19-12-1738)

Op 08-07-1751 was hij ziek. Hij en zijn broer Ewaldis (beiden wonende te Roelofarendsveen) maakten die dag rond 10:00 hun testament op voor schepenen van Alkemade, waarin de broers elkaar tot erfgenaam benoemden. Kennelijk waren beiden ongehuwd gebleven. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 347)

Hij woonde op 10-07-1737 en 08-07-1751 te Roelofarendsveen.
   2.  Gerrit Willemse KASTELEIJN (zie V).
   3.  Janneke Willems KASTELEIJN, geboren vóór 1711. Ze was op 09-09-1735 ongehuwd, doch meerderjarig (dus minimaal 25 jaar oud). Overleden na 16-12-1757. Ze woonde op 09-09-1735 waarschijnlijk te Roelofarendsveen.
Gehuwd ±1736. Getrouwd tussen 09-09-1735 en 10-07-1737. Echtgenoot is Frederik Arisse van der LAAN. Overleden na 16-12-1757. Zoon van Aris van der LAAN. Op 10-07-1737 en 19-02-1744 woonden zij op de Bilderdam.
   4.  Ewaldis Willemsz KASTELEIJN, overleden ±1755. Overleden tussen 18-10-1753 en 16-12-1757.

Hij liet een partij land na in de Veenderpolder aan de oostzijde van de Veen (Roelofarendsveen), groot zijnde ongeveer 400 roeden droogland, bestaande uit "3 lange akkertjes en 4 dwarsakkers", verongeldende in het ambacht voor 575 roeden en in de polder voor een morgen. De belendingen waren: oost: Jan van Tol, zuid en noord: Clement Quant, en west: Dammis van Duuren. Op 16-12-1757 verschijnt Klement van Zwieten als man van Leuntje Castelijn ter secretarie van Alkemade en verklaart mede namens de overige erfgenamen (Frederik van der Laan als man van Jannetje Castelijn, Willem Castelijn, Jacob Castelijn en Jan Castelijn) aan Cornelis Castelijn (voor 1/12 erfgenaam) 11/12 van voornoemde partij land verkocht te hebben voor 550 gulden gereed geld. Cornelis Castelijn compareert ook en verklaart de koop te accepteren. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 16-12-1757). Voor de spelling van zijn naam ben ik van zijn handtekening uitgegaan, met dien verstande dat hij zijn achternaam ook wel als "Kastelijn" schreef.

Hij woonde op 10-07-1737 en 08-07-1751 te Roelofarendsveen.
Waarschijnlijk ongehuwd gebleven, want op 08-07-1751 maken hij en zijn zieke broer Jan hun testament op voor schepenen van Alkemade, waarin ze elkaar tot erfgenaam benoemen. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 347)

Op 18-10-1753 compareert hij ter secretarie van Alkemade om te verklaren dat hij aan (mede-comparant) Pieter Reijnierse ("Renniersse" volgens de handtekening) van Klink - net als Ewaldis in Roelofarendsveen wonende - heeft verkocht een huis en erf en een perceel land (voor 2 morgen 10 roeden te verongelden in het ambacht en voor 2 morgen 394 roeden in de polder) in Roelofarendsveen, met de volgende belendingen: oost en noord: Clement Quant, zuid: Michiel de Meijer, Jan Engels en de koper, en west: de Veenwetering. De koopsom bedraagt 2.300 gulden vrij geld, een dukaat en een zilveren dukaton (doch de verkoper moet de helft van de kusting, "tot een coeij", betalen; wellicht moest Ewaldis nog een koe betalen aan de koper?). Bij overdracht zal 400 gulden betaald moeten worden en de overige 1.900 moeten betaald worden in jaarlijkse termijnen (van 400 gulden?) met 2½% rente per jaar. Ewaldis zal het noordelijke perceel nog 3 jaar mogen gebruiken voor 30 gulden per jaar en het huis, waar hij in woont, en de schuur bij de dijk voor 20 gulden per jaar (ook drie jaar lang). De zuidelijke akker zal door de koper bij oplevering worden aanvaard met alle rechten etc. die erop rusten. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 18-10-1753).
   5.  Leuntje (Pleuntje) Willems KASTELEIJN, overleden op 15-01-1766 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van haar overlijden wordt gedaan door haar schoonzoon Klaas Klaaszoon Schuijn. Er moet 3 gulden impost betaald worden om haar te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven op 17-01-1766 te Rijnsaterwoude. Ze compareerde op 24-11-1739 (als weduwe van Cornelis van Santen) samen met Jacob Rennitse van Klink, Jacobus Quant en Jan Huijbertsen de Groot (als man van Neeltje Jans Wijkbrug) als voogden van de nagelaten 3 kinderen van de in 1728 overleden Willem Pietersse Coek voor (vervangend) schout en schepenen van Alkemade om twee arbiters (Heer Meester Jan Francken, baljuw en schout van Alkemade, en Monsieur Franciskus Rodenburg, chirurgijn te Roelofarendsveen) te benoemen om het dispuut te beslechten dat was ontstaan tussen hen als voogden en Jacob Willemse Koek, die op 14-09-1739 door huwelijk meerderjarig was geworden, met betreking tot de wezenrekening die de voogden hadden opgemaakt. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 111)

Ze bewoonde op 16-09-1740 het huis en zomerhuis (waarvan het westelijk deel naar haar dochter Duijfje van Zante ging) in Roelofarendsveen.
Ondertrouwd (1) op 29-04-1719 te Oude Wetering. Zij betaalden 6 gulden aan impost om te mogen trouwen. Gehuwd op 15-05-1719 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenoot is Cornelis (Nelis) Jacobse van SANTEN, geboren ±1686, overleden op 15-07-1737 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop de secretarie van Alkemade 3 gulden impost ontvangt van zijn zwager Jan Willemse Castelijn, zodat deze hem te Rijnsaterwoude mag begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Hij schreef zijn naam ook als "Kornelis Jakobs van Santen".

Hij woonde op 10-11-1711 te Roelofarendsveen.

Op 10-11-1711 (datum van de transportakte) koopt hij van Jan Pieter Ponssen te Roelofarendsveen in diens hoedanigheid als executeur testamentair en voogd in de boedel en nagelaten goederen van Dirck Pietersz. Peereboom, overleden te Roelofarendsveen, en met goedkeuring van medevoogd Cornelis Cornelise Spruijt (schepen te Alkemade), een teelakker in de Veenderpolder, te verongelden voor 250 roeden in het ambacht en 535 roeden in de polder. Belendingen: noord en oost: Antjen Pieters van Weteringh, en zuid en west: Cornelis Cornelisz. Spruijt. Koopsom: f 260 gereed, volgens de schatting van Jan Leendertsz. Quant en Wouter Willemsz. van Egmont, teellieden te Roelofarendsveen. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 88, folio 361v)

Hij kocht op 13-11-1713 bij openbare veiling in Alkemade voor f 170 een teelakker in de Veenderpolder te Alkemade, te verongelden in het ambacht voor 233 1/3 en in de polder voor 303 roeden. De belendingen waren: oost: Jacobus van Santen, secretaris van Alkemade, zuid: de erfgenamen van Marijtje Louris, west: Cornelis Spruijt, en noord: Willem Arentsz. Kennis. Cornelis Cornelisz. Spruijt en Jan Jakobsz. van Santen (denkelijk zijn broer) stonden voor hem borg. De partij was met andere partijen land geveild op verzoek van de weduwe en kinderen van Jan Jansz. van Santen (denkelijk een oom). (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 119, folio 28)

Op 19-06-1721 dragen de erfgenamen van Leendert Ariensz. Slick, overleden in Roelofarendsveen, voor schout en schepenen van Alkemade aan hem over:
1. Een huis, schuur, boomgaard en erf in Roelofarendsveen in de Veenderpolder, te verongelden in het ambacht voor 380 en in de polder voor 390 roeden, met als belendingen: oost: de Veenwetering, zuid: Jan Leendertsz. Quant, west: Cornelis Jacobsz. van Santen (de koper), en noord: Willem Pietersz. Koeck
2. Een teelakker in de Veenderpolder, te verongelden in het ambacht voor 544 en in de polder voor 555 roeden, met als belendingen: oost: de vorige partij, zuid: Jacob Rennitsz. van Klinck, west en noord: Willem Pietersz. Koeck
De koopsom bedraagt f 1.923 in gereden gelde.
(bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 303)

Op 02-01-1722 draagt hij voor schout en schepenen van Alkemade twee teelakkers in de Veenderpolder (te verongelden in het ambacht en in de polder voor 300 roeden) over aan Job Theunisz. Boxe, scheepmaker te Roelofarendsveen. De belendingen zijn: oost: Antjen Pieters van Weteringh, zuid: Wouter Willemsz. van Egmont, west: de koper, en noord: de verkoper. De koopsom bedraagt 410 gulden in gereden gelde. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 323v), zoon van Jacob Jansz. van SANTEN en Duijfie Cornelis RUIJCH. Beiden woonden op 29-04-1719 (en 19-06-1721) te Roelofarendsveen.

Op 10-07-1737 laten zij voor schout en schepenen van Alkemade (ze wonen in Roelofarendsveen) een akte van voogdij passeren waarin ze, met uitsluiting van de weeskamer, de langstlevende van hen beiden benoemen tot voogd over eventueel na te laten minderjarige kinderen, naast Jan en Ewaldus Willemse Castelijn te Roelofarendsveen en Fredrik Arisse van der Laan aan de Bilderdam. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 78).
Ondertrouwd (2) op 16-09-1740 te Oude Wetering. Op 16-09-1740 betaalden zij 6 gulden impost om de drie huwelijksproclamaties binnen Alkemade te mogen doen. Gehuwd op 03-10-1740 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Gehuwd voor de kerk op 02-10-1740 te Roelofarendsveen (RK). Het huwelijk is ingeschreven in het RK trouwboek van Rijpwetering. Echtgenoot is Klement van ZWIETEN, overleden op 07-03-1796 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte wordt gedaan van zijn overlijden door Klaas Schuijn. Hij valt onder de classis van "pro deo" en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Hij woonde op 07-11-1763 en 19-11-1773 te Roelofarendsveen.

De spelling van zijn naam heb ik gebaseerd op (onder andere) zijn handtekeningen onder zijn (en Pleuntje's) testament d.d. 18-02-1754 en onder een "koopakte" van 16-12-1757.
Mogelijk eerder getrouwd (hoewel zulks niet uit de trouwakte van 1740 blijkt), want op 02-04-1733 krijgt een Clement van Swieten van het secretariaat van Alkemade een akte pro deo om het lijk van Crijntie Clements van Swieten, overleden in Roelofarendsveen, te begraven te Rijnsaterwoude. (bron: Gaarder Alkemade, AL-G12, folio 1)

Op 19-11-1773 compareert hij met zijn "stiefschoonzoon" Klaas Schuijn voor notaris Henricus Hollingerus van Lansbergen om in een akte vast te leggen dat hij al zijn roerende goederen, gelden, actiën, kredieten en contante penningen aan Klaas doneert in ruil voor een lijfrente van f 100 per jaar (te betalen in 4 driemaandelijkse termijnen van f 25 per jaar) en f 50 voor zijn begrafenis. Ze tekenen met "Klement van Zwieten" en "Klaas Schuijn". (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 84, akte 77)

Hij doet op 08-09-1784 aangifte van het overlijden van Reijnier Jacobsz. van Klink te Roelofarendsveen, die na betaling van 3 gulden impost te Rijnsaterwoude zal worden begraven. Zoon van ? van ZWIETEN. Beiden woonden op 16-09-1740 in Roelofarendsveen.

Op 18-02-1754 compareren zij rond 15:00 voor schepenen van Alkemade (ten huize van secretaris Bernardus van Bronkhorst te Oude Wetering) om hun (nieuwe) testament te laten passeren. Klement benoemt Pleuntje (ze tekent ook met Pleuntje, hoewel ze in de jaren 1730 met "Leuntje" placht te tekenen...) tot zijn enige erfgename, en Pleuntje benoemt als haar erfgenamen: haar man Klement en haar voorkind Duijfje Cornelis van Zanten, getrouwd met Pieter van Wieringen, dat zij had van haar eerste man Cornelis van Santen. Voorts benoemen ze de langstlevende als voogd over eventuele na te laten kinderen, met het recht medevoogden te benoemen en met uitsluiting van de weeskamer. De echtelieden wonen dan (nog) te Roelofarendsveen. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 128, akte 388).
   6.  ? Overleden op 24-02-1702 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop de impost op het het overlijden (f 3:4:0) werd ontvangen. Het kind wordt in de gaarder van Alkemade "een kind van Willem Euwoutsz." genoemd.
   7.  ? KASTELEIJN, overleden op 30-03-1714 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop de impost op het overlijden (3 gulden) werd ontvangen.

 
V    Gerrit Willemse KASTELEIJN, geboren ±1695, overleden op 29-06-1737 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop de secretarie van Alkemade drie gulden impost ontvangt van zijn broer "Jan Willemse Castelijn", zodat deze hem te Rijnsaterwoude mag begraven. Begraven op 01-07-1737 te Rijnsaterwoude. Ook wel: Casteleijn en Castelijn. Zelf tekende hij met "Gerrit Willemse Kasteleijn".

Op 23-08-1720 verschijnt Cornelis Corssen van Egmondt uit Den Haag, enige zoon en erfgenaam van Cors Cornelisz van Egmondt en Heijltjen Baate, voor schout en schepenen van Alkemade in verband met de overdracht van twee teelakkers en twee dwarsakkers in de Veenderpolder binnen Alkemade aan Gerrit Willemsz. Casteleijn uit Roelofarendsveen, die hij hem verkocht heeft voor 300 gulden. De twee aan elkaar grenzende teelakkers zijn samen 200 roeden groot en worden belend door: oost: Aeghjen Thewis Quant en Jan Willemsz. van der Meer, zuid: Cornelis Cornelisz. Spruijt, en west en noord: Willem Willemsz. van Egmondt. De twee dwarsakkers zijn samen 100 roeden groot en worden belend door: oost: de weduwe van Aris Lourisz., zuid en west: de kinderen van Mathewis Quant, en noord: Willem Pietersz. Verhoeff. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 280)

Op 07-10-1720 draagt Neeltjen Thewis Quant, weduwe van Aris Laurensz. van Klink, wonende te Roelofarendsveen, voor schout en schepenen van Alkemade twee dwarsakkers (groot 100 roeden) in de Veenderpolder aan de oostzijde van de Veenderdijk aan hem over. De belendingen zijn: oost: Aplonia Clements Quant, zuid: Maritjen Aris Kennis, west: de koper, en noord: Willem Pietersz. Verhoeff. Gerrit heeft voor deze twee dwarsakkers 100 gulden betaald. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 89, folio 283)

Op 17-01-1732 koopt hij bij openbare veiling te Alkemade voor f 1.900 een huis, barg, schuur en 775 roeden land erachter, gelegen in Roelofarendsveen. De belendingen zijn: oost: de weduwe van Cornelis van IJssel, zuid: Jan Willemsse van Pijlen, Pieter Willemsse Verdel en Cornelis Jansse Koek, west: de Veenderdijk, en noord: Jan Pietersse van Egmondt en de kinderen van Jan Amen van Leeuwen. Het goed is belast met onderhoud van 2 roeden 2 voet kade in het eerste vijftig nr. 46 en 11 voet 6 duim in het derde vijftig nr. 16 om de Veenderpolder. Als borgen treden op zijn broer Jan Willemz. Casteleijn en zijn zwager Cornelis Jakobsz. van Santen. Het goed is geveild in opdracht van de erfgenamen van Willem Cornelisz. Spruijt, denkelijk zijn zwager. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 119, folio 506)

Hij wordt op 10-10-1732 genoemd als belender ten zuiden van twee houtakkers en een teelakker (denkelijk in de Veenderpolder), groot 200 roeden, die Dirk Janse van Leeuwen, de weduwe van Jan Jacobse van Leeuwen en Cornelis Japikse van Leeuwen op die dag voor f 123:3:0 verkopen aan Pieter Corn. van Egmond. De overige belendingen zijn: oost en west: de koper, noord: "de armen van Teunis Pereboom". (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 148 "Memorie Boek vant Collaterael en Verdere aan gebragte goederen" (1732-1736)), zoon van Willem Eeuwitsen CASTELEIJN (zie IV) en Giertje Jans KOEK.
Ondertrouwd op 28-10-1718 te Oude Wetering. Zij betaalden 30 gulden impost (15 gulden per persoon) om te mogen trouwen. Gehuwd op 14-11-1718 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Martje Cornelis SPRUIJT, overleden op 25-03-1734 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop haar man Gerrit Willemsz. Kasteleijn van de secretarie van Alkemade een akte pro deo krijgt om haar te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven op 26-03-1734 te Rijnsaterwoude. Voor de spelling van haar naam ben ik uitgegaan van haar eigen handtekening (voogdijakte d.d. 21-03-1734). Dochter van Cornelis Cornelise SPRUIJT, schepen van Alkemade (1711-1714), en Duijfie Cornelis RUIJCH. Op 20-05-1730 woonden zij te Roelofarendsveen.

Op 21-03-1734 verklaren zij voor zeven getuigen (te weten: Pieter Kornelisz. van IJssel, Kornelis van Noort, Jan Tijsz. Verdel, Jan Kornelisz. van IJsel, Jan Korse van Dueren, Pieter van Klink en Jacob van Klink, allen woonachtig te Roelofarendsveen) dat zij de langstlevende van hen beiden benoemen als voogd over hun eventueel na te laten minderjarige kinderen met het recht van die langstlevende om eventueel twee of meer voogden te verkiezen, met uitsluiting van de weeskamer. Op 30-03-1734 verklaren voornoemde zeven getuigen in Roelofarendsveen tegenover secretaris en schepenen van Alkemade wat voornoemde echtelieden hun op 21-03-1734 hebben verklaard. Beide verklaringen zijn op schrift gesteld en bevinden zich als akte nummer 31 in inventaris nummer 128 van het Rechterlijk Archief Alkemade (Nationaal Archief Den Haag, toegang 3.03.08.009).
Uit dit huwelijk:
   1.  Rachael, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 16-12-1727 te Rijpwetering (getuige(n): Ewaldus Willemse (Castelijn) en Jannetje Willems), overleden op 22-07-1728 te Roelofarendsveen, 219 dagen oud. Betreft datum van afgifte van de akte pro deo om "een kind van Gerrit Casteleijn, overleden in Roeloffaertjensveen" te begraven. Ook op 29-09-1728 werd zo'n akte afgegeven. Eén van die twee akten zal om Rachael gaan. De andere om een broertje of zusje.
   2.  Jacobus (Jakop) Gerritse CASTELIJN (zie VIa).
   3.  Johannes (Jan) Gerritse (zie VIb).
   4.  Kornelis Gerritse (zie VIc).
   5.  Willem CASTELEIJN, overleden op 06-02-1783 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door zijn broer Cornelis Casteleijn. Hij valt onder de classis "pro deo" en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Hij woonde op 03-12-1759 te Roelofarendsveen.
   6.  ? Overleden op 12-08-1721 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop door het secretariaat van Alkemade de pro deo-akte werd afgegeven voor het begraven.
   7.  ? Overleden op 24-04-1726 te Roelofarendsveen. Betreft datum waarop door het secretariaat van Alkemade de pro deo-akte werd afgegeven voor het begraven.
   8.  ? Overleden op 29-09-1728 te Roelofarendsveen. Betreft datum van afgifte van de akte pro deo om "een kind van Gerrit Casteleijn, overleden in Roeloffaertjensveen" te begraven. Ook op 22-07-1728 werd zo'n akte afgegeven. Eén van die twee akten zal om Rachael gaan. De andere om een broertje of zusje.

 
VIa    Jacobus (Jakop) Gerritse CASTELIJN, armmeester van de Heilige Geest Armen van de Roelofarendsveen (1762-1764), geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 01-06-1731 te Rijpwetering (getuige(n): Willem Corn: Spruijd en Leuntje Willems), overleden op 11-09-1773 te Roelofarendsveen op 42-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door Klaas Schuijn. Er moet 3 gulden impost betaald worden om hem te Rijnsaterwoude te mogen begraven. Begraven op 13-09-1773 te Rijnsaterwoude. Hij schreef zijn naam als "IJakop Kastelijn" in 1759 en "Jakop Castelijn" in 1764.

Hij en zijn broer Cornelis Castelijn kochten in 1759 de helft van een huis en erf en twee stukjes teelland in Roelofarendsveen van hun broers Jan en Willem Kastelijn (Jakop en Cornelis bezaten reeds de andere helft, die ze denkelijk van hun ouders hadden geërfd). De belendingen van het land waren: oost: Pieter van IJssel met zijn land, zuid: de weduwe van Jan van Pijlen en Cornelis Willemsz. Loos, west: de Veenderdijk, en noord: Maarten de Jong en Jannetje van Duuren, en die van het huis: oost: het voornoemde land, zuid: Jan Tijsse Verdel, Claas van der Hoorn en Cornelis Willemsz. Loos, west: de dijk, en noord: Maarten de Jong. De koopsom bedroeg 400 gulden en overneming van een schuld ad 700 gulden van hun broers. Op 03-12-1759 verschijnen Jan (mede namens zijn broer Willem), Jakop en Cornelis Kastelijn (Castelijn) ter secretarie van Alkemade om deze verkoop en de acceptatie ervan aan te geven. Allen wonen dan te Roelofarendsveen. Jakop tekent de akte met "IJakop Kastelijn", Jan met "Jan Gerritze Kastelijn", en Cornelis met een kruisje. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 03-12-1759)

Op 19-01-1774, na de dood van Jakop, laten zijn weduwe en zijn broer Kornelis in een akte van scheiding voor notaris Henricus Hollingerus van Lansbergen in Alkemade de verdeling vastleggen van het in de vorige alinea genoemde huis en erf (in het kohier van verpondingen van 1774 aangeslagen voor f 3:10:0 en met als beleningen: oost: de twee stukjes teelland (zie hierna), zuid: de armen van de Veen en Cornelis Loos, west: de Veenderdijk, en noord: Dirk de Jong) en de twee stukjes teelland (in 1774 te verongelden in het ambacht voor 1 morgen 125 en in de polder voor 1 morgen 355½ roede). Belendingen: oost: Pieter Bandhout, zuid: de weduwe van Jan van Peijlen en Cornelis Willemsz. Loos, west: de Veenderdijk, en noord: Dirk de Jong en de weduwe van Pieter van Egmond. Met onderhoud van 2 roeden 2 voet Veenderpolderkade in het eerste 50 nr. 46 en 11 voet 6 duim in het derde 50 nr. 16). Niesje van Pijlen krijgt het vooreind van het huis, de keuken, het zomerhuis op het noorden, de schuur op het zuiden, de hooiberg, de voorwerf aan de noordzijde van het huis ter lengte van het aanbedeelde huis en de "waterstoep". Tevens krijgt zij de voorste akker tot de draaiplank en vijftig roeden van de volgende akker over de draaiplank. Kornelis Kasteleijn krijgt het achterhuis, het zomerhuis, en de schuur. Tevens de werf op het noorden ter lengte van het aanbedeelde (achter)huis en het zomerhuis, en aan de oostkant van het zomerhuis nog vier roeden, zoals het afgepaald is. Verder nog de achterste akker vanaf de 50 roeden van Niesje en naar het oosten tot het land van Pieter Bandhout. In gezamenlijkheid houden zij nog het bleekveld, het secreet, de draaiplank, zowel over de watering als over de sloot, die de twee akkers van elkaar scheidt. Kornelis zal nog ten zuiden van de werf een vrije opscheping behouden en een ligplaats voor een schuit of vaartuig, en het recht van op- en overpad hebben over het land van Niesje van de dijk af naar zijn land. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 84, akte 84)

Op 10-09-1764 compareert hij ter secretarie van Alkemade om te verklaren dat hij van Hendrik van Zeelen te Rijpwetering een houtakker (genaamd de Scandael(?)akker, groot 300 roeden) in de Veenderpolder gekocht heeft voor 30 gulden per jaar, te betalen zolang de verkoper leeft. De belendingen van deze houtakker zijn: oost: de Loetsloot, zuid: de heren Plemper en Vlaerdingerw.t, noord en west: de laatstgenoemde. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 104, folio 42)

Op 09-02-1769 compareert hij ter weeskamer van Alkemade als medevoogd over Frans van Klink, oud 8 jaar, het nagelaten kind van Jan Engels (voogd) en diens overleden vrouw Hendrina Steevens, volgens een notariële akte van 14-07-1765 gepasseerd voor Cornelis van Oudendorp Cornelis Zoon te Rijnsaterwoude. Hendrina Steevens was weduwe van Frans Rodenburgh. Met haar tweede man Jan Engels woonde ze op 14-07-1765 te Roelofarendsveen. (bron: NA, Weeskamer Alkemade, inv.nr. 5, akte d.d. 09-02-1769)

Op 11-01-1770 doet hij ter secretarie van Alkemade aangifte van het overlijden van Dirk van der Star te Roelofarendsveen. Deze valt onder de classis van 3 gulden en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. De aard van relatie tussen aangever en overledene is mij onduidelijk. (bron: Gaarder Alkemade, AL-G18II), zoon van Gerrit Willemse KASTELEIJN (zie V) en Martje Cornelis SPRUIJT.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 17-01-1757 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. In het gaarderboek van Alkemade staat dat zij op 31-12-1756 ieder 6 gulden hadden betaald als "Middel op het Trouwen". Echtgenote is Niesje Janse van PIJLEN, geboren ±1735 te Roelofarendsveen (gezindte: RK), overleden op 10-09-1811 om 02:00 uur te Roelofarendsveen. Ze overleed op 76-jarige leeftijd. Aangevers van haar overlijden waren haar (tweede) man Jacob Akerboom, Maarten Vork (43 jaar) en Martinus Heemskerk (25 jaar), allen woonachtig te Roelofarendsveen. Haar achternaam wordt ook op diverse andere manieren geschreven: Van Peijl, Van Pijle en Van Peijlen. Zelf schreef ze afwisselend "Van Peijlen" en "Van Pijlen".

Op 04-02-1769 krijgt haar man Jacob Casteleijn voor haar het leen van haar overleden broer Willem Jansz. van Pijlen. Na de dood van haar man verkrijgt haar schoonbroer Cornelis Casteleijn voor haar het leen. Op 13-05-1776 verkoopt zij het leen voor 1.060 gulden aan Hermanus Nieuwenhuizen te Roelofarendsveen. (bron: L. Lapikás, Genealogie Van Pijlen, 5.2, Muiden, 1999 en Ons Voorgeslacht 1980, p.677)

In een akte van procuratie d.d. 29(of 24?)-09-1773 gepasseerd voor notaris Henricus Hollingerus van Lansbergen in Alkemade, machtigt ze Cornelis Casteleijn, Claas Schuijn en Dirk Kennis, allen net als Niesje wonende te Roelofarendsveen, om namens haar al haar goederen te "regeren en administreren", etc. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 84, akte 70)

In verband met haar aanstaande tweede huwelijk (de volgende dag!) laat ze op 19-02-1775 in een akte van vertichting voor notaris Henricus Hollingerus van Lansbergen in Alkemade vastleggen dat ze uit "pure en zuivere" liefde voor haar kinderen (Gerrit, Martje, Antje, Geertje, Duijfje, Mrijtje (sic) en Johanna) die haar eerste man haar heeft nagelaten de hun op grond van het mutuele testament van haar en haar eerste man, gepasseerd op 20-07-1758 voor notaris Pieter Hubertus Pla (te Leiden?), toegekende legitieme erfportie, verhoogt met f 3:3:0 per kind, hetgeen door de notaris namens de kinderen in dank wordt aanvaard. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 84, akte 110), dochter van Jan Willemse van PIJLEN, teler te Roelofarendsveen (1742) en weesman van Alkemade (1737), en Antje Joppen BOXEN. Op 20-07-1758 maakten zij hun testament voor notaris Pieter Hubertus Pla, waarbij ze elkaar tot voogd benoemden over eventuele na te laten kinderen, met seclusie van de weeskamer. Op 11-11-1773 toont "Niesje Jansdr. van Peijle, weduwe van Jacob Casteleijn, overleden in de Roelofarendsveen" dit testament in de weeskamer van Alkemade. (bron: NA, Weeskamer Alkemade, inv.nr. 5, akte d.d. 11-11-1769) Uit dit huwelijk:
   1.  Maria (Martje, Marijtje, Maartje), geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 08-10-1758 te Rijpwetering (getuige(n): Cornelis Gerrits Castelijn en Duifje Corn. van Santen), overleden op 27-03-1825 om 13:00 uur te Gemeente Alkemade op 66-jarige leeftijd. Ze overleed in de molen met nummer 411 (of 433?). Ik heb nog niet kunnen achterhalen waar die (water)molen precies staat/stond.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gijsbert Hogeveen, 66 jaar, watermolenaar te Alkemade, echtgenoot
2. Wilm van der Mer, 40 jaar, watermolenaar te Alkemade, gebuur
Volgens de overlijdensakte stierf ze op 66-jarige leeftijd. Ook wel: Castelein.
Ze had een 10 jaar jongere zus die ook Maria heette!
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 16-05-1785 te Aarlanderveen met Gijsbert (Gijs) Jacobsz. HOOGEVEEN, 24 jaar oud, arbeider te Rijpwetering (1821) en watermolenaar te Alkemade (1825), geboren te Aarlanderveen, gedoopt (RK) op 23-08-1760 te Alphen aan de Rijn. Overleden na 28-03-1825. Ook wel: Hogeveen.
Hij was analfabeet. Zoon van Jacob Maartensz. HOOGEVEEN en Gijsje Ariens van MARCKENHOFF.
   2.  Antje CASTELEIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 10-08-1760 te Rijpwetering (getuige(n): Willem Janse van Pijle en Martje Janse van Pijle). Overleden na 28-03-1796.
   3.  Gertrudis (Geertje) CASTELEIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 07-02-1763 te Rijpwetering (getuige(n): Jan Gerze Casteleijn en Martje Freke van der Laan), overleden op 05-12-1841 om 07:00 uur te Kudelstaart op 78-jarige leeftijd. Ze overleed in huis nr. 382. Aangevers van haar overlijden waren:
1. Gerrit van Veen, 44 jaar, visser te Aalsmeer, buurman
2. Christiaan Lindenaar, 36 jaar, veldwachter te Aalsmeer, bekende. Ze woonde op 13-08-1824 te Aalsmeer. In haar overlijdensakte wordt haar naam "Kastelein" geschreven.
Gehuwd vóór 1791 met Jan OUDENWATER, schipper te Uithoorn (1818) en Aalsmeer (1861), geboren op 25-06-1761 te Aalsmeer, overleden op 13-05-1824 om 04:00 uur te Aalsmeer op 62-jarige leeftijd. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Jacob Oudewater ("Oudewaater" volgens handtekening), 31 jaar, schipper te Aalsmeer, zoon
2. Cornelis Baas, 68 jaar, scheepstimmerman te Aalsmeer, gebuur. Hij schreef zijn achternaam als "Oudenwater", maar zijn kinderen schreven "Oudewater" en "Oudewaater". Zoon van Huibert OUDEWATER en Grietje BUIS. Ze woonden op 25-04-1818 te Uithoorn.
   4.  Gerardus (Gerrit) Jacobsz. CASTELEIJN (zie VIIa).
   5.  Duijfje, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 27-09-1766 te Rijpwetering (getuige(n): Jacob Gerse de Jonge en Marijtje Cornelis Koek), overleden op 14-04-1839 om 18:00 uur te Roelofarendsveen op 72-jarige leeftijd. Ze overleed in huis nummer 35 (wijk B).
Aangevers van haar overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 43 jaar, broodbakker te Alkemade, neef
2. Anthony Kerkhof, 55 jaar, kleermaker te Alkemade, gebuur. Ze bleef ongehuwd.
   6.  Maria (Mrijtje), geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 31-01-1769 te Rijpwetering (getuige(n): Dirk van der Sterre en Trijntje Gijsberse van Zeijl), overleden op 02-07-1843 om 12:00 uur te Roelofarendsveen op 74-jarige leeftijd. Overleden in haar woning (wijk B, huisnummer 97).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 47 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, neef
2. Dirk Dobben, 57 jaar, timmerman te Roelofarendsveen, bekende. Ook wel: Castelein.
Niet te verwarren met haar oudere zus Martje/Maartje/Marijtje, die ook "Maria" was gedoopt.
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 12-11-1797 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenoot is Jan van den BERG, geboren ±1767. Overleden tussen 11-11-1823 en 02-07-1843.
   7.  Joanna (Johanna) CASTELEIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 28-12-1771 te Rijpwetering (getuige(n): Jan Gerritsze Castelijn en Antje Jansze van Pijlen), overleden op 15-05-1811 te Roelofarendsveen op 39-jarige leeftijd. Weliswaar overleed ze te Roelofarendsveen, maar ze woonde te Gouwsluis (onder Alphen aan den Rijn). Ze liet geen kinderen na. Volgens het register van aangeving van lijken van Alkemade stierf ze op 35-jarige leeftijd. Denkelijk is dat een vergissing.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 08-05-1796 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenoot is Nicolaas (Klaas) van VLIET, kastelein (1812) koopman (1821) te Alphen aan den Rijn, geboren ±1765 te Zwammerdam. Overleden na 11-11-1821. Hij woonde op 31-01-1812 te Alphen aan den Rijn. Zoon van Jan van VLIET en Lijsje van der LAAN.

 
VIIa    Gerardus (Gerrit) Jacobsz. CASTELEIJN, meester-broodbakker, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 18-06-1764 te Rijpwetering (getuige(n): Willem Gersse Casteleijn en Antje Jans van Peijl), overleden op 27-09-1815 om 04:00 uur te Roelofarendsveen op 51-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 156 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacob van der Lugt, gebuur
2. Jan Kroon, gebuur. Hij tekende de hierna te bespreken akte van 28-05-1805 met "Gerrit Jac-z Casteleijn".

Op 28-05-1805 compareert hij met de heer W. van Pelt, koopman in granen, wonende te Utrecht, ter secretarie van Alkemade. Gerrit verklaart dat hij voor zijn zoon Jacob Casteleijn van Van Pelt gekocht heeft een brood- en biscuitbakkerij (denkelijk te Roelofarendsveen) met huis, korenhuis, stallingen en erf, die Van Pelt op 11-03-1805 bij publieke veiling had gekocht. Tevens heeft hij van Van Pelt gereedschappen, broodschuit en twee "hooibargen" gekocht. De koopsom voor de bakkerij bedraagt f 1.000. Voor de gereedschappen etc. moet de prijs nog bepaald worden aan de hand van een taxatie. De overdracht zal tegelijkertijd geschieden met de overdracht van de goederen van den boedel van wijlen Kl. (Klaas?) Goedknegt (wellicht kwam de bakkerij ook uit de nalatenschap van deze Kl. Goedknegt?) op 03-06-1805. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 105), zoon van Jacobus (Jakop) Gerritse CASTELIJN (zie VIa) en Niesje Janse van PIJLEN.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 24-10-1790 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Cornelia (Keetje) Janse HOFMAN, geboren ±1765 te Koudekerk aan den Rijn, overleden op 06-09-1817 te Roelofarendsveen, dochter van Jan HOFMAN en Barbera KRAAN. Op 13-02-1798 laten zij hun testament (op de langstlevende) passeren voor schepenen van Alkemade, waarbij zij hun beider moeders als mede-erfgenamen benoemen, mits zij kinderloos zouden sterven en die moeders nog in leven zouden zijn. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 31, akte 2)

Leonardus Johannes Castelein beschrijft in zijn handgeschreven familiekroniek (geschreven in 1942 en 1943) de akte van boedelscheiding d.d. 01-05-1821, die hij onder zich bleek te hebben. Naast een bakkerij exploiteerde dit echtpaar ook een handel in grutterwaren en manufacturen. De (bakkers)zaak zou volgens de stukken rond 1790 door Gerrit Jacobsz. Castelein (Castelijn) zijn overgenomen, waarbij behoorden 2 morgen 800 roeden aan teelakkers en een later gekocht stuk tuin- of teelland van 1 morgen 582 roeden, waarvan de kooppenningen nog niet waren betaald. Verder waren er onder andere een vordering jegens Pieter Kraan van f 100 en een aandeel in de onverdeelde nalatenschap van Cornelis Kraan, bestaande uit een hypotheek op een huis met landerijen in de Vlietpolder onder Woubrugge ten laste van de eigenaar Pieter Voorbij. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein).
Uit dit huwelijk:
   1.  Theodora Maria, gedoopt (RK) op 16-08-1791 te Roelofarendsveen (getuige(n): ? Sacell(?) en Antje van Peijlen, buurvrouw), overleden op 24-12-1817 om 15:00 uur te Nieuwe Wetering op 26-jarige leeftijd. Aangevers van het overlijden waren:
1. Hendrik Straathoff, echtgenoot
2. Jan van der Laan, gebuur. Ze tekende haar trouwakte met "Thedora Maria Casteleijn".
Ze woonde op 21-05-1812 te Roelofarendsveen.
Gehuwd op 20-jarige leeftijd op 21-05-1812 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jan Straathof (46 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, broer van de bruidegom), Dirk Straathof junior (38 jaar, negociant te Nieuwe Wetering, broer van de bruidegom), Pieter Straathof (25 jaar, landbouwer te Nieuwe Wetering, broer van de bruidegom) en Cornelis van Amerongen (46 jaar, arbeider te Nieuwe Wetering)). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 10 en 17-05-1812. Echtgenoot is Hendrik Dirkse STRAATHOF, 27 jaar oud, bouwman te Nieuwe Wetering (1812-1822), geboren te Nieuwe Wetering, gedoopt (RK) op 31-03-1785 te Roelofarendsveen, overleden op 15-09-1855 te Nieuwe Wetering op 70-jarige leeftijd. Hij woonde op 21-05-1812 te Nieuwe Wetering.
Hij ondertekende de overlijdensakte van zijn eerste vrouw met "Straathoff", doch zijn trouwakte met "Straathof". Zoon van Dirk Dirkse STRAATHOF, landbouwer en vanaf 1785 directeur van de droogmakerij van de Veender- en Lijkerpolder in Alkemade, en Elisabeth (Lijsje) Jans van den BOOGAERT. Uit dit huwelijk werden drie dochters geboren.
   2.  Maria (Marijtje) KASTELIJN, geboren op 06-01-1793 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 06-01-1793 te Roelofarendsveen (getuige(n): Bart van der Starre en Naetjen(?) Vermeulen), overleden op 23-04-1815 om 19:00 uur te Rijpwetering op 22-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 276 (wijk D).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Mouwris(?) van Zijl
2. Jan Luttel. Ze ondertekende haar trouwakte met "Maria Kastelijn".
Ze woonde op 15-06-1814 te Roelofarendsveen.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 15-06-1814 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Gerrit Klaverweijden (70 jaar, koopman, vader van de bruidegom), Gerrit Jacobsz. Casteleijn (50 jaar, broodbakker, vader van de bruid), Hendrik Straathof (29 jaar, bouwman, behuwd broer van de bruid) en Dirk Straathof jr. (40 jaar, koopman); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 05 en 12-06-1814. Echtgenoot is Johannes (Jan) KLAVERWEIDEN, 31 jaar oud, koopman te Rijpwetering (1814), gedoopt (RK) op 30-03-1783 te Rijpwetering, overleden op 24-07-1820 te Gemeente Alkemade op 37-jarige leeftijd. Hij woonde op 15-06-1814 te Rijpwetering. Zoon van Gerardus (Gerrit) Cornelisz. CLAVERWEIJDEN, koopman te Alkemade (1814), en Adriana van der BIJL.
   3.  Johanna (Jannetje), geboren op 05-08-1794 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 05-08-1794 te Roelofarendsveen (getuige(n): Jacob Hofman en Jannetje Hofman), overleden op 08-05-1811 te Roelofarendsveen op 16-jarige leeftijd. Haar nalatenschap was vrij van belasting. Ook wel: Castelein en Castelijn.
   4.  Jacobus CASTELIJN (zie VIIIa).
   5.  Dirk, geboren op 14-03-1798 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 14-03-1798 te Roelofarendsveen (getuige(n): Dirk Kraan en Neeltje van der Lubbe), overleden op 15-09-1806 te Roelofarendsveen op 8-jarige leeftijd. De "Memorie van Aangeving" werd op 14-12-1806 overgelegd. Begraven op 18-09-1806 te Rijnsaterwoude. Het grafrecht bedroeg f 1:4:0. Ook wel: Castelein en Castelijn.
   6.  Grietje CASTELIJN, geboren op 07-09-1799 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 07-09-1799 te Roelofarendsveen (getuige(n): Jaep Hofman en Jannetje Hofman). Ook wel: Kastelein.
Ze woonde op 14-09-1827 te Leiden.
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 14-09-1827 te Alphen aan den Rijn (getuige(n): Jacobus Castelein (31 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, broer van de bruid), Gijsbert Hesseling (30 jaar, hoefsmid te Aarlanderveen), Jan Zeijerveld (32 jaar, bouwman te Alphen aan den Rijn) en Johannes Rademaker (27 jaar, broodbakker te Alphen aan den Rijn)). Huwelijksafkondigingen te Alphen aan den Rijn en Leiden op 02 en 09-09-1827. Echtgenoot is Leonardus LEUSEN, 31 jaar oud, timmerman te Alphen aan de Rijn (1827), geboren te Haastrecht, gedoopt op 21-08-1796 te Haastrecht. Hij woonde op 14-09-1827 te Alphen aan den Rijn. Zoon van Pieter LEUSEN, chirurgijn te Haastrecht (1827), en Alegonda van VLIET.
   7.  Willem CASTELIJN (zie VIIIb).
   8.  Antje CASTELIJN, gedoopt (RK) op 28-01-1804 te Roelofarendsveen (getuige(n): Klaas van Vliet en Johanna Kastelijn), overleden op 17-12-1804 te Roelofarendsveen, 324 dagen oud. Betreft de datum waarop de vader Gerrit Jacz. Casteleijn ter Secretarie van Alkemade aangifte doet van haar overlijden. Ze valt onder de classis van drie gulden, na voldoening van welk bedrag ze te Rijnsaterwoude mag worden begraven. Begraven op 17-12-1804 te Rijnsaterwoude.
   9.  Johannes (Jan) CASTELIJN (zie VIIIc).
   10.  Cornelius (Kornelis) Gerritsz. CASTELIJN, gedoopt (RK) op 19-05-1808 te Roelofarendsveen (getuige(n): Klaas van Vliet en Marijtje Kastelijn), overleden op 30-07-1808 te Roelofarendsveen, 72 dagen oud. Zijn nalatenschap was vrij van belasting. Begraven op 03-08-1808 te Rijnsaterwoude. Het grafrecht bedroeg f 1:4:0.
   11.  Cornelius (Cornelis) CASTELIJN, broodbakkersknecht te Roelofarendsveen (1841), gedoopt (RK) op 19-12-1809 te Roelofarendsveen (getuige(n): Klaas van Vliet en Marijtje Kastelijn), overleden op 10-11-1841 om 11:30 uur te Roelofarendsveen op 31-jarige leeftijd. Overleden in zijn huis, nummer 86.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 45 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, broer
2. Cornelis Loos, 27 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, gebuur. Hij bleef ongehuwd.

 
VIIIa    Jacobus CASTELIJN, broodbakker te Roelofarendsveen (1822-1850), geboren op 27-03-1796 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 28-03-1796 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Jan Castelein en Antje Kastelein), overleden op 05-10-1852 om 18:30 uur te Roelofarendsveen op 56-jarige leeftijd. Hij overleed aan de gevolgen van waterzucht in zijn woning (huis nummer 85).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus van der Meer Gerritszoon, 43 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, schoonzoon
2. Jan Theeuwiszoon van der Meer, 60 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, gebuur, zoon van Gerardus (Gerrit) Jacobsz. CASTELEIJN (zie VIIa) en Cornelia (Keetje) Janse HOFMAN.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 18-10-1822 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jan Straathof (56 jaar, bouwman te Alkemade, oom van de bruid), Hendrik Straathof (37 jaar, bouwman te Alkemade, oom van de bruid), Nicolaas Verkleij (34 jaar, bouwman en koopman te Alkemade) en Gerardus Johannes ter Meulen (48 jaar, dienaar van politie te Alkemade)). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 06 en 13-10-1822. Echtgenote is Elizabeth STRAATHOF, 19 jaar oud, gedoopt (RK) op 05-02-1803 te Roelofarendsveen, overleden op 21-07-1851 te Roelofarendsveen op 48-jarige leeftijd, dochter van Dirk Dirkse STRAATHOF, koopman te Nieuwe Wetering (1812-1822), en Geertruida (Geertje) CLAVERWEIJDEN, grondeigenaresse (1840). Beiden woonden op 18-10-1822 te Alkemade.
Het bakkersgezin woonde (in 1849) in huis nummer 85 te Roelofarendsveen. Na de dood van de ouders kwam Gerrit Janszoon Castelijn, neefje van Jacobus, in het huis wonen en stichtte daar zijn gezin. Er woonden bij tijd en wijle ook een broodbakkersknecht en een dienstbode bij hen in. Dezen bleven nooit langer dan een jaar.
Uit dit huwelijk:
   1.  Gerrit, geboren op 20-07-1823 om 23:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter de Jong, 45 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 43 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 11-08-1823 om 08:00 uur te Roelofarendsveen, 22 dagen oud. Overleden in huis nummer 156 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 27 jaar, broodbakker te Alkemade, vader
2. Pieter de Jong, 45 jaar, tuinder te Alkemade, gebuur.
   2.  Gerrit, geboren op 22-08-1824 om 11:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter de Jong, 46 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 44 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 18-09-1824 om 20:00 uur te Roelofarendsveen, 27 dagen oud. Overleden in huis nummer 156 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, broodbakker te Alkemade, vader
2. Pieter de Jong, tuinder te Alkemade, gebuur.
   3.  Cornelia, geboren op 11-08-1825 om 16:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter de Jong, 47 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 45 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 27-12-1871 om 05:30 uur te Roelofarendsveen op 46-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 138.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus van der Meer, 62 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, echtgenoot
2. Theodorus Castelijn, 27 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, broer.
Gehuwd op 20-jarige leeftijd op 22-05-1846 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jan van der Meer (36 jaar, tuinder), Jacobus van der Meer (39 jaar, tuinder), Leonardus van Leeuwen (35 jaar, veldwachter) en Jan Nigten (36 jaar, herbergier); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 10 en 17-05-1846. Echtgenoot is Jacobus (Jacob) Gerritszoon van der MEER, tuinder te Roelofarendsveen (1846-1871), geboren 1809 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK). Overleden na 27-12-1871. Hij woonde op 17-07-1850 te Roelofarendsveen. Zoon van Gerrit (Gert) Pieterse van der MEER en Trijntje WARMERDAM. Dit gezin ging rond 1854 wonen in huis nummer 46 te Roelofarendsveen. Daarvóór woonde het elders in Roelofarendsveen (verwijzing naar blad B159 van het bevolkingsregister, nog na te gaan).
   4.  Dirkje, geboren op 05-02-1828 om 21:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Teunis van Zijl, 29 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 48 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 08-01-1857 om 12:00 uur te Roelofarendsveen op 28-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 50.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Anthonie Koek Pieterszoon, 31 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, echtgenoot
2. Matthijs Duits, 34 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, bekende.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 17-07-1850 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Cornelis Bakker (37 jaar, scheepstimmerman, zwager van de bruidegom), Jacobus van der Meer Teuniszoon (43 jaar, tuinder, zwager van de bruidegom), Jacobus van der Meer Gerritszoon (41 jaar, tuinder, behuwd broer van de bruid) en Nicolaas (Klaas) Bakker (23 jaar, tuinder); allen wonende te Roelofarendsveen). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 07 en 14-07-1850. Echtgenoot is Antonie Pieterszoon KOEK, tuinder te Roelofarendsveen (1850-1857), geboren 1825 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK), overleden na 1859, zoon van Pieter KOEK, tuinder te Alkemade (1850), en Engeltje de JONG. Beiden woonden op 17-07-1850 te Alkemade. Na hun huwelijk gingen ze eerst wonen in huis nummer 61 te Roelofarendsveen en na 1852 in huis nummer 50. Ook Dirkjes zus Geertruida kwam bij hen wonen naast wat tijdelijke bewoners en personeel.
   5.  Johanna, geboren op 16-10-1830 te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Teunis van Zijl, 31 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 50 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 13-02-1858 om 03:00 uur te Roelofarendsveen op 27-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 94.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Nicolaas Bakker, 31 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, echtgenoot
2. Jan Oomen, 57 jaar, stoelenmaker te Roelofarendsveen, gebuur.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 10-11-1853 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jan Bakker (37 jaar, schipper, broer van de bruidegom), Dirk van Klink Janszoon (41 jaar, tuinder, zwager van de bruidegom), Jacob van der Meer, 44 jaar, tuinder, zwager van de bruid) en Anthonie Koek (28 jaar, tuinder, zwager van de vruid), allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 30-10 en 06-11-1853. Echtgenoot is Nikolaas (Klaas) BAKKER, tuinder te Roelofarendsveen (1850-1864), geboren 1827 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK). Overleden na 04-02-1864. Hij woonde op 17-07-1850 te Roelofarendsveen. Hij was toen getuige bij het huwelijk van Antonie Koek en Dirkje Castelijn (zijn toekomstige schoonzus). Zoon van Hendrik BAKKER en Johanna van der MEER, herbergierster te Alkemade (1853). Beiden woonden op 10-11-1853 te Roelofarendsveen. Ze gingen na hun huwelijk wonen in huis nummer 94.
   6.  Gerrit Jacobuszoon (zie IXa).
   7.  Geertruda, geboren op 05-07-1835 om 10:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Klaas van der Meer, ±35 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 25 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 10-10-1835 om 22:00 uur te Roelofarendsveen, 97 dagen oud. Overleden in huis nummer 91 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 39 jaar, broodbakker te Alkemade, vader
2. Bartholomeus Heemskerk, 30 jaar, tuinder te Alkemade, gebuur.
   8.  Theodorus Petrus, geboren op 01-08-1837 om 18:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Bartholomeus Heemskerk, 32 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 27 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 06-09-1837 om 19:00 uur te Roelofarendsveen, 36 dagen oud. Overleden in huis nummer 91 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 41 jaar, broodbakker te Alkemade, vader
2. Bartholomeus Heemskerk, 32 jaar, tuinder te Alkemade, gebuur.
   9.  Geertruda Maria, tuinierster te Roelofarendsveen (1900), geboren op 18-01-1839 om 15:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Teunis van Zijl, 39 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 28 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 28-01-1911 om 15:00 uur te Roelofarendsveen op 72-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 297. Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus van der Zwet, 44 jaar, tuinder te Alkemade, zoon
2. Benedictus Hubertus Stockman, 41 jaar, manufacturier te Alkemade. Ze ging rond 1853 bij haar zus Dirkje Castelijn en dier man wonen in huis nummer 50 te Roelofarendsveen.
Gehuwd. Getrouwd vóór 06-11-1863. Partner is Cornelis van der ZWET, schipper (1863), geboren ±1833, overleden vóór 1900. Hij woonde op 06-11-1863 te Roelofarendsveen. Dit gezin (waarvan de vader al overleden was) woonde in 1900 te Roelofarendsveen in huis nummer 309 en later in huis nummer 296. In november 1901 kwam hun nicht Alida van der Zwet, geboren 01-02-1874, bij hen wonen. Deze vertrok naar Rotterdam op 12-02-1904.
Ik vermoed dat alle kinderen in Roelofarendsveen geboren zijn, doch weet dat niet zeker.
   10.  Christianus Johannes, broodbakkersleerling te Roelofarendsveen (1858), geboren op 02-03-1842 om 09:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis Loos, 28 jaar, koopman te Alkemade
2. Rijmert Los, 32 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 21-09-1858 om 22:00 uur te Roelofarendsveen op 16-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 85.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Nicolaas Bakker, 31 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, zwager
2. Klaas Kuiper, 26 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, gebuur.
   11.  Theodorus (Dirk) (zie IXb).

 
IXa    Gerrit Jacobuszoon CASTELIJN, broodbakker (1854-1864) en arbeider (1859) te Roelofarendsveen, geboren op 14-02-1833 om 22:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis van Klink, 27 jaar, tuinder te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 53 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 04-02-1864 om 20:00 uur te Roelofarendsveen op 30-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 89.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Aris van der Meer, 32 jaar, koopman te Roelofarendsveen, zwager
2. Nicolaas Bakker, 36 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, zwager. In de geboorteakte van zijn dochter Jacoba Theodora (20-01-1863) wordt als beroep broodbakkersknecht (i.p.v. broodbakker) gegeven. Wellicht was hij "in dienst" bij zijn gelijknamige oudere neef? Zoon van Jacobus CASTELIJN (zie VIIIa) en Elizabeth STRAATHOF.
Gehuwd op 20-jarige leeftijd op 09-02-1854 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Cornelis Loos Dirkszoon (25 jaar, tuinder, broer van de bruid), Cornelis Loos Janszoon (40 jaar, tuinder, neef van de bruid), Benjamin Keijzer (41 jaar, veldwachter) en Leonardus van Leeuwen (42 jaar, veldwachter); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 29-01 en 05-02-1854.
Zowel de ouders als alle grootouders van de minderjarige bruidegom zijn reeds overleden. Als respectievelijk voogd en toeziend voogd zijn voor hem aanwezig: Jan Castelijn, broodbakker te Alkemade (denkelijk zijn oom) en Gerrit Straathof, koopman te Alkemade. Echtgenote is Gerarda LOOS, 21 jaar oud, geboren op 17-02-1832 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK), overleden op 26-12-1867 te Roelofarendsveen op 35-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 89. Dochter van Dirk LOOS, tuinder te Alkemade (1854), en Grietje de JEU. Na hun huwelijk woonden ze een paar jaar in de "ouderlijke woning" (de ouders waren toen al overleden) en vestigden zich toen (tussen 1856 en 1859) elders in Roelofarendsveen (huis nummer 89, waar ze bleven wonen in de jaren 1860). Huis en bakkerij waren toen in handen van Gerrits neef Gerrit Janszoon Castelijn.
Uit dit huwelijk:
   1.  Elisabeth, geboren op 06-12-1854 om 11:30 uur te Roelofarendsveen. Geboren in huis nummer 85.
Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Klaas Bakker, 26 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 44 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK).
   2.  Jacoba Gerarda, geboren op 25-05-1856 om 12:30 uur te Roelofarendsveen. Geboren in huis nummer 85.
Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Nicolaas Bakker, 29 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 46 jaar, secretaris te Alkemade
In de geboorteakte worden als haar voornamen "Jacoba Gerardus" gegeven. Ik neem aan dat het "Jacoba Gerarda" moet zijn, hoewel in het bevolkingsregister hetzelfde staat... (gezindte: RK), overleden op 18-10-1859 om 13:30 uur te Roelofarendsveen op 3-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 89.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Castelijn, 27 jaar, werkman te Roelofarendsveen, vader
2. Jan van der Zwet, 33 jaar, schipper te Roelofarendsveen, gebuur.
   3.  Jacoba Theodora, geboren op 20-01-1863 om 01:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis van Zanten, 43 jaar, "inlands kramer" te Alkemade
2. Rijmert Los, 52 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 06-11-1863 om 08:00 uur te Roelofarendsveen, 290 dagen oud. Overleden in wijk B, huisnummer 89.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Cornelis van der Zwet, 30 jaar, schipper te Roelofarendsveen, oom
2. Nicolaas Bakker, 36 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, oom.

 
IXb    Theodorus (Dirk) CASTELIJN, bouwman (1868) en tuinder (1869-1910) te Roelofarendsveen, geboren op 23-08-1844 om 05:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis Loos, 30 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 34 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 28-08-1920 om 16:30 uur te Roelofarendsveen op 76-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 102. Aangevers van het overlijden waren:
1. Christiaan Gerardus Castelein, 45 jaar, tuinder te Alkemade, zoon
2. Wilhelmus van Klink, 41 jaar, arbeider te Alkemade. Hij was ergens tussen 1849 en 1959 "tijdelijk afwezig" uit de ouderlijke woning. (bron: bevolkingsregister Alkemade, 1849-1859), zoon van Jacobus CASTELIJN (zie VIIIa) en Elizabeth STRAATHOF.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 23-10-1868 te Aarlanderveen (getuige(n): Jan Vink (30 jaar, bouwman te Aarlanderveen, zwager van de bruid), Petrus Martinus van der Voort (33 jaar, veldwachter te Aarlanderveen), Jacob van der Ben (38 jaar, zonder beroep, wonende te Aarlanderveen) en Cornelis van Harten (39 jaar, koopman(?) te Alphen aan den Rijn)). Huwelijksproclamaties te Aarlanderveen en Alkemade op 11 en 18-10-1868. Echtgenote is Cornelia van VEEN, 23 jaar oud, geboren op 23-12-1844 te Calslagen. Volgens het bevolkingsregister van Alkemade zou zij te Leimuiden geboren zijn op 24-12-1844. (gezindte: RK), overleden op 29-06-1894 te Roelofarendsveen op 49-jarige leeftijd. Ze woonde op 23-10-1868 te Aarlanderveen. Dochter van Hendrikus (Dirk) van VEEN, viskoper en bouwman te Aarlanderveen (1868-1870), en Johanna de BOER. Ze vestigden zich in 1868 in huis nummer 39 te Roelofarendsveen. De vrouw had laatstelijk in Aarlanderveen gewoond.
Tussen 1870 en 1899 woonde dit gezin te Roelofarendsveen in respectievelijk huis nummer 124, 111 en 141.
Dit gezin, waarvan de moeder reeds overleden was, woonde na 1900 te Roelofarendsveen in huis nummer 141 en later in huis nummer 92.
Uit dit huwelijk:
   1.  Jacobus, geboren op 04-09-1869 om 21:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis van der Zwet, 35 jaar, schipper te Alkemade
2. Koos Warmerdam, 62 jaar, tuinder(?) te Alkemade (gezindte: RK). Hij verliet het ouderlijk huis te Roelofarendsveen op 05-09-1882 en trok naar Sint Michielsgestel.
   2.  Theodorus Johannes, geboren op 14-04-1871 om 12:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Teunis Elstgeest, 42 jaar, tuinder te Alkemade
2. Cornelis van Bij, 32 jaar, kastelein te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 03-06-1877 om 13:00 uur te Roelofarendsveen op 6-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 111.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Theodurus Castelijn, 32 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, vader
2. Hendrik Meijer, 30 jaar, schoenmaker te Roelofarendsveen, gebuur.
   3.  Christianus Gerardus CASTELEIN, tuindersleerling (vóór 1900) en tuinder te Roelofarendsveen (1905-1920), geboren op 22-01-1875 om 15:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Martinus Hölscher, 43 jaar, horlogemaker te Alkemade
2. Pieter van Duuren, 31 jaar, koopman te Alkemade (gezindte: RK). Overleden na 30-08-1920. Hij schreef zijn achternaam met een "korte ei" in tegenstelling tot zijn vader die "Castelijn" schreef.
Gehuwd (1) op 32-jarige leeftijd op 24-01-1907 te Aalsmeer (getuige(n): Theodorus Castelijn (62 jaar, tuinder te Alkemade, vader van de bruidegom), Johannis Zandvliet (39 jaar, veehouder te Aalsmeer, broer van de bruid), Wilhelmus Petrus van der Salm (35 jaar, slager te Alkemade, zwager van de bruid) en Johannes Jacobus Castelein (26 jaar, tuinder te Alkemade, broer van de bruidegom)). Huwelijksproclamaties te Aalsmeer en Alkemade op 13 en 20-02-1907. Echtgenote is Antje ZANDVLIET, 36 jaar oud, geboren op 13-05-1870 te Aalsmeer (gezindte: RK), overleden op 22-07-1912 om 16:30 uur te Roelofarendsveen op 42-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 95.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Christianus Gerardus Castelein, 37 jaar, tuinder te Alkemade, echtgenoot
2. Willem van Klink, 32 jaar, tuindersarbeider te Alkemade. Ze woonde op 24-01-1907 te Aalsmeer. Dochter van Johannes Laurentius ZANDVLIET en Maria de BOER. Ze woonden te Roelofarendsveen in huis nummer 95 en later in nummer 105.
Gehuwd (2) op 40-jarige leeftijd op 22-04-1915 te Woubrugge (getuige(n): Hendrik Schijf (45 jaar, brugwachter te Woubrugge) en Otto Cornelis van Hemessen (60 jaar, gemeenteveldwachter te Woubrugge)). Huwelijksproclamaties te Woubrugge en Alkemade op 10-04-1915. Echtgenote is Johanna Geertruida ELSTGEEST, 36 jaar oud, geboren op 25-02-1879 te Alkemade (gezindte: RK). Ze woonde op 22-04-1915 te Woubrugge. Dochter van Dirk ELSTGEEST en Martha NIGTEN. Ze gingen na hun huwelijk wonen in Roelofarendsveen.
   4.  Theodorus Johannes, manufacturier te Amsterdam (1905), geboren op 23-08-1877 om 16:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Hendrik Meijer, 31 jaar, schoenmaker te Alkemade
2. Leendert Hoogenboom, 30 jaar, tuinder te Alkemade (gezindte: RK). Hij vertrok op 26-04-1890 vanuit het ouderlijk huis te Roelofarendsveen naar Sint Michielgestel.
Hij kwam 18-05-1893 vanuit Voorhout terug bij zijn ouders wonen in Roelofarendsveen. Op 07-02-1905 woonde hij te Amsterdam.
Het bevolkingsregister van Alkemade, blad B63, verwijst naar blad A52 (Oude Wetering); ik moet dit nog opzoeken.

Het adressenboek van Amsterdam van 1939/1940 vermeldt een "Th.J. Castelein", manufacturier, wonende Amsteldijk 86 en zakenadressen: Van Woustraat 123 en Haarlemmerdijk 54. Telefoonnummer 43323 en gironummer C47. Denkelijk gaat het hier om "onze" Theodorus, maar het zou bijvoorbeeld ook een zoon kunnen zijn.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 07-02-1905 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Carel Eduard Arnold (32 jaar, boekbinder te Amsterdam, broer van de bruid), Theodorus Linijf (37 jaar, timmerman te Amsterdam, zwager van de bruid), Christianus Gerardus Castelein (30 jaar, tuinder te Alkemade, broer van de bruidegom) en Jacobus van der Zwet (39 jaar, tuinder te Alkemade, neef van de bruidegom)). Huwelijksproclamaties te Alkemade en Amsterdam op 22 en 29-01-1905. Echtgenote is Petronella Paulina ARNOLD, geboren ±1878 te Amsterdam. Ze woonde op 07-02-1905 te Alkemade, doch even daarvóór te Amsterdam. Dochter van Carel Eduard ARNOLD en Cornelia STALENBERG.
   5.  Johannes Jacobus (Jan) CASTELEIN, tuinder te Roelofarendsveen (1905-1910) en Oud-Ade (1910-1922), geboren op 28-10-1880 om 21:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Hendrik Meijer, 33 jaar, schoenmaker te Alkemade
2. Bernard Heinrich Anton Borcharding, 42 jaar, "inlandsch kramer" te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 13-08-1964 te Roelofarendsveen op 83-jarige leeftijd. Hij schreef zijn achternaam met een "korte ei", evenals zijn broer Christianus Gerardus. Zijn andere broer Theodorus Johannes schreef daarentegen weer "Castelijn".
Hij verhuisde op 03-03-1910 van Roelofarendsveen naar Oud-Ade.
Gehuwd (1) op 25-jarige leeftijd op 23-11-1905 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacobus van der Zwet (40 jaar, tuinder te Alkemade, neef van de bruidegom), Christianus Gerardus Castelein (30 jaar, tuinder te Alkemade, broer van de bruidegom), Teunis de Jong (54 jaar, koopman te Alkemade, oom van de bruid) en Pieter de Jong (29 jaar, tuinder te Alkemade, neef van de bruid)). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 12 en 19-11-1905. Echtgenote is Johanna de JONG, 24 jaar oud, geboren op 30-04-1881 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK), overleden op 12-10-1906 te Leiden op 25-jarige leeftijd, dochter van Gerrit de JONG en Margaretha WESSELMAN. Beiden woonden op 23-11-1905 te Alkemade.
Tijdens hun huwelijk woonden ze in huis nummer 95 te Roelofarendsveen.
Gehuwd (2) op 30-jarige leeftijd op 09-11-1910 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Theodorus Castelijn (66 jaar, tuinder te Alkemade, vader van de bruidegom), Christianus Gerardus Castelein (35 jaar, tuinder te Alkemade, broer van de bruidegom), Jacobus van der Zwet (44 jaar, tuinder te Alkemade, neef van de bruidegom) en Jacobus de Jong Gz. (27 jaar, tuinder te Alkemade, zwager van de bruidegom)). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 30-10 en 06-11-1910. Echtgenote is Johanna Josina (Anna) de GROEN, 30 jaar oud, geboren op 18-04-1880 te Utrecht (gezindte: RK), overleden op 13-04-1944 te Roelofarendsveen op 63-jarige leeftijd. Ze woonde op 09-11-1910 te Alkemade. Dochter van Stephanus de GROEN, broodbakker te Voorschoten (1910), en Theodora Gerarda TAALING. Zij woonden te Oud-Ade, eerst in huis nummer 45a (Johannes Jacobus woonde er al ruim een maand vóór zijn huwelijk vanaf 03-10-1910), later 45 en tot minimaal 1922 in huis nummer 58. Op 01-01-1921 kwam er een meid bij: Johanna Maria Opdam, geboren 16-02-1902 te Oegstgeest. In 1922 waren alle acht kinderen nog in leven.

 
VIIIb    Willem CASTELIJN, tuinder te Roelofarendsveen (1823-1824), broodbakker (1826-1830) en herbergier (1833) te Langeraar, en broodbakker(sknecht) te Roelofarendsveen (1849-1863), geboren op 31-01-1802 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 31-01-1802 te Roelofarendsveen (getuige(n): Joes (Joannes) van den Berg en Marijtje Kastelijn). Van Jan Castelein te Delft kreeg ik een kopie van een afschrift van zijn doopakte, zoals ingeschreven in het doopregister van de parochiekerk Sint Petrus-Banden te Roelofarendsven, afgegeven (het afschrift) op 06-04-1942 door J.G. Biel(?), pastoor van de kerk te Roelofarendsveen. Vermeld wordt dat hij op 31-01-1802 gedoopt is als zoon van Gerrit Jacob Kasteleijn en Cornelia Hofman, met als "borgen" Joês van den Berg en Marijtje Kasteleijn. De pastoor merkt verder op "N.B. Deze Willem is hier niet getrouwd op de aangegeven datum." Welke die "aangegeven datum" is, wordt niet vermeld. Overleden op 10-12-1863 om 18:00 uur te Roelofarendsveen op 61-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 91.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Cornelis Castelijn, 37 jaar, verver te Roelofarendsveen, zoon
2. Engel Turk, 73 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, gebuur. Hij schreef zijn naam ook wel als Kastelijn en Casteleijn.

Volgens Leonardus Johannes Castelein vestigde hij zich na 1824 als bakker en caféhouder in Ter Aar en keerde vóór 1840 weer terug naar Roelofarendsveen. Het gerucht zou zijn geweest dat hij zijn bakkerij en café verspeeld had met juridische procedures in de zaak betreffende de nalatenschap van Neeltje Pater, waar hij causa uxoris kennelijk aanspraken op dacht te kunnen maken. Zoon van Gerardus (Gerrit) Jacobsz. CASTELEIJN (zie VIIa) en Cornelia (Keetje) Janse HOFMAN.
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 11-11-1823 te Leimuiden (getuige(n): Cornelis van der Velden (52 jaar, schipper(?) te Leimuiden, vader van de bruid), ? H..ij..(?) (22 jaar, wonende te Leimuiden), ? van der Velden (57 jaar, beroep ?, oom van de bruid) en Jan van den Berg (56 jaar, beroep ?, wonende te Roelofarendsveen)). Huwelijksproclamaties te Leimuiden en Alkemade (data onbekend). Echtgenote is Cornelia (Neeltje) van der VELDEN, 24 jaar oud, geboren op 11-02-1799 te Koudekerk aan den Rijn. Mogelijk moet het geboortejaar 1798 zijn. Te controleren. Volgens Leonardus Johannes Castelein zou zij op 12-02-1798 zijn geboren. (gezindte: RK), overleden op 04-04-1880 te Oegstgeest op 81-jarige leeftijd. Volgens het bidprentje overleden in de leeftijd van 82 jaar, maar als haar geboortedatum, zoals vermeld in het bevolkingsregister van Alkemade, klopt, was zij "slechts" 81 jaar. Begraven op 08-04-1880 te Oegstgeest. Begraven op het R.K. Kerkhof. Ze woonde op 11-11-1823 te Leimuiden.
Ze vertrok 10-11-1870 vanuit Roelofarendsveen (huis nummer 234k) naar Oegstgeest. Op 14-02-1878 woonde ze nog te Oegstgeest. Dochter van Cornelis van der VELDEN, schipper(?) te Leimuiden (1823), en Leuntje van GENT. Ze woonden tussen 1826 en 1833 in Langeraar, wijk B, huis nummer 88.
Tussen 1849 en 1857 kwam het gezin wonen in huis nummer 91 te Roelofarendsveen. Daarvóór woonden ze al in Roelofarendsveen (verwijzing naar blad B220, nog na te gaan). Ook in de jaren 1860 woonden ze in huis nummer 91, evenals het gezin van hun zoon Pieter.
Uit dit huwelijk:
   1.  Gerrit CASTELEIN (zie IXc).
   2.  Cornelis (Kees) (zie IXd).
   3.  Pieter (Piet) (zie IXe).
   4.  Leonardus (Leendert) CASTELEIJN (zie IXf).

 
IXc    Gerrit CASTELEIN, broodbakker te Alkemade (1849), Leiderdorp (1850-1876) en Leiden (1883) en winkelier te Oegstgeest (1894), geboren op 15-09-1824 om 00:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Ernestus (Ernst) Kamlade, 26 jaar, koopman te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 44 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 11-03-1916 te Alphen aan den Rijn op 91-jarige leeftijd. Als voornamen worden ook wel eens "Gerardus Wilhelmus" gegeven, maar in de huwelijksakte van zijn jongste dochter Anna Elisabeth (23-11-1904) zijn die namen expliciet doorgestreept en in de marge vervangen door "Gerrit". Ik denk dat de tweede naam Wilhelmus aanvankelijk meer als patroniem was bedoeld om hem te onderscheiden van de diverse andere Gerrit Casteleins...

Hij woonde tussen 1846 en 1848 bij zijn oom Jan Castelijn in Rijpwetering.
Hij ondertekende de geboorteakten van zijn kinderen met "G. Castelein".
Hij woonde op 31-08-1876 te Leiderdorp.

Volgens L.J. Castelein vestigde hij zich na zijn huwelijk als bakkerspatroon te Leiderdorp, aan de Lage Rijndijk nr. 6, even buiten de Zeijlpoort. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein), zoon van Willem CASTELIJN (zie VIIIb) en Cornelia (Neeltje) van der VELDEN.
Gehuwd (1) op 24-jarige leeftijd op 19-04-1849 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacobus Castelijn (54 jaar, broodbakker, oom van de bruidegom), Hendricus (Hendrik) Naderman (25 jaar, kleermaker, broer van de bruid), Dirk van der Meer (48 jaar, tuinder) en Jan van der Wereld (54 jaar, tuinder); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 08 en 15-04-1849. Echtgenote is Apolonia (Pleuntje) NADERMAN, 27 jaar oud, geboren op 13-08-1821 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 13-08-1821 te Roelofarendsveen, overleden op 12-01-1854 om 23:00 uur te Leiderdorp op 32-jarige leeftijd. Overleden ten gevolge van een val op het ijs. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein)

Aangevers van haar overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 29 jaar, broodbakker te Leiderdorp, echtgenoot
2. Johannes Ratel, 57 jaar, tabakskerver te Leiderdorp, goede bekende, dochter van Hendrik NADERMAN, kleermaker te Alkemade (1849), en Grietje MESMAN. Beiden woonden op 19-04-1849 te Alkemade.
Gehuwd (2) op 30-jarige leeftijd op 28-09-1854 te Leiderdorp (getuige(n): Petrus Cornelis de Vroomen (31 jaar, horlogemaker te Leiderdorp), Klaas Maagdeleijn (62 jaar, veldwachter te Leiderdorp), Johannes Francken (35 jaar, verver te Leiderdorp) en Abraham Christiaan Smit (33 jaar, zonder beroep, wonende te Leiden)). Huwelijksproclamaties te Leiderdorp op 07 en 24-09-1854. Echtgenote is Carolina (Hendrika) SCHIPPER, 24 jaar oud, geboren op 20-11-1829 te Leiden (gezindte: Prot., later RK), overleden op 13-03-1914 te Alphen aan den Rijn op 84-jarige leeftijd. Ook wel: Schippers. Haar huwelijksakte ondertekende ze met "K Scpper" (sic!). In een paar geboorteakten van haar kinderen wordt ze Hendrika (kennelijk haar roepnaam) genoemd (in één akte is dat gecorrigeerd).
Ze was een "natuurlijke dochter".

Ze was een pleegdochter van Hein de Graaf, slager aan de Lage Rijndijk 14 te Leiderdorp. Ze was protestant, maar bekeerde zich op haar 18de samen met haar pleegmoeder (nomen nescio) tot het katholicisme (haar pleegvader Hein de graaf was al katholiek). Ook haar natuurlijke moeder heeft zich later tot het katholicisme bekeerd, en werd door Hendrika ten doop geleid. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein) Dochter van Christina SCHIPPERS. Beiden woonden op 28-09-1854 te Leiderdorp. Op 26-09-1883 woonden ze te Leiden, op 01-08-1894 te Oegstgeest en op 23-11-1904 weer te Leiden.
Ze kwamen op 21-07-1913 van Leiden naar Alphen aan den Rijn, waar ze gingen wonen in wijk D, nummer 302.
Uit het eerste huwelijk:
   1.  Cornelis Wilhelmus, broodbakker te Zoeterwoude (1877-1908), geboren op 15-03-1850 om 10:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes Ratel, 53 jaar, tabakskerver te Leiderdorp
2. Johannes Francken, 32 jaar, verver te Leiderdorp, overleden op 14-10-1926 om 10:30 uur te Leiden op 76-jarige leeftijd. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gabriel Kleinhans, 72 jaar, gebrafenisondernemer te Leiden
2. Cornelis Kok, 75 jaar, zonder beroep, wonende te Leiden.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 31-08-1876 te Zoeterwoude met Adriana HOUNIET, 30 jaar oud, geboren op 14-06-1846 om 05:00 uur te Zoeterwoude. Geboren in huis nummer 113. Gedoopt (RK) op 15-06-1846 te Zoeterwoude, overleden op 14-06-1919 te Zoeterwoude op 73-jarige leeftijd. Na het overlijden van haar eerste man kwam eerst G. Holm uit Leiden als meesterknecht bij haar in dienst en daarna Cornelis Castelein, die haar tweede man werd. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein), dochter van Everardus HOUNIET en Anna van der VOORT. Ze woonden op 27-04-1908 nog te Zoeterwoude.
   2.  Hendrikus Gerardus, meester-kleermaker en winkelier te 's-Hertogenbosch (1874-1895), geboren op 16-01-1852 om 19:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis Castelein, 25 jaar, verver te Alkemade
2. Johannes Francken, 33 jaar, verver te Leiderdorp (gezindte: RK). Hij vestigde zich eerst op 05-03-1873 in 's-Hertogenbosch, komende uit Leiderdorp (hij had een getuigschrift uit Leiderdorp d.d. 18-02-1873). Hij woonde in wijk B huisnummer 321 (de straatnaam kon ik op de slecht leesbare microfiche van de desbetreffende pagina van het bevolkingsregister niet ontcijferen). Op 16-12-1875 keerde hij volgens het bevolkingsregister weer terug naar Leiderdorp, doch twee dagen later vestigde hij zich wederom in 's-Hertogenbosch, waarschijnlijk omdat hij in het huwelijk ging treden met Antonia Johanna Olislagers.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 15-02-1876 te 's-Hertogenbosch (getuige(n): Johannes van Bergen (25 jaar, klerk), Johannes Henricus van Ham (39 jaar, meester-kleermaker), Franciscus Hoenselaars (25 jaar, meester-timmerman) en Lambertus Franciscus Schiebergen (33 jaar, adjunct-commies ter secretarie van 's-Hertogenbosch); allen wonende te 's-Hertogenbosch). Huwelijksproclamaties te 's-Hertogenbosch op 30-01 en 06-02-1876. Voor de bruidegom was de vader aanwezig bij het huwelijk om zijn toestemming te geven, en voor de vrouw waren dat haar voogden Hubert Kipping (winkelier te 's-Hertogenbosch) en Michiel Bloks (metselaar te Vught, denkelijk haar oom). Echtgenote is Antonia Johanna (Netje) OLISLAGERS, 21 jaar oud, winkelierster te 's-Hertogenbosch (1876), geboren op 27-07-1854 te 's-Hertogenbosch (gezindte: RK). Overleden ten gevolge van een aanrijding door een auto. (bron: Handgeschreven familiekroniek van L.J. Castelein), dochter van Joannes Leonardus OLISLAGERS en Geertruida (Geertrui) BLOKS, winkelierster te 's-Hertogenbosch (1870). Beiden woonden op 15-02-1876 te 's-Hertogenbosch.

Dit gezin woonde tot ongeveer 1883 in de Snelstraat (wijk H, nummer 253 en later 318) en vanaf 1883 tot ongeveer augustus 1894 op de Markt (wijk A, nummer 15, later 25) te 's-Hertogenbosch. Er woonde daar vanaf 09-04-1891 ook ene Thomas Johannes van Leent (geboren 14-02-1872 te Baardwijk), komende uit Drunen, die geen familie van hen was, maar wel kleermaker. Denkelijk was hij een assistent van Hendrikus. Deze Van Leent vertrok op 14-08-1896 naar Rotterdam.

Daarna woonden ze in de Wolvenhoek (wijk G, huisnummer 237) te 's-Hertogenbosch. Op 04-04-1895 vertrokken ze (dat wil zeggen vader, moeder en twee kinderen: Henrica en Alphonsus) naar Middelburg. Gerardus was denkelijk vóór 1883 overleden en Sophia was reeds het huis uit.
   3.  Gerardus Wilhelmus, geboren op 31-03-1853 om 20:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Fredrik Koot, 30 jaar, tapper te Leiderdorp
2. Jan van Schravendijk, 53 jaar, broodbakker te Leiderdorp, overleden op 19-05-1853 om 18:00 uur te Leiderdorp, 49 dagen oud. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 28 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Nicolaas van der Ben, 50 jaar, arbeider te Leiderdorp, goede bekende.

Uit het tweede huwelijk:
   4.  Gerarda Hendrika, geboren op 19-07-1855 om 22:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Hubert Anton van in den Schenan(??), 45 jaar, postbode te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, 34 jaar, zonder beroep, wonende te Leiden (gezindte: RK), overleden op 03-07-1921 te Alphen aan den Rijn op 65-jarige leeftijd.
Gehuwd op 39-jarige leeftijd op 01-08-1894 te Leiden (getuige(n): Hendrikus Petrus Persoon (70 jaar, zonder beroep, wonende te Zoeterwoude, oom van de bruidegom), Paulinus Hendrikus Jacobus Muller (28 jaar, broekdrukker te Leiden, broer van de bruidegom), Cornelis Wilhelmus Castelein (44 jaar, bakker te Zoeterwoude, broer van de bruid) en Abraham Johannes van der Drift (32 jaar, machinist, wonende te Arnhem, zwager van de bruid)) met Fredericus Jacobus Johannes MULLER, 34 jaar oud, bouwknecht te Alpen aan den Rijn (1890), handelaar in wijn, bier en gedistilleerd te Leiden (1894), kastelein (1894), grossier (1904) en slijter (1900-1910) te Alphen aan den Rijn, geboren op 11-11-1859 te Leiden (gezindte: RK). Overleden na 03-07-1921. Hij vertrok op 05-10-1891 van Alphen aan den Rijn naar Leiden en keerde op 02-08-1894 met zijn vrouw Gerarda Hendrika Castelein naar Alphen terug. Zoon van Jacobus Johannes MULLER en Helena PERSOON. Beiden woonden ten tijd van hun huwelijk op 01-08-1894 te Leiden.
Ze kwamen op 02-08-1894 uit Leiden naar Alphen aan den Rijn en gingen wonen in wijk D, nummer 109. In 1900 woonden ze in wijk D, nummer 107 en van 1910 tot 1921 in wijk D, nummer 339.
   5.  Wilhelmus Leonardus, geboren op 08-09-1856 om 23:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 36 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Jan van Schravendijk, 56 jaar, broodbakker te Leiderdorp, overleden op 22-12-1856 om 10:00 uur te Leiderdorp, 105 dagen oud. Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 32 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Jan van Schravendijk, 57 jaar, broodbakker te Leiderdorp, goede bekende.
   6.  Gerardus Petrus, geboren op 19-10-1857 om 04:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Petrus Cornelis de Vroomen(?), 36 jaar, horlogemaker te Leiderdorp
2. Klaas Maagdeleijn, 65 jaar, veldwachter te Leiderdorp, overleden op 12-01-1858 om 13:00 uur te Leiderdorp, 85 dagen oud. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 33 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Jan van Schravendijk, 58 jaar, broodbakker te Leiderdorp, goede bekende.
   7.  Gerardus Wilhemus, bakkersknecht (1877-1878), geboren op 28-12-1859 om 03:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Nicolaas van der Ben, 57 jaar, arbeider te Leiderdorp
2. Johannes van Halderen, 39 jaar, schoenmaker te Leiderdorp (gezindte: RK), overleden na 1919. Hij kwam vanuit Leiderdorp op 10-10-1877 wonen en werken bij het bakkergezin van wijlen Willem Johannes Dercksen en diens vrouw Hendrika Maria Horselenberg in de Hoogstraat (A 115) te Gouda. Op 26-10-1878 vertrok hij naar Utrecht. In het bevolkingsregister van Gouda staat hij bekend als "Gerardus Hendricus Castelin, geboren 28-12-1860 te Leiderdorp." (bron: Bevolkingsregister Gouda 1860-1880, deel 1, blad 146 (bewerking Streekarchief Hollands-Midden))

In 1919 woonde hij in de St. Willebrordusstraat 23 te Amsterdam, blijkens de kieslijst van die stad van 1919. Zijn achternaam wordt in de kieslijst gespeld "Casteleijn". (bron: Genealogische bijdragen Leiden en omgeving, maart 1988, RE 83, nr. 24166).
   8.  Cornelia Christina CASTELEIJN, geboren op 07-01-1861 om 04:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 40 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Wouter Immerzeel, 52 jaar, timmerman te Leiderdorp (gezindte: RK). Ze schreef haar achternaam zelf als "Casteleijn".

Ze kwam op 15-07-1907 vanuit Leiden naar Alphen aan den Rijn, woonde daar als weduwe in wijk D, nummer 337c, en keerde op 21-05-1908 terug naar Leiden.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 26-09-1883 te Leiden (getuige(n): Hendricus Gerardus Castelein (31 jaar, kleermaker te 's-Hertogenbosch, broer van de bruid), Christianus Johannes van der Drift (25 jaar, stukadoor te Leiden, broer van de bruidegom), Johannes Theodorus Verhoeven (54 jaar, kleermaker te Leiden, neef van de bruid) en Johannes Andree (58 jaar, sjouwer te Leiden)). Huwelijksproclamaties te Leiden op 16 en 23-09-1883. Echtgenoot is Abraham Johannes van der DRIFT, smid te Leiden (1883) en machinist te Arnhem (1894), geboren ±10-1861 te Leiden. Overleden tussen 01-08-1894 en 15-07-1907. Zoon van Johannes van der DRIFT, smid te Leiden (1883), en Maria Hendrika LAMBOO. Beiden woonden op 26-09-1883 te Leiden. Op 01-08-1894 woonden ze te Arnhem.
   9.  Hendrika Wilhelmina, geboren op 22-04-1862 om 19:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 42 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Pieter van Schravendijk, 24 jaar, broodbakker te Leiderdorp.
   10.  Wilhelmus Petrus, geboren op 28-11-1863 om 18:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 43 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Jacobus Verstraten, 35 jaar, veldwachter te Leiderdorp, overleden op 21-02-1864 om 02:00 uur te Leiderdorp, 85 dagen oud. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 39 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Hendrik de Graaf, 61 jaar, vleeshouwer(?) te Leiderdorp, goede bekende.
   11.  Johannes, stukadoor te Leiden (1914), geboren op 11-02-1865 om 19:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 44 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, 44 jaar, zonder beroep, wonende te Leiderdorp. Overleden na 25-11-1914.
Gehuwd op 22-jarige leeftijd op 08-06-1887 te Leiden met Maria Louiza KOSTER, geboren ±1863. Overleden na 25-11-1914. Ze woonden op 25-11-1914 te Leiden.
   12.  Petrus Leonardus, geboren op 20-11-1866 om 06:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 46 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, 45 jaar, zonder beroep, wonende te Leiderdorp, overleden op 14-01-1867 om 06:00 uur te Leiderdorp, 55 dagen oud. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 42 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Johannes van Halderen, 47 jaar, schoenmaker te Leiderdorp, goede bekende.
   13.  Petrus Wilhelmus, geboren op 15-01-1868 om 23:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Halderen, 47 jaar, schoenmaker te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, 47 jaar, gemeenteontvanger te Leiderdorp, overleden op 23-07-1868 om 13:00 uur te Leiderdorp, 190 dagen oud. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 43 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Jacobus Verstraten, 41 jaar, verldwachter te Leiderdorp, goede bekende.
   14.  Josephus Johannes, geboren op 28-12-1869 om 23:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes Cornelis Verhaar, 45(?) jaar, arbeider te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, gemeenteontvanger te Leiderdorp, overleden op 16-04-1870 om 14:00 uur te Leiderdorp, 109 dagen oud. Ik ben niet zeker van het tijdstip van overlijden (akte is op film zeer slecht leesbaar). In ieder geval is hij 's middags gestorven.
Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Gerrit Castelein, 45 jaar, broodbakker te Leiderdorp, vader
2. Abraham Christiaan Smit, 49 jaar, gemeenteontvanger te Leiderdorp, goede bekende.
   15.  Maria Martha, geboren op 06-04-1871 om 02:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes Francken, 46 jaar, sigarenmaker te Leiderdorp
2. Petrus Hocks, 40 jaar, schoenmaker te Leiderdorp, overleden op 01-08-1895 te Oegstgeest op 24-jarige leeftijd, begraven te Leiden.
   16.  Anna Elisabeth, geboren op 27-02-1873 om 02:00 uur te Leiderdorp. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Dirck Francken, 29 jaar, gemeentebode te Leiderdorp
2. Abraham Christiaan Smit, 52 jaar, gemeenteontvanger te Leiderdorp.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 23-11-1904 te Leiden (getuige(n): Arie Voorham (67 jaar, zonder beroep, wonende te Zoeterwoude, vader van de bruidegom), Gerrit Castelein (80 jaar, zonder beroep, wonende te Leiden, vader van de bruid), Johannes van Noort (68 jaar, tuinman te Warmond, oom van de bruidegom) en Frederik Jacobus Johannes Muller (45 jaar, grossier te Alphen aan den Rijn, zwager van de bruid)) met Wouterus Johannes (Woud) VOORHAM, varkensslachter (1904) en spekslager (1914) te Leiden, geboren ±1873 te Leiden. Overleden na 25-11-1914. Zoon van Arie VOORHAM en Cornelia PLOEG. Beiden woonden op 23-11-1904 te Leiden.

 
IXd    Cornelis (Kees) CASTELIJN, huisschilder te Roelofarendsveen (1852-1903), geboren op 19-10-1826 om 06:30 uur te Langeraar. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis van der Meer, 30 jaar, arbeider te Langeraar
2. Hugo van der Meer, 61 jaar, bouwman te Langeraar (gezindte: RK), overleden op 04-06-1903 om 22:00 uur te Roelofarendsveen op 76-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 301. Aangevers van het overlijden waren:
1. Wilhelmus Kastelijn, 30 jaar, tuinder te Alkemade, zoon
2. Gerardus van der Zwet, 40 jaar, tuinder te Alkemade. Hij schreef zijn achternaam ook wel als "Castelein" en "Kastelijn".
Hij woonde van 1900 tot zijn dood met zijn twee kinderen in huis 301 (eerst 311) in Roelofarendsveen. Zoon van Willem CASTELIJN (zie VIIIb) en Cornelia (Neeltje) van der VELDEN.
Gehuwd (1) op 43-jarige leeftijd op 27-04-1870 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Pieter Castelijn (39 jaar, timmerman, broer van de bruidegom), Hendrik l'Ami (31 jaar, tuinder, broer van de bruid), Joannes l'Ami (28 jaar, tuinder, broer van de bruid), en Cornelis van der Meer (79 jaar, tuinder); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 17 en 24-04-1870. Echtgenote is Maria l'AMI, 34 jaar oud, geboren op 17-02-1836 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK), overleden op 09-12-1874 te Roelofarendsveen op 38-jarige leeftijd, dochter van Dirk l'AMI, tuinder te Alkemade (1870), en Maria van DUUREN. Beiden woonden op 27-04-1870 te Roelofarendsveen.
Dit gezin woonde eerst te Roelofarendsveen in huis nummer 234k en daarna in nummer 314.
Gehuwd (2) op 51-jarige leeftijd op 14-02-1878 te Leimuiden (getuige(n): Hendricus Hogenboom (59 jaar, veldwachter), Gerrit Bergman (52 jaar, brugwachter), Dingeman Danserweg(?) (57 jaar, winkelier) en Albertus van der Plas (43 jaar, kleermaker); allen wonende te Leimuiden). Huwelijksproclamaties te Leimuiden en Alkemade op 03 en 10-02-1878. Echtgenote is Johanna van den BOSCH, 36 jaar oud, naaister te Leimuiden (1878), geboren op 16-03-1841 te Woubrugge (gezindte: RK), overleden op 28-07-1883 te Roelofarendsveen op 42-jarige leeftijd. Ze kwam op 15-02-1878 vanuit Leimuiden naar Roelofarendsveen. Dochter van Cornelis van den BOSCH en Catharina RIJKELIJKHUIZEN.
Uit het eerste huwelijk:
   1.  Wilhelmus KASTELIJN, huisschilder (tot 1899) en tuinder (1903) Roelofarendsveen, geboren op 08-07-1872 om 08:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan l'Ami, 45 jaar, schipper te Alkemade
2. Mattheus Turk, 66 jaar, tuinder te Alkemade (gezindte: RK). Overleden na 05-06-1903. Hij schreef zijn achternaam met een "K".
Verhuisde na de dood van zijn vader met zijn zus naar Oude Wetering. Hij was toen (evenals zijn zus) nog ongehuwd.
   2.  Maria KASTELIJN, geboren op 08-08-1874 te Roelofarendsveen. Heb haar geboorteakte (nog) niet gevonden in de BS van Alkemade... (gezindte: RK). Na de dood van haar vader (04-06-1903) is ze met haar broer Wilhelmus verhuisd naar Oude Wetering (wijk A van Alkemade). De inschrijving in het bevolkingsregister moet ik nog opzoeken (blad 105).

 
IXe    Pieter (Piet) CASTELIJN, timmerman te Roelofarendsveen (1856-1896), geboren op 28-05-1830 om 24:00 uur te Langeraar. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Herman Christianus Arnoldus van Doorn, 32 jaar, landmeter der eerste klasse, wonende te Langeraar
2. Jacob Kok, 28 jaar, arbeider te Langeraar (gezindte: RK), overleden op 09-06-1896 om 22:30 uur te Roelofarendsveen op 66-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 93. Aangevers van het overlijden waren:
1. Cornelis Castelijn, 32 jaar, sigarenmaker te Alkemade, zoon
2. Martinus Johannes Zuidwijk, 46 jaar, verver te Alkemade, zoon van Willem CASTELIJN (zie VIIIb) en Cornelia (Neeltje) van der VELDEN.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 13-11-1856 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Cornelis Castelijn (30 jaar, verver, broer van de bruidegom), Engel Turk (66 jaar, tuinder, oom van de bruid), Jan Loos (63 jaar, tuinder, behuwd grootvader van de bruid) en Leonardus van Leeuwen (45 jaar, verldwachter); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 02 en 09-11-1856.
De ouders waren allemaal aanwezig. Echtgenote is Johanna (Jannetje) TURK, 21 jaar oud, geboren op 16-06-1835 te Gemeente Alkemade (gezindte: RK), overleden op 05-07-1906 te Roelofarendsveen op 71-jarige leeftijd. Ze was analfabete.
Ze woonde op 15-05-1902 nog binnen de gemeente Alkemade. Dochter van Gerrit TURK, tuinder te Alkemade (1856), en Klaziena van DUUREN. Beiden woonden op 13-11-1856 te Roelofarendsveen. Rond 1858 gingen zij wonen in huis nummer 91 te Roelofarendsveen, waar ze gedurende de jaren 1860 ook woonden. Op 16-02-1859 kwam Christiaan van der Drift, geboren 06(?)-06-1833 te Leiden, bij hen inwonen. Hij was timmerman en had laatstelijk in Leiderdorp gewoond. Ook in de jaren 1860 waren er inwonende timmermansknechten. (bron: bevolkingsregister Alkemade, 1849-1859, blad B212)
Tussen 1870 en 1899 woonde dit gezin te Roelofarendsveen in achtereenvolgens huis nummer 242, 70c en 93. Tussen 01-08-1876 en zijn huwelijk op 21-05-1891 woont Jannetjes neef Cornelis Turk in bij dit gezin en vanaf 28-01-1878 tot zijn dood op 01-06-1893 ook Jannetjes broer Johannes Turk Gerritszoon.
Dit gezin (waarvan de vader reeds overleden was) woonde in 1900 te Roelofarendsveen in huis nummer 93 en later in nummers 56 en 21. Er is op 20-05-1878 een kind genaamd Geertruida Vertuin (geboren 19-05-1878) ingeschreven bij dit huishouden, maar wat haar relatie is tot hen weet ik niet. Als aard van de betrekking staat in het bevolkingsregister "n verd.", maar ik weet niet wat dat betekent. Ze was op 1900 ongehuwd en tuindersarbeidster.
Uit dit huwelijk:
   1.  Apolonia, geboren op 21-10-1857 om 14:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan van Klink, 28 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 47 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 26-02-1888 om 21:00 uur te Roelofarendsveen op 30-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 94. Aangevers van het overlijden waren:
1. Pieter Pouw, 28 jaar, arbeider te te Alkemade, echtgenoot
2. Leonardus van der Klugt, 49 jaar, arbeider te Alkemade, gebuur.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 16-11-1881 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Frans Pieter Pouw (25 jaar, tuinder, broer van de bruidegom), Johannes van der Meer (30 jaar, tuinder, zwager van de bruidegom), Cornelis Castelijn (55 jaar, verver, oom van de bruid) en Pieter de Koning (41 jaar, tuinder, behuwd oom van de bruid); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 06 en 13-11-1881.
Ouders allen aanwezig. Echtgenoot is Pieter POUW, tuinder (1881) en arbeider (1888) te Alkemade en tuinder (1909) en tuindersarbeider (1910) te Woubrugge, geboren ±1859 te Gemeente Alkemade. Overleden na 07-04-1910. Zoon van Johannes POUW, tuinder te Alkemade (1881), en Johanna POST. Beiden woonden op 16-11-1881 te Roelofarendsveen. In het bevolkingsregister van Alkemade zouden ze vermeld moeten zijn op blad B323 (moet ik nog nagaan).
   2.  Johanna, geboren op 19-11-1858 om 00:30 uur te Roelofarendsveen. Geboren in huis nummer 91.
Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Andries Spruit, 33 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 48 jaar, secretaris te Alkemade, overleden op 09-09-1859 om 01:00 uur te Roelofarendsveen, 294 dagen oud. Overleden in wijk B, huisnummer 91.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Pieter Castelijn, 29 jaar, timmerman te Roelofarendsveen, vader
2. Andries Spruit, 33 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, bekende.
   3.  Johanna, geboren op 25-09-1861 om 21:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Andries Spruit, 34 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 51 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 11-03-1863 om 21:30 uur te Roelofarendsveen op 1-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 91.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Pieter Castelijn, 33 jaar, timmerman te Roelofarendsveen, vader
2. Andries Spruijt, 36 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, bekende.
   4.  Cornelis, arbeider, sigarenmaker (1896-1910) en tuinder (1918-1936) te Roelofarendsveen, geboren op 28-10-1863 om 19:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Andries Spruit, 36 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 53 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 21-11-1943 om 23:30 uur te Gemeente Alkemade op 80-jarige leeftijd. Zijn overlijden werd aangegeven door zijn broer Gerardus Jacobus Castelijn, 65 jaar, tuinder te Alkemade. Hij werd na de dood van zijn moeder hoofd van het huishouden in huis nummer 93 (later 56 en 21) in Roelofarendsveen, waarvan ook zijn broers en zussen deel uitmaakten.
Waarschijnlijk ongehuwd gebleven.
   5.  Klazina, geboren op 30-07-1866 om 10:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Andries Spruit, 40 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 56 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 24-09-1936 om 11:00 uur te Gemeente Alkemade op 70-jarige leeftijd. Aangifte van haar overlijden werd gedaan door haar broer Cornelis Castelijn, 72 jaar, tuinder te Alkemade. Waarschijnlijk ongehuwd gebleven.
   6.  Wilhelmus (Willem), arbeider (1899-1909) en tuinder (1922) te Roelofarendsveen, geboren op 21-06-1869 om 12:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Berkel, 59 jaar, metselaar te Alkemade
2. Pieter van der Zwet, 26 jaar, tuinder te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 03-05-1922 om 14:30 uur te Roelofarendsveen op 52-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 21. Aangevers van het overlijden waren:
1. Cornelis Castelijn, 58 jaar, tuinder te Alkemade, broer
2. Willem van der Meer, 31 jaar, schipper te Alkemade. Hij bleef (waarschijnlijk) ongehuwd.
   7.  levenloos, geboren op 05-05-1872 om 06:00 uur te Roelofarendsveen. Dit levenloze kind kwam ter wereld in wijk B, huisnummer 70c.
Aangevers waren:
1. Pieter Castelijn, 42 jaar, timmerman te Roelofarendsveen, vader
2. Leendert Hoogenboom, 55 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, overleden op 05-05-1872 om 06:00 uur te Roelofarendsveen.
   8.  Cornelia, tuindersarbeidster te Roelofarendsveen, geboren op 30-04-1873 om 17:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Leendert Hoogenboom, 56 jaar, tuinder te Alkemade
2. Gerardus Bontje, 33 jaar, bouwman te Alkemade (gezindte: RK), overleden na 1922. Was in 1922 waarschijnlijk nog ongehuwd.
   9.  Gerardus, geboren op 16-06-1876 om 06:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Leendert Hoogenboom, 59 jaar, tuinder te Alkemade
2. Petrus Hoogenboom, 23 jaar, tuinder te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 07-03-1877 om 06:00 uur te Roelofarendsveen, 264 dagen oud. Overleden in wijk B, huisnummer 70c.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Pieter Castelijn, 46 jaar, timmerman te Roelofarendsveen, vader
2. Martinus Johannes Zuidwijk, 28 jaar, schildersknecht te Roelofarendsveen, gebuur.
   10.  Gerardus Jacobus, tuindersarbeider (1902-1915) en tuinder (1908-1943) te Roelofarendsveen, geboren op 14-03-1878 om 05:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Johannes van Berkel, 68 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade
2. Geradus Bontje, 38 jaar, bouwman te Alkemade (gezindte: RK), overleden te Gemeente Alkemade. Overleden na 22-11-1943. Hij woonde op 15-05-1902 te Alkemade.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 15-05-1902 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Cornelis Castelijn (38 jaar, sigarenmaker, broer van de bruidegom), Wilhelmus Castelijn (32 jaar, arbeider, broer van de bruidegom), Petrus de Koning (62 jaar, tuinder, oom van de bruidegom) en Jacobus Bakker (45 jaar, tuinder); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade en Ter Aar op 04 en 11-05-1902. Echtgenote is Cornelia FRANSEN, 22 jaar oud, geboren op 03-01-1880 te Ter Aar (gezindte: RK), overleden na 1922. Ze woonde op 15-05-1902 in Ter Aar. Dochter van Johannes FRANSEN, arbeider te Ter Aar (1902), en Magdalena EBERHARDT. Ze vestigden zich in mei 1902 in Roelofarendsveen (d.w.z. Gerardus Jacobus woonde er al) en woonden eerst in huis nummer 325. Later in nummers 137, 56, 49, 62 (volgorde onbekend) en in 1922 in nummer 66.

 
IXf    Leonardus (Leendert) CASTELEIJN, schildersknecht te Roelofarendsveen (1857) en Hazerswoude (1857) en huisschilder te Hazerswoude (1858-1863), Leiden (1869), Stompwijk (1870-1877) en 's-Gravenhage (1864-1865 en 1877-1891), geboren op 07-03-1833 om 23:00 uur te Langeraar. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis Akerboom, 43 jaar, arbeider te Ter Aar
2. Hugo van der Meer, 68 jaar, bouwman te Ter Aar (gezindte: RK). Overleden na 04-02-1891. Hij schreef zijn achternaam als "Casteleijn".
Hij verliet op 24-04-1857 de ouderlijke woning te Roelofarendsveen en trok naar Hazerswoude, waar hij eerst in een pension o.i.d. woonde en vanaf ± 12-12-1857 met zijn gezin in huisnummer 74 (later hernummerd tot 103) aan de Rijndijk. Zoon van Willem CASTELIJN (zie VIIIb) en Cornelia (Neeltje) van der VELDEN.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 13-08-1857 te Wassenaar met Wilhelmina BEIJERSBERGEN, 20 jaar oud, geboren op 21-07-1837 te Wassenaar (gezindte: RK). Overleden na 04-02-1891. Dochter van Jacobus BEIJERSBERGEN en Hendrijntje van NOORT. Ze woonden van ongeveer 12-12-1857 (datum van vertrek van vorige bewoners) tot 06-10-1863 aan de Rijndijk (huisnummer 74, later hernummerd tot 103) te Hazerswoude en vertrokken toen naar 's-Gravenhage. Eind jaren 1860 woonden ze in de Choorsteeg te Leiden. In juli 1870 verhuisden ze naar Stompwijk (ze woonden in wijk D, huisnummer 69) en keerden in juni 1877 weer terug in 's-Gravenhage, waar ze op 04-02-1891 nog woonden.
Uit dit huwelijk:
   1.  Wilhelmus, huisschilder te 's-Gravenhage (1880-1910), geboren op 13-10-1858 om 01:30 uur te Hazerswoude. Geboren in huis nummer 74. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Dirk Turkenburg, 55 jaar, bouwman te Hazerswoude
2. Jan van Tol, 24 jaar, schoenmakersknecht te Hazerswoude (gezindte: RK), overleden 1950. Hij woonde in 1919 in de Herman Costerstraat 215 te 's-Gravenhage, blijkens de kieslijst van 1919. Als geboortedatum wordt gegeven 29-10-1858. Dit lijkt onjuist. (bron: Genealogische bijdragen Leiden en omgeving, januari 1990, RE 142, nr. 11350).
Gehuwd op 21-jarige leeftijd op 08-09-1880 te 's-Gravenhage (getuige(n): Willem Heijgen (51 jaar, zonder beroep), Dirk van der Tas (58 jaar, zonder beroep), Ambrosius Rikkers (54 jaar, baardscheerder) en Willem Frederik Karel Roels (40 jaar, besteller); allen wonende te 's-Gravenhage). Huwelijksproclamaties te 's-Gravenhage op 22 en 29-08-1880. Echtgenote is Cornelia Theresia FIESBACH, geboren ±1860 te 's-Gravenhage, overleden op 12-12-1922, dochter van Wilhelm FIESBACH, kleermaker te 's-Gravenhage (1880), en Petronella Cornelia van RUTH. Ze woonden op 08-09-1880 en 30-11-1910 te 's-Gravenhage.
   2.  Jacobus, geboren op 17-09-1860 om 02:00 uur te Hazerswoude. Geboren in huis nummer 103. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Antonius Christianus Post, 34 jaar, schoenmaker te Hazerswoude
2. Johannes Claraet(?), 48 jaar, kuiper te Hazerswoude (gezindte: RK), overleden op 03-02-1861 om 01:30 uur te Hazerswoude, 139 dagen oud. Overleden in huis nummer 103. Aangevers van zijn overlijden waren:
1. Leonardus Casteleijn, 27 jaar, verver te Hazerswoude, vader
2. Gerrit Turkenburg, 29 jaar, bouwman te Hazerswoude.
   3.  Jacoba Hendrika, geboren op 24-01-1862 om 11:00 uur te Hazerswoude. Geboren in huis nummer 103. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Antonius Christianus Post, 36 jaar, schoenmaker te Hazerswoude
2. Johannes Claraat(?), 49 jaar, kuiper te Hazerswoude (gezindte: RK).
Gehuwd met Antonius Servatius Matthias BRUINING.
   4.  Jacobus, geboren op 24-02-1864 om 03:00 uur te 's-Gravenhage. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Johannes Kemkens, 34 jaar, smid te 's-Gravenhage
2. Willem Nicolaas Ber...ik(?), 35 jaar, smid te 's-Gravenhage (gezindte: RK).
   5.  Leonardus, geboren op 26-10-1865 om 20:00 uur te 's-Gravenhage. De geboorte werd aangegeven door vroedvrouw Catharina Margaretha Muller née Koens, wonende te 's-Gravenhage. Getuigen waren:
1. Pieter van den Berg, 41 jaar, metselaar te 's-Gravenhage
2. Bernardus Kempen, 62 jaar, koetsier te 's-Gravenhage (gezindte: RK). Overleden vóór 07-1870.
   6.  Gerardus, geboren op 04-09-1869 om 14:00 uur te Leiden. Aangevers bij de geboorteaangifte waren:
1. Izaak Slokke....(?), 38 jaar, huisverver te Leiden
2. Willem Frederik Buijs, 29 jaar, huisverver te Leiden (gezindte: RK), overleden na 1919. Hij woonde in 1919 in de Hemsterhuisstraat 207 te 's-Gravenhage (naast zijn broer Cornelis), blijkens de kieslijst van 1919. Volgens die lijst is zijn geboortedatum 11-09-1869 (i.p.v. 04-09-1869). (bron: Genealogische bijdragen Leiden en omgeving, januari 1990, RE 142, nr. 11344).
   7.  Leonardus, huisschilder te 's-Gravenhage (1891), geboren op 11-04-1872 om 11:00 uur te Stompwijk. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Wouter van Wandelen, 50 jaar, veldwachter te Stompwijk
2. Johannes Prooper, 64 jaar, veldwachter te Stompwijk (gezindte: RK). Hij woonde in 1919 in de Swammerdamstraat 4 te 's-Gravenhage, blijkens de kieslijst van 1919. Zijn achternaam wordt (abusievelijk?) gespeld "Castelijn". (bron: Genealogische bijdragen Leiden en omgeving, januari 1990, RE 142, nr. 11352).
Gehuwd op 18-jarige leeftijd op 04-02-1891 te 's-Gravenhage (getuige(n): Willem Schepman (45 jaar, kurkensnijder), Johannes Mulder (26 jaar, schoenmaker), Christiaan Wilhelm Mulder (56 jaar, bediende) en Jacobus van der Kaaij (35 jaar, koetsier); allen wonende te 's-Gravenhage). Huwelijksproclamaties te 's-Gravenhage op 14 en 21-12-1890. Echtgenote is Wilhelmina Johanna Elisabeth HAVERMANS, geboren ±1869 te 's-Gravenhage, dochter van Charles HAVERMANS en Johanna Maria SMITS. Beiden woonden op 04-02-1891 te 's-Gravenhage.
   8.  Cornelis, geboren op 19-07-1873 om 02:30 uur te Stompwijk. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Wouter van Wandelen, 51 jaar, veldwachter te Stompwijk
2. Johannes Prooper, 65 jaar, veldwachter te Stompwijk (gezindte: RK), overleden op 22-07-1873 te Stompwijk, 3 dagen oud.
   9.  Cornelis, geboren op 09-10-1875 om 18:00 uur te Stompwijk. Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Wouter van Wandelen, 53 jaar, veldwachter te Stompwijk
2. Johannes Prooper, 67 jaar, veldwachter te Stompwijk (gezindte: RK). Hij woonde in 1919 in de Hemsterhuisstraat 205 te 's-Gravenhage, blijkens de kieslijst van 1919. (bron: Genealogische bijdragen Leiden en omgeving, januari 1990, RE 142, nr. 11343).
   10.  Albertus Petrus, geboren op 25-06-1880 om 21:00 uur te 's-Gravenhage. Zijn geboorte werd aangegeven door de vroedvrouw (Maria van den Hoogenband, weduwe Zevennis(?), 54 jaar). Getuigen bij de geboorteaangifte waren:
1. Johannes Martinus Geneste, 65 jaar, zonder beroep, wonende te 's-Gravenhage
2. Dirk van der Tas, 58 jaar, zonder beroep, wonende te 's-Gravenhage.

 
VIIIc    Johannes (Jan) CASTELIJN, broodbakker te Rijpwetering (1831-1876), geboren op 02-02-1806 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 02-02-1806 te Roelofarendsveen (getuige(n): Japik Kasteleijn en Duijfie Kasteleijn), overleden op 07-04-1876 om 05:00 uur te Rijpwetering op 70-jarige leeftijd. Overleden in wijk D, huisnummer 106.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Castelijn, 41 jaar, bouwman te Rijpwetering, zoon
2. Gerardus van Zoen, 41 jaar, arbeider te Rijpwetering, gebuur, zoon van Gerardus (Gerrit) Jacobsz. CASTELEIJN (zie VIIa) en Cornelia (Keetje) Janse HOFMAN.
Ondertrouwd op 16-04-1830 te Gemeente Alkemade, gehuwd op 24-jarige leeftijd op 29-04-1830 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacobus Castelijn, broer van de bruidegom, Jacobus Heemskerk, broer van de bruid, Hendrik Straathof, oom van de bruidegom, en Jacob van Es). Huwelijksafkondigingen voor de deur van het raadhuis van de Gemeente Alkemade op 18 en 25-04-1830. Echtgenote is Elizabeth HEEMSKERK, 19 jaar oud, geboren op 15-12-1810 te Heemstede, gedoopt (RK) op 15-12-1810 te Berkenrode (getuige(n): Hendricus Straathoff en Maria van der Pol), overleden op 11-01-1877 te Rijpwetering op 66-jarige leeftijd, dochter van Jacobus (Jacob) HEEMSKERK, landbouwer, en Maria (Marijtje) Dirks STRAATHOFF. In hun gezin woonde tussen 1846 en 1848 Gerrit Castelijn (Castelein), bakkersknecht, geboren te Roelofarendsveen op 15-09-1824. Hij is een zoon van Jans broer Willem.
In de jaren 1849-1859 woonde dit gezin in huis nummer 59 te Rijpwetering.
Op 23-11-1869 waren zij "zonder beroep, wonende te Alkemade".
Uit dit huwelijk:
   1.  Gerardus (Gerrit) Janszoon (zie IXg).
   2.  Jacobus, geboren op 28-02-1833 om 16:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Bartholomeus Ruigrok van der Werve, 37 jaar, schipper te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 53 jaar, kantoorbediende te Alkemade, overleden op 14-05-1834 om 10:00 uur te Rijpwetering op 1-jarige leeftijd. Aangevers van het overlijden waren:
1. Johannes (Jan) Castelijn, 28 jaar, broodbakker te Alkemade, vader
2. Bartholomeus Ruigrok van der Werve, 38 jaar, schipper te Alkemade, gebuur.
   3.  Jacobus, broodbakker, akkerbouwer, veehouder (zijn hoofdberoep in 1900-1906), landbouwer (1869) en president van het parochiaal armbestuur te Rijpwetering, geboren op 08-03-1835 om 05:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Bartholomeus Ruigrok van der Werve, 38 jaar, schipper te Alkemade
2. Rijmert Los, 25 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 20-12-1906 om 21:00 uur te Rijpwetering op 71-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 117a. Aangevers van het overlijden waren:
1. Theodorus Castelijn, 69 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade, broer
2. Johan Theodoor Ludlage, 34 jaar, manufacturier te Alkemade, begraven op 24-12-1906 te Rijpwetering. Hij werd begraven op het RK kerkhof. Hij verliet tijdelijk het ouderlijk huis in Rijpwetering en ging naar Rijnsaterwoude. Op 21-11-1857 ging hij bij de familie Straathof-Wiltenburg in Nieuwe Wetering (huis nummer 40) wonen als bouwersleerling (maar zijn wettige woonplaats was, volgens het bevolkingsregister van Alkemade, de woning van zijn vader J. Castelijn, wijk D (Rijpwetering), nr. 112). Op 01-12-1869 woonde hij weer bij zijn ouders.
In 1900 woonde hij alleen te Rijpwetering in huis nummer 100 en later in nummer 117a.
Hij bleef ongehuwd.
   4.  Theodorus (Dirk), broodbakker (1869-1889) te Rijpwetering, geboren op 14-03-1837 om 02:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan Bruggeman (Brugman), 38 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 27 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 05-11-1921 om 06:00 uur te Rijpwetering op 84-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 111. Aangevers van het overlijden waren:
1. Leonardus (Leo) van Grieken, 43 jaar, bloembollenknecht te Lisse, neef
2. Petrus Hendrikus Huigsloot, 38 jaar, tuinder te Alkemade. Hij verliet in 1874 met zijn vrouw Anna van Noort de ouderlijke woning en vestigde zich elders in Rijpwetering.
Op 30-10-1889 was hij nog bakker te Alkemade.
Op 21-12-1906 was hij zonder beroep, wonende te Alkemade.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 23-11-1869 te Noordwijkerhout (getuige(n): Gerardus Castelijn (38 jaar, bakker te Alkemade, broer van de bruidegom), Jacobus Castelijn (34 jaar, bouwman te Alkemade, broer van de bruidegom), Hendrik Castelijn (27 jaar, bouwman te Alkemade, bekende van de bruid) en Matthijs van Noort (30 jaar, veldwachter te Noordwijkerhout)). Huwelijksproclamaties te Noordwijkerhout, Warmond en Alkemade op 07 en 14-11-1869. Echtgenote is Anna van NOORT, 27 jaar oud, geboren op 08-11-1842 te Noordwijkerhout (gezindte: RK). Overleden na 05-11-1921. Ze woonde op 23-11-1869 te Noordwijkerhout en had niet lang daarvóór te Warmond gewoond.
Ze woonde op 05-11-1921 te Rijpwetering. Dochter van Leendert van NOORT, arbeider te Noordwijkerhout (1869-1870), en Leentje van DAM. Waarschijnlijk waren er geen kinderen uit dit huwelijk.
In 1874 gingen ze in huis nummer 124 (later 123) te Rijpwetering wonen.
In 1900 woonden ze te Rijpwetering in huis nummer 125, later 100a en weer later 111. Op 07-10-1889 kwam Anna's zus Leentje van Noort bij hen wonen die op 24-09-1889 vanuit Noordwijkerhout naar de gemeente Alkemade was gekomen (zij overleed op 02-03-1898) en op 28-07-1894 kwam daar nog Anna's nichtje Johanna Jacoba van Noort (geboren 26-11-1878 te Noordwijkerhout) bij, eveneens komend uit Noordwijkerhout. De laatste vertrok op 04-01-1900, maar van de plaats van bestemming zoals vermeld in het bevolkingsregister van Alkemade kan ik niets maken...
   5.  Johannes, broodbakker te Rijpwetering (1859), geboren op 25-12-1838 om 20:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Huibert Steenvoorde, 32 jaar, schoenmaker te Alkemade
2. Rijmert Los, 28 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 23-10-1859 om 10:00 uur te Rijpwetering op 20-jarige leeftijd. Overleden in wijk D, huisnummer 59.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jacobus Heemskerk, 23 jaar, landbouwer te Rijpwetering, neef
2. Hubertus van Eeuwijk, 41 jaar, tuinder te Rijpwetering, bekende.
   6.  Maria, geboren op 22-02-1840 om 23:00 uur te Rijpwetering. Geboren in het ouderlijk huis, nummer 40. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Cornelis van Vliet, 34(?) jaar, metselaar te Alkemade
2. Johannes van Greuningen, 28 jaar, b....(?) te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 11-03-1871 om 12:00 uur te Aalsmeer op 31-jarige leeftijd. Ze overleed in de Hornmeerpolder, nummer 480.
Aangevers van haar overlijden waren:
1. Johannis de Boer, 35 jaar, veehouder te Aalsmeer, echtgenoot
2. Jan Lindenaar, 45 jaar, klompenmaker te Aalsmeer, geen aan- of bloedverwant. Zij trouwde in 1869 en vertrok op 23-04-1869 naar Aalsmeer.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 14-04-1869 met Johannis de BOER, 33 jaar oud, landbouwer en veehouder (1871) te Aalsmeer, geboren op 13-03-1836 te Aalsmeer (gezindte: RK), overleden op 14-10-1925 te Aalsmeer op 89-jarige leeftijd. Hij woonde tot zeker 1875 in wijk 4 (Hornmeerpolder), nr. 430 (later veranderd in 480) te Aalsmeer. Dit was de ouderlijke woning.

Een foto van hem en zijn derde vrouw Antonia Hendrina van Kempen is afgebeeld op blz. 539 van Aalsmeerse Stambomen, deel III. Zoon van Cornelis de BOER, veehouder te Aalsmeer, en Antje GROENEVELD.
   7.  Hendrikus (Hendrik) (zie IXh).
   8.  Cornelis, geboren op 06-03-1845 om 04:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Huibert Steenvoorde, 46 jaar, schoenmaker te Alkemade
2. Rijmert Los, 35 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 10-07-1849 om 07:00 uur te Rijpwetering op 4-jarige leeftijd. Overleden in de ouderlijke woning, huis nummer 59.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jan Castelijn, 43 jaar, broodbakker te Rijpwetering, vader
2. Herman Zurloh, 27 jaar, koopman te Rijpwetering, gebuur.
   9.  Cornelia, geboren op 09-03-1847 om 00:30 uur te Rijpwetering. De geboorte werd aangegeven door Joannes Cornelis Veurling(?), 51 jaar, chirurgijn en vroedmeester te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Ruth van Grieken, 58 jaar, grutter te Alkemade
2. Rijmert Los, 37 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 08-06-1847 om 19:00 uur te Rijpwetering, 91 dagen oud. Overleden in de ouderlijke woning, huis nummer 59.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jan Castelijn, 41 jaar, broodbakker te Rijpwetering, vader
2. Johannes Aniba, 28 jaar, beeldhouwer te Rijpwetering, gebuur.
   10.  Cornelia, geboren op 14-08-1850 om 06:30 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Simon van Egmond, 42 jaar, schipper te Alkemade
2. Rijmert Los, 40 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 13-07-1851 om 19:00 uur te Rijpwetering, 333 dagen oud. Overleden in de ouderlijke woning, huis nummer 59.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Jan Castelijn, 45 jaar, broodbakker te Rijpwetering, vader
2. Bernard Gerard Reckers, 29 jaar, koopman te Rijpwetering, bekende.
   11.  levenloos, geboren op 28-10-1852 om 12:00 uur te Rijpwetering. Ter wereld gekomen in de ouderlijke woning, huis nummer 59. Overleden op 28-10-1852 om 12:00 uur te Rijpwetering. Aangevers van dit levenloze kind waren:
1. Jan Castelijn, 46 jaar, broodbakker te Rijpwetering, vader
2. Jacobus Schakenbos, 34 jaar, arbeider te Alkemade, wijk E (ik denk dat dat Oud-Ade is).

 
IXg    Gerardus (Gerrit) Janszoon CASTELIJN, broodbakker te Roelofarendsveen (1857-1900), geboren op 18-04-1831 om 17:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Bartholomeus Ruigrok van der Werve, 35 jaar, schipper te Alkemade
2. Dirk van Greuningen, 51 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 18-07-1904 om 02:00 uur te Roelofarendsveen op 73-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 281a. Aangevers van het overlijden waren:
1. Nicolaas van Zaal, 40 jaar, tuinder te Alkemade, schoonzoon
2. Pieter van Schie, 40 jaar, winkelier te Alkemade, begraven op 21-07-1904 te Roelofarendsveen. Hij werd begraven op het RK kerkhof. Niet te verwarren met zijn gelijknamige neef, eveneens broodbakker te Roelofarendsveen, die zoon was van Jacobus Castelijn en was getrouwd met Gerarda Loos. In enkele akten wordt hij waarschijnlijk daarom "Gerrit Castelijn Janszoon" genoemd. Mogelijk runden de neefs samen één bakkerij? De jongere Gerrit (de zoon van Jacobus) wordt ook wel als broodbakkersknecht genoemd. In ieder geval ging de oudere Gerrit tussen 1852 en 1858 als hoofdbewoner in het huis (nummer 85) annex bakkerij van zijn oom Jacobus in Roelofarendsveen wonen.
Hij woonde op 20-08-1857 te Roelofarendsveen. Zoon van Johannes (Jan) CASTELIJN (zie VIIIc) en Elizabeth HEEMSKERK.
Gehuwd op 26-jarige leeftijd op 20-08-1857 te Oegstgeest (getuige(n): Gillis van den Ameele (47 jaar, bode), Jan Gieliam (50 jaar, veldwachter), Jacobus van der Velde (43 jaar, kleermaker) en Pieter Stevaar (51 jaar, kleermaker); allen wonende te Oegstgeest). Huwelijksproclamaties te Oegstgeest en Alkemade op 09 en 16-08-1857. Echtgenote is Alida ZANDVLIET, 22 jaar oud, geboren op 21-02-1835 te Oegstgeest (gezindte: RK), overleden op 14-11-1916 te Roelofarendsveen op 81-jarige leeftijd. Ze woonde op 20-08-1857 te Oegstgeest. Dochter van Johannes ZANDVLIET en Geertruida van der ZON. Dit gezin woonde vanaf 10-02-1859 in huis nummer 85 te Roelofarendsveen, waar ze tot en met de jaren 1860 zijn blijven wonen. Dit is de bakkerij van wijlen Gerrits oom Jacobus Castelijn.
Dit gezin woonde in 1870 te Roelofarendsveen in huis nummer 220k (wellicht is dit het nieuwe nummer van huis nummer 85), later in huis nummer 293 (nog in 1900, wanneer alleen de twee jongste kinderen nog thuis wonen) en weer later in huis nummer 281a.
Uit dit huwelijk:
   1.  Elizabeth, geboren op 01-02-1859 om 20:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan Huigsloot, 34 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 48 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK). Overleden na 08-11-1881. Ze verliet op 08-11-1881 het ouderlijk huis in Roelofarendsveen en trok naar Roosendaal (NB), waarschijnlijk om kloosterlinge te worden.
   2.  Geertruida, kloosterzuster te Roosendaal, geboren op 10-02-1860 om 12:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan Huigsloot, 34 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 50 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 13-04-1919 om 15:00 uur te Roosendaal op 59-jarige leeftijd. Ze overleed aan "kanker van de mamma" (denkelijk baarmoederkanker).

Aangevers van haar overlijden waren:
1. Lambertus Leonardus Eijkens, 62 jaar, timmerman te Roosendaal
2. Franciscus Nuijten, 39 jaar, arbeider te Roosendaal
Haar laatste adres was Molenstraat 13 te Roosendaal. Begraven op 16-04-1919 te Roosendaal. Begraven tussen 20:00 en 21:00 uur in het Genootschap tot Opvoeding. Ze vertrok op 22-01-1879 vanuit het ouderlijk huis naar Woerden.
   3.  Johanna, geboren op 04-11-1861 om 11:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Petrus Jacobus Reijnders, 54 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 51 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 12-05-1863 om 19:00 uur te Roelofarendsveen op 1-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 85.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Castelijn, 32 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, vader
2. Jan Huigsloot, 39 jaar, tuinder te Roelofarendsveen, gebuur.
   4.  Cornelia, kloosterzuster te Roosendaal, geboren op 24-07-1863 om 10:30 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Petrus Jacobus Reijnders, 56 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 53 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 23-02-1936 om 01:00 uur te Roosendaal op 72-jarige leeftijd. Ze overleed aan de gevolgen van een "ingeklemde breuk".
Haar adres ten tijde van haar overlijden was Wouw(sche)weg 3 te Roosendaal (denkelijk het klooster).
Aangever van haar overlijden was Johannes Mathijssen, 51 jaar, tuinman te Roosendaal. Begraven op 25-02-1936 te Roosendaal. Begraven op de begraafplaats "Wouwscheweg" om 08:00 uur. Ze vertrok op 05-04-1875 naar Woerden (kostschool?) en keerde op 21-08-1878 weer terug naar haar ouders in Roelofarendsveen.
   5.  Johanna, geboren op 11-12-1864 om 02:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan Huigsloot, 40 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 54 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 27-04-1942 om 11:45 uur te Gemeente Alkemade op 77-jarige leeftijd. Haar overlijden werd aangegeven door Gerardus Johannes Jacobus Zaal, 37 jaar, tuinder te Alkemade (vermoedelijk haar zoon).
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 30-10-1889 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Dirk van der Meer (30 jaar, tuinder, zwager van de bruidegom), Johannes Schrama (32 jaar, zonder beroep), Theodorus Castelijn (52 jaar, bakker, oom van de bruid) en Cornelis Kammeraat (40 jaar, ambtenaar ter Gemeente Alkemade); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 20 en 27-10-1889. Echtgenoot is Nicolaas van ZAAL, tuinder te Alkemade (1889-1904), geboren ±1864 te Gemeente Alkemade. Overleden na 27-04-1942. Zoon van Johannes van ZAAL, tuinder te Alkemade (1889), en Antonia van der LAAN. Beiden woonden op 30-10-1889 te Alkemade.
   6.  Johannes, geboren op 03-06-1866 om 15:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan Huigsloot, 42 jaar, tuinder te Alkemade
2. Rijmert Los, 56 jaar, secretaris te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 06-08-1867 om 04:00 uur te Roelofarendsveen op 1-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 85 (de ouderlijke woning).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Castelijn, 36 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, vader
2. Teunis Bocxe, 77 jaar, scheepstimmerman te Roelofarendsveen, gebuur.
   7.  Adriana Petronella, geboren op 20-02-1869 om 17:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Hoogenboom, 28 jaar, tuinder te Alkemade
2. Petrus Jacobus Reinders, 61 jaar, tuinder te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 04-08-1881 om 20:00 uur te Roelofarendsveen op 12-jarige leeftijd. Overleden in wijk B, huisnummer 220.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Castelijn Jz., 50 jaar, broodbakker te Roelofarendsveen, vader
2. Maarten van Kints, 56 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, gebuur. Ze vertrok op 05-09-1878 naar Woerden (kostschool?) en keerde op 18-08-1880 weer terug bij haar ouders in Roelofarendsveen.
   8.  Johannes Theodorus, geboren op 17-02-1872 om 15:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Hoogenboom, 31 jaar, tuinder te Alkemade
2. Jan Elsgeest, 42 jaar, arbeider te Alkemade (gezindte: RK). Hij verliet het ouderlijk huis op 25-09-1884 en trok naar Voorhout.
   9.  Petronella Maria, geboren op 21-07-1873 om 08:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Hoogenboom, 32 jaar, tuinder te Alkemade
2. Jan Elstgeest, 43 jaar, arbeider te Alkemade (gezindte: RK). Ze vertrok op 17(?)-01-1878 naar Woerden (kostschool?). Volgens het bevolkingsregister van Alkemade vestigde ze zich op 28-07-1888 (er kan ook 1898 staan) weer bij haar ouders in Roelofarendsveen, komende uit Woerden. Na de dood van haar moeder is zij kennelijk getrouwd (het bevolkingsregister verwijst naar blad 168, dat ik nog niet heb opgezocht).
   10.  Maria Anthonia, geboren op 27-08-1874 om 03:00 uur te Roelofarendsveen. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Hoogenboom, 34 jaar, tuinder te Alkemade
2. Jan Elstgeest, 44 jaar, arbeider te Alkemade (gezindte: RK). Volgens het bevolkingsregister van Alkemade vertrok zij op 11-05-1896 vanuit de ouderlijke woning te Roelofarendsveen naar "Rozendaal". Ik vermoed dat Roosendaal in Noord-Brabant bedoeld is en dat zij daar het klooster in is gegaan.

 
IXh    Hendrikus (Hendrik) CASTELIJN, veehoudersknecht (1874-1883), landbouwer (1883-1888) en veehouder (1891-1909), geboren op 18-06-1842 om 03:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Bernardus Straathof, 27 jaar, arbeider te Alkemade
2. Rijmert Los, 32 jaar, kantoorbediende te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 19-03-1909 om 20:00 uur te Rijpwetering op 66-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 31. Aangevers van het overlijden waren:
1. Johannes Gerardus Castelijn, 24 jaar, landbouwer te Alkemade, zoon
2. Pieter Bloem, 56 jaar, winkelier te Alkemade, zwager. Hij verliet het ouderlijk huis op 20-05-1869 en vertrok naar Hazerswoude. Op 30-04-1870 ging hij weer bij zijn ouders in Rijpwetering wonen. (NB Op 23-11-1869 was hij getuige bij het huwelijk van zijn broer Theodorus Castelijn met Anna van Noort te Noordwijkerhout. Volgens de huwelijksakte is hij "bouwman, wonende te Alkemade".) Waarschijnlijk is hij in Hazerswoude veehoudersknecht geweest. Zoon van Johannes (Jan) CASTELIJN (zie VIIIc) en Elizabeth HEEMSKERK.
Gehuwd op 41-jarige leeftijd op 14-11-1883 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacobus Castelijn (48 jaar, landbouwer, broer van de bruidegom), Theodorus Castelijn (46 jaar, broodbakker, broer van de bruidegom), Adriaan Nicolaas van Immerseel (44 jaar, kuiper, broer van de bruid) en Pieter Bloem (30 jaar, winkelier, zwager van de bruid); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op 04 en 11-11-1883. Echtgenote is Catharina van IMMERSEEL, 34 jaar oud, geboren op 07-04-1849 te Rijpwetering (gezindte: RK), overleden op 03-03-1925 om 23:00 uur te Rijpwetering op 75-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 31. Aangevers van het overlijden waren:
1. Johannes Gerardus Castelijn, 40 jaar, veehouder te Alkemade, zoon
2. Pieter Bloem, 71 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade
Ze liet onroerende goed na. Zij woonde tijdelijk in Haarlemmermeer en keerde op 11-07-1872 weer terug naar Rijpwetering om tot haar huwelijk bij haar broer Adrianus te blijven wonen. Dochter van Nicolaas van IMMERSEEL, kuiper, en Geertje LANGELAAN. Beiden woonden op 14-11-1883 te Rijpwetering. Na hun huwelijk gingen ze in huis nummer 29 (later 34) te Rijpwetering wonen.
Dit gezin woonde in 1900 te Rijpwetering in huis nummer 34, later 31 en daarna weer 34.
Uit dit huwelijk:
   1.  Johannes Gerardus (Jan), landbouwer (1909-1927), veehouder (1915-1930) en kaasmaker te Rijpwetering, geboren op 19-10-1884 om 02:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Bloem, 31 jaar, winkelier te Alkemade
2. Cornelis Kammeraat, 35 jaar, gemeenteambtenaar te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 12-08-1954 te Rijpwetering op 69-jarige leeftijd, begraven te Rijpwetering. Begraven op het R.K. Kerkhof. Hij zette zich actief in voor de armenzorg.
Gehuwd op 42-jarige leeftijd op 27-09-1927 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Pieter Bloem (74 jaar, zonder beroep, wonende te Alkemade, oom van de bruidegom) en Nicolaas Boer (50 jaar, rijwielhersteller te Alkemade, neef van de bruidegom)). Huwelijksproclamatie te Alkemade op 10-09-1927. Echtgenote is Maria Johanna (Marie) JANSEN, veehoudster en kaasmaakster, geboren ±1902, overleden 2003. Overleden op 101-jarige leeftijd. Dochter van Cornelis Petrus JANSEN, timmerman te Alkemade (1927-1930), en Catharina Debora ROTTEVEEL. Beiden woonden op 27-09-1927 te Alkemade.
   2.  Geertruda Elisabeth (Geertje) (Soeur Marie Vitalia), geboren op 08-10-1886 om 18:30 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Adriaan Nicolaas van Immerseel, 46 jaar, kuiper te Alkemade
2. Cornelis Kammeraat, 37 jaar, gemeenteambtenaar te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 10-12-1950 te Roosendaal op 64-jarige leeftijd. Ze vertok op 28-01-1914 vanuit het ouderlijk huis naar Roosendaal en werd daar lid van de Congregatie der Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis.
   3.  Elizabeth Anna, geboren op 12-07-1888 om 22:00 uur te Rijpwetering. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Pieter Bloem, 35 jaar, winkelier te Alkemade
2. Cornelis Kammeraat, 39 jaar, gemeenteambtenaar te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 02-02-1924 om 04:00 uur te Leiden op 35-jarige leeftijd. Ze overleed in het Sint-Elisabeth-Ziekenhuis.
Ze woonde ten tijde van haar overlijden in de gemeente Alkemade. Om die reden is een uittreksel van haar overlijdensakte van de BS te Leiden opgenomen in het overlijdensregister van Alkemade. Begraven op 05-02-1924 te Rijpwetering. Waarschijnlijk ongehuwd gebleven.
   4.  Clazina, geboren op 26-02-1891 om 03:00 uur te Rijpwetering. Geboren in huis nummer 34. Haar geboorte werd, wegens de "ongesteldheid" van haar vader, aangegeven door Johannes Melchior Wilhelmus Kramer, 27 jaar, geneesheer en verloskundige te Alkemade. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jacobus Marinkelle, 48 jaar, kastelein te Alkemade
2. Johannes van Leeuwen, 50 jaar, winkelier te Alkemade (gezindte: RK), overleden op 13-07-1922 om 21:00 uur te Leiden op 31-jarige leeftijd. Waarschijnlijk in het ziekenhuis overleden. Ze woonde ten tijde van haar overlijden in de gemeente Alkemade. Ik heb me gebaseerd op de inschrijving d.d. 20-07-1922 in het overlijdensregister van Alkemade, die op haar beurt gebaseerd is op een uittreksel uit het register van de Burgerlijke Stand van Leiden. Haar voornaam verschijnt meestal als "Klazina" (met een "k"), maar ze tekende met "C Castelijn".
Ze verliet in juni 1909 het ouderlijk huis en vertrok naar "DBR" (volgens het bevolkingsregister van Alkemade met verwijzing naar blad 26; weet niet wat bedoeld wordt met DBR...). Op 22-05-1913 keerde ze terug vanuit Leimuiden.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 12-05-1915 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacobus van der Geest (51 jaar, veehouder te Alkemade, oom van de bruidegom) en Johannes Gerardus Castelijn (30 jaar, veehouder te Alkemade, broer van de bruid)). Huwelijksproclamatie te Alkemade op 01-05-1915. Echtgenoot is Christianus Jacobus van der GEEST, tuinder te Alkemade (1915), geboren ±1889 te Gemeente Alkemade. Overleden na 20-07-1922. Zoon van Petrus van der GEEST en Maria van RIJT. Mogelijk woonden zij te Oud Ade (het bevolkingsregister van Alkemade wijk B (Roelofarendsveen) verwijst voor Clazina namelijk naar "E 49".
   5.  Gerardus Nicolaas (Gerard), manufacturier te Amsterdam (1910-1911) en groothandelaar in leer, geboren op 10-01-1894 om 23:30 uur te Rijpwetering. Geboren in huis nummer 34. Zijn geboorte werd, wegens ziekte van de vader, aangegeven door Nicolaas Johannes Rooswinkel, 28 jaar, arts te Alkemade. Getuigen van de aangifte waren:
1. Cornelis Post, 32 jaar, gemeenteveldwachter te Alkemade
2. Alexander Johannes de Ridder, 24 jaar, gemeenteambtenaar te Woubrugge (gezindte: RK), overleden op 08-12-1977 te Tilburg op 83-jarige leeftijd. Hij verliet op 11-03-1910 het ouderlijk huis en trok naar Amsterdam, waar hij tot 21-09-1911 achtereenvolgens woonde op de Nieuwe Prinsengracht 38 en de Weesperstraat 109. Vervolgens trok hij naar Haarlem (C. Veerstraat 37, volgens het bevolkingsregister van Amsterdam).
Gehuwd voor de kerk op 30-jarige leeftijd op 11-02-1924 te Breda (RK). Getrouwd in de Sint-Jozefkerk. Echtgenote is Maria Berdina van RIJSWIJK, 23 jaar oud, geboren op 13-01-1901 te Baardwijk (gezindte: RK), overleden op 29-01-1977 te Tilburg op 76-jarige leeftijd, dochter van Adrianus Cornelis van RIJSWIJK, schoenmaker (1898-1905) en schoenfabrikant (1906) te Baardwijk, en Cornelia van der GELT.

 
VIb    Johannes (Jan) Gerritse KASTELEIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 06-09-1732 te Rijpwetering (getuige(n): Ewald Willems Castelijn en Neeltie Jans Wijnbrug), overleden op 19-04-1801 te Roelofarendsveen op 68-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte wordt gedaan van zijn overlijden door zijn zoon Gerrit Janze Kasteleijn (volgens handtekening). Hij valt onder de classis van "pro deo" en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Hij trad op 14-09-1756 op als getuige bij het passeren van een akte van voogdij van Cornelis Jansz. Kop en Martje Gerretz Brandt voor schepenen van Alkemade en tekende met "Jan Gerritze Kastelijn", maar verder (zoals de aangifte d.d. 31-03-1791 van zijn doodgeboren kind en de hieronder beschreven akte van 19-09-1796) tekende hij meestal met "IJan Gerritse/Gerrisse Kasteleijn".

Hij verkocht het leen "het Berckenbos" in Roelofarendsveen (dat hij van zijn vader had geërfd) op 06-12-1749 (datum van de akte van overdracht) aan (de voogden van) de 2½ jaar oude Jan Jansz. Moeijenkind. (bron: Ons Voorgeslacht 1977, p.266)

Op 03-12-1759 en 03-01-1788 woonde hij te Roelofarendsveen.

Op 28-02-1774 compareert Jan Meese Heemskerk ter secretarie van Alkemade om te verklaren dat hij aan Jan Gerritsz. Casteleijn een houtakker in de Veenderpolder verkocht heeft voor 600 gulden, over te dragen op 15-03-1774. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 104, akte d.d. 28-02-1774)

Op 19-09-1796 verschijnt hij ter secretarie van Alkemade met Kors van Duuren. Jan verklaart aan Klaas van der Hoorn te Amsterdam (namens wie Kors van Duuren optreedt) een houtakker van 350 roeden (waarschijnlijk de houtakker die hij in 1774 had gekocht van Jan Meese Heemskerk) aan de westzijde van de Veenderdijk in de Veenerpolder verkocht te hebben voor 300 gulden. De belendingen van deze houtakker zijn: oost: Jan Outshoorn, zuid: de weduwe van Jan Loos, west: de Nieuwsloot, en noord: Hendrik Nieuwenhuijs. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 105, akte d.d. 19-09-1796), zoon van Gerrit Willemse KASTELEIJN (zie V) en Martje Cornelis SPRUIJT.
Gehuwd voor de kerk (1) op 24-jarige leeftijd op 09-05-1757 te Woubrugge (RK). Hoewel ze in Woubrugge trouwden, woonden ze in Roelofarendsveen. Echtgenote is Marijtje (Martje) Gerritsdr. BRUNT, overleden op 18-07-1787 te Roelofarendsveen. Op 21-07-1787 wordt ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van haar overlijden gedaan door haar man Jan Gerri(t)se Kasteleijn. Ze valt onder de classis van 3 gulden en zal, na betaling ervan, te Rijnsaterwoude mogen worden begraven.

Haar erfgenamen zijn haar man, haar kinderen uit beide huwelijken en haar minderjarige kleinkind Jan Jansz. Kop, zoon van haar vooroverleden zoon Jan Kornelisz. Kop. Op 03-01-1788 laten haar man en de voogden (Jan Gerritsz. Brunt aan de Oude Wetering onder Leimuiden en Klaas Schuijn in Roelofarendsveen) van haar kleinzoon Jan Jansz. Kop een akte van uitkoop passeren voor notaris Pieter Nikolaas Vossius te Alkemade (aan de Oude Wetering), waarin wordt bepaald dat Jan Gerritsz. Kasteleijn de gehele boedel mag behouden mits hij de voogden van Jan Jansz. Kop een bedrag van f 268 uitkeert. Hieraan heeft hij voldaan door het laten passeren van een schuldbrief voor het gerecht van Alkemade op dezelfde dag. De akte van uitkoop is getekend door "IJan Gerrisse Kasteleijn", "Klaas Schuijn" en "Jan Brünt". (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 87, akte 25), begraven te Rijnsaterwoude. Mogelijk is Leuntje G. Brunt, wier overlijden op 26-08-1789 te Nieuwe Wetering (begrafenis te Rijnsaterwoude) ter secretarie van Alkemade wordt aangegeven door haar man Willem Schouten, een zus van haar. Dochter van Gerrit BRUNT. Zij lieten op 10-12-1765 hun testament (op de langstlevende) vastleggen voor notaris Meester Hendrik Arnold Kreet binnen Alkemade, waarin als voogden over na te laten kinderen werden aangesteld: de langstlevende, Jan Gerritsze Brunt (broer van Marijtje) te Leimuiden en Jacob Gerritsze Kasteleijn (broer van Jan) te Roelofarendsveen. Zij verklaarden gegoed te zijn onder de f 2.000. Na het overlijden van laatstgenoemde werd op 04-12-1787 (datum van de akte gepasseerd voor "voornoemde klerk" (de notaris?) en schepenen van Alkemade) door Jan Gerritsz. Kasteleijn (de man) en Jan Gerritsz. Brunt (wonende te Leimuiden) als nieuwe medevoogd Klaas Schuijn te Roelofarendsveen benoemd. (bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 63 (register van requesten), ongedateerde akte ±1788 en ONA Alkemade, inv.nr. 95, akte 120).
Gehuwd (2) op 55-jarige leeftijd op 20-01-1788 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Marijtje Cornelis van WAARDIJ. Op 22-02-1788 laten zij voor notaris Pieter Nikolaas Vossius te Alkemade hun testament vastleggen. Jan benoemt tot zijn erfgenamen zijn vrouw, zijn zoon Gerrit Janse Kasteleijn uit zijn eerste huwelijk met Marijtje Brunt, en eventueel na te laten kinderen uit zijn huidige huwelijk. Ze benoemen elkaar tot absolute voogd over eventuele na te laten minderjarige of uitlandige erfgenamen spruitende uit hun huwelijk en Jan benoemt tot voogd over eventuele minderjarige of uitlandige erfgenamen spruitende uit zijn eerste huwelijk: Kornelis Pieterse van Egmond te Roelofarendsveen en Klaas van der Ploeg op de Goog. (bron: NA, ONA Alkemade, inv.nr. 87, akte 36).
Uit het eerste huwelijk:
   1.  Gerardus (Gerrit) Janse (zie VIIb).

Uit het tweede huwelijk:
   2.  Martje, geboren na 1788, overleden op 06-07-1792 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte van haar overlijden wordt gedaan door haar vader "IJan Gerrisse Kasteleijn". Ze valt onder de classis van 3 gulden en zal, na voldoening daarvan, te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude.
   3.  levenloos, geboren op 31-03-1791 te Roelofarendsveen. Betreft de datum van de aangifte door de vader ter secretarie van Alkemade. Het kind kon "pro deo" te Rijnsaterwoude worden begraven. Overleden op 31-03-1791 te Roelofarendsveen, begraven op 31-03-1791 te Rijnsaterwoude.
   4.  Cornelis, geboren op 01-10-1795 te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 01-10-1795 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Cornelis van Waardij en Gerrit Janze Bergel), overleden op 06-01-1801 te Roelofarendsveen op 5-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte wordt gedaan van zijn overlijden door zijn vader "IJan Gerresse Kastelijn" (volgens de handtekening). Hij valt onder de classis van "pro deo" en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude.

 
VIIb    Gerardus (Gerrit) Janse KASTELEIJN, tuinder te Roelofarendsveen (1814-1834), geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 09-04-1758 te Woubrugge (getuige(n): Japik Gerretz Casteleijn en Niesje Jansz van Pijlen), overleden op 27-10-1834 om 07:30 uur te Roelofarendsveen op 76-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 106 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Willem Rietbroek, 46 jaar, tuinder te Alkemade, schoonzoon
2. Kornelis Jansen van Duuren, 60 jaar, arbeider te Alkemade, gebuur. Hij ondertekende zijn testament (en dat van zijn vrouw) d.d. 23-10-1802 met "Gerrit Janse Kasteleijn", maar schreef ook wel "Kastelijn". Zoon van Johannes (Jan) Gerritse KASTELEIJN (zie VIb) en Marijtje (Martje) Gerritsdr. BRUNT.
Gehuwd op 24-jarige leeftijd op 27-10-1782 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Antje Simonsdr. van KANTEN. Overleden na 28-10-1834. Zij ondertekende haar testament met "Antje van Kanten". Dochter van Sijmon van KANTEN. Op 23-10-1802 maakten zij hun testament te Roelofarendsveen (waar zij woonden) voor schepenen van Alkemade. Ze benoemden elkaar tot enige erfgenaam met de verplichting voor eventuele nagelaten minderjarige kinderen te zorgen. Verder benoemden ze, met uitsluiting van de weeskamer, elkaar tot voogd over eventuele na te laten minderjarige kinderen of erfgenamen met het recht medevoogden te benoemen. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 32, akte 36).
Uit dit huwelijk:
   1.  Jacob Gerritse, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 25-10-1783 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Jacobs Castelein en Antje Jacobs Castelein), overleden op 28-11-1785 te Roelofarendsveen op 2-jarige leeftijd. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade te Oude Wetering aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door zijn vader Gerrit Jansz. Kasteleijn. Hij valt onder de classis "pro deo" en zal te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude.
   2.  Willempje (Willemijntje), geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 31-10-1787 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Sijmise van Kanten en Aaltje Aris van der Lugt), overleden op 28-10-1857 om 22:00 uur te Roelofarendsveen op 69-jarige leeftijd. Ze overleed in huis nummer 104.
Aangevers van het overlijden waren:
1. Arie de Jong, 44 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, schoonzoon
2. Cornelis Turk, 31 jaar, arbeider te Roelofarendsveen, bekende. Ook wel: Castelijn.
Ze woonde op 20-11-1814 te Roelofarendsveen.
Ze was analfabete.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 20-11-1814 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jan Rietbroek (27 jaar, arbeider, vader van de bruidegom), Gerrit Janze Kasteleijn (56 jaar, tuinder, vader van de bruid), Pieter Verdel (40 jaar, tuinder) en Huibert van 't Hart (29 jaar, tuinder); allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade op de eerste en tweede zondag van de maand november 1814. Echtgenoot is Willem RIETBROEK, tuinder te Roelofarendsveen (1834-1859), geboren ±1788 (gezindte: RK), overleden na 1859. Hij was analfabeet. Zoon van Jan RIETBROEK, arbeider te Alkemade (1814). Dit gezin woonde tussen 1849 en 1859 in huis nummer 104 te Roelofarendsveen. Inwonend waren een tuindersknecht (Huibert van der Lugt, geboren te Alkemade in 1826) en een dienstbode (Alida Zaal, geboren te Alkemade in 1828). Van der Lugt verhuisde naar huis nummer 105 en Zaal naar huis nummer 103a. In dezelfde periode kwam Helena Rietbroek, hun dochter, met haar man en kinderen bij hen wonen, komende van huis nummer 45 in Roelofarendsveen. (bron: Bevolkingsregister Alkemade, 1849-1859).
   3.  Jacobus (Jaapik) Gerritse CASTELEIJN (zie VIIId).

 
VIIId    Jacobus (Jaapik) Gerritse CASTELEIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 27-03-1789 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Jacobsz Castelein en Antje Jacobs Castelein), zoon van Gerardus (Gerrit) Janse KASTELEIJN (zie VIIb) en Antje Simonsdr. van KANTEN.
Gehuwd ±1810 met Trijntje Janse VERMEIJ. Zij was niet katholiek (acatholica), blijkens de doopakte van haar dochter Marretje Casteleijn.
Uit dit huwelijk:
   1.  Martha (Marretje), geboren op 26-11-1811 om 02:30 uur te Roelofarendsveen. De geboorte werd aangegeven door de grootvader Gerrit Janse Kasteleijn, aangezien de vader zijn dienstplicht vervulde onder Napoleon, als conscript van het jaar 1809. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Kornelis Kennis, tuinder te Roelofarendsveen
2. Dirk Gijsman, tuinder te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 26-11-1811 te Roelofarendsveen (getuige(n): Gerrit Janse Casteleijn en Willempie Casteleijn), overleden op 19-01-1819 om 10:00 uur te Roelofarendsveen op 7-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 127 (wijk B).
Aangevers van het overlijden waren:
1. Gerrit Kastelijn, grootvader
2. Huibert van 't Hart, gebuur.
   2.  Gerrit, geboren op 20-10-1818 om 03:00 uur te Roelofarendsveen. Hij werd geboren in het huis van Pieter Kennis, nummer 131. Bij afwezigheid van zijn vader werd zijn geboorte aangegeven door zijn grootvader Gerrit Jansz: Kastelijn. Getuigen van de geboorteaangifte waren:
1. Jan van Zijl, 59 jaar, arbeider te Alkemade
2. Jacob Brunt, 26 jaar, tuindersknecht te Alkemade.

 
VIc    Kornelis Gerritse KASTELEIJN, overleden op 08-06-1795 te Roelofarendsveen. Betreft de datum waarop ter secretarie van Alkemade aangifte wordt gedaan van zijn overlijden door Klaas Schuijn. Hij valt onder de classis van 3 gulden en zal na voldoening van de impost te Rijnsaterwoude worden begraven. Begraven te Rijnsaterwoude. Ook wel Cornelis Casteleijn of Castelijn. Zelf leerde hij op latere leeftijd schrijven. Tot pakweg 1770 tekende hij met een kruisje, maar de notariële akte van scheiding van 19-01-1774 (zie de opmerking bij zijn broer Jacob) ondertekende hij enigszins hanenpoterig, maar toch goed leesbaar, met "Kornelis Kasteleijn".

Hij erfde van zijn oom Ewaldis Kastel(e)ijn 1/12 van een stuk land van 400 roeden in de Veenderpolder ten oosten van Roelofarendsveen en kocht in 1757 (akte ter secretarie van Alkemade gemaakt op 16-12-1757) de overige 11/12 van de overige erfgenamen van Ewaldis (zie de opmerkingen daar). (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 103, akte d.d. 16-12-1757)

Hij woonde op 03-12-1759 en 29-09-1773 te Roelofarendsveen (zie opmerkingen bij broer Jakop).

Hij verkrijgt op 30-07-1774 het leen van zijn overleden broer Jacob (Jakop) voor zijn schoonzus Niesje van Pijlen. (bron: Ons Voorgeslacht, 1980, p. 677)

In een akte van 26-10-1778 betreffende de verkoop van een teelakker in Roelofarendsveen door Pieter Barthout aan Cornelis Dobbe, wordt hij genoemd als belender ten zuiden, samen met Pieter Cornelis van Egmond en Cornelis Koek. Ten noorden bevindt zich land van "de armen van Teunis Peereboom". (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 104, akte d.d. 26-10-1778)

Op 03-08-1780 (hij woont dan te Roelofarendsveen) laat hij voor schepenen van Alkemade zijn testament passeren, waarin hij zijn broers Willem en Jan Casteleijn en de nakomelingen van zijn overleden broer Jacob Casteleijn (en bij vooroverlijden van zijn broers dier nakomelingen) tot erfgenamen benoemt. Als administrateurs benoemt hij Dirk Teunis en Claes Schuijn te Roelofarendsveen. (bron: NA, Rechterlijk Archief Alkemade, inv.nr. 27, akte 29), zoon van Gerrit Willemse KASTELEIJN (zie V) en Martje Cornelis SPRUIJT.
Gehuwd op 26-01-1783 te Oude Wetering. Betreft huwelijk voor de schepenbank van Alkemade. Echtgenote is Neeltje Jacobse PEEREBOOM. Overleden tussen 09-09-1797 en 09-02-1817. Op 09-09-1797 compareert zij ter secretarie van Alkemade en verklaart dat zij, wonende te Roelofarendsveen, en de erfgenamen van wijlen haar man Kornelis Kasteleijn, verkocht hebben aan Heer Dokter David Leonardus van der Hamme te Zoeterwoude voor f. 2.600:
1. Het achtste gedeelte van een huis, zomerhuis, schuur en erf, staande aan de oostzijde van de Veenderdijk in Roelofarendsveen, belend door: oost en west: Kornelis P. van Egmond, zuid: Klaas van der Hoorn en de armen van Roelofarendsveen, en noord: de weduwe van Cornelis Dobbe.
2. Een teelakker, gelegen als (1), met oost, west en noord: Kornelis P. van Egmond, en zuid: de volgende partij (3) en Klaas van der Hoorn.
3. Twee teelakkers, gelegen als vorige, met oost: Hendrik Nieuwenhuijsen, zuid: Jan Klaasz Bijlemeer, west: Klaas van der Hoorn, en noord: de vorige partij (2). Te verongelden voor 1 morgen 50 roeden in het ambacht en 2 morgen 33 roeden in de polder.
4. Drie langs- en vier dwarsakkers, gelegen als vorige, met oost: Reijnier van Klink, zuid: de erven van Kornelis Schoemakers, west: Jacob Akerboom, en noord: Pieter van Klink. Te verongelden voor 575 roeden in het ambacht. (Deze akkers waren ooit van zijn oom Ewaldis Willemse Kasteleijn.)
(bron: NA, ORA Alkemade, inv.nr. 105, akte d.d. 09-09-1797). Op 08-01-1784 maakten zij voor notaris Meester P.N. Vossius hun testament, waarbij ze elkaar benoemden tot voogd over eventuele na te laten minderjarige kinderen of erfgenamen. Op 03-09-1795 toont Neeltje, inmiddels weduwe, dit testament ter weeskamer van Alkemade en accepteert zij de voogdij over haar kind(eren?). (bron: NA, Weeskamer Alkemade, inv.nr. 5, akte d.d. 03-09-1795).
Uit dit huwelijk:
   1.  Marijtje CASTELIJN, geboren te Roelofarendsveen, gedoopt (RK) op 21-02-1787 te Roelofarendsveen (getuige(n): Dirk Jacobs Peereboom en Aagje Jacobs Peereboom), overleden op 14-12-1857 om 17:00 uur te Zoeterwoude op 70-jarige leeftijd. Overleden in huis nummer 161. Ze ondertekende haar trouwakte met "Marijtje Castelijn".
Ze woonde op 09-02-1817 te Roelofarendsveen.
Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 09-02-1817 te Gemeente Alkemade (getuige(n): Jacob van der Lugt (70 jaar, rietdekker, vader van de bruidegom), Pieter ? (73 jaar, tuinder(?), ... vader des bruidegoms(?)), IJsbrand Outshoorn (3? jaar, tuinder(?), neef van de bruid) en Pieter van Egmond; allen wonende te Alkemade). Huwelijksproclamaties te Alkemade en Zoeterwoude op 26-01 en 02-02-1817. Echtgenoot is Dirk van der LUGT, rietdekker te Zoeterwoude (1817-1829), geboren ±1785 te Roelofarendsveen, overleden op 28-08-1843 om 21:00 uur te Zoeterwoude. Overleden in huis nummer 121. Hij woonde op 09-02-1817 te Zoeterwoude. Zoon van Jacob van der LUGT, rietdekker te Alkemade (1817), en Ariaantje de JONG.

 

Homepage | E-mail


gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software